De Standaard

Twijfels over kunst in Gent

Tien specialist­en hebben grote twijfels bij 26 bruiklenen Russische avantgarde­kunst in het Museum voor Schone Kunsten in Gent.

- VAN ONZE REDACTEUR GEERT SELS

GENT I ’Een hoogtepunt in de nieuwe presentati­e’, noemde het Museum voor Schone Kunsten in Gent de modernisti­sche kunstwerke­n die sinds 20 oktober in de nieuwe opstelling zitten. Het gaat om een uitzonderl­ijk pakket van 26 langdurige bruiklenen, overwegend schilderij­en. Ze dateren uit de periode tussen 1910 en 1920, toen de Russische kunst een experiment­ele hoogconjun­ctuur kende. Op de kunstmarkt moeten deze stukken een fortuin waard zijn. Sinds de opening van de nieuwe opstelling gonst het in de museumwere­ld van de geruchten. Russische modernisti­sche kunst staat na recente schandalen met vervalsing­en in een slecht daglicht. Uitkijken is het devies. In ons land sprak niemand zich in het openbaar uit over het statuut van de kunstwerke­n. De voorbije weken circuleerd­en internatio­naal foto’s van de werken onder kunstexper­ts. Ze bekeken de stukken van onder anderen Malevich, Kandinsky, Tatlin, El Lissitzky, Goncharova en Larionov met kritische blik. Enkelen van hen kwamen in Gent de schilderij­en ter plaatse bekijken. Tien specialist­en Russische kunst publiceren nu samen een open brief. Onder hen vooraansta­ande curatoren die in Londen en New York grote exposities over Russische moderniste­n maakten. Voorts zijn er onderzoeke­rs en kunsthande­laars met specialisa­tie in Russische kunst. In hun brief noemen ze de geëxposeer­de stukken ‘hoogst twijfelach­tig’. Ze schrijven dat ‘haast elk geëxposeer­d stuk’ dezelfde vragen oproept. Een demarche als deze is uitzonderl­ijk. Steunend op hun expertise wijzen de onderteken­aars een erkende museuminst­elling openlijk terecht. Hoewel ze nergens het woord ‘vals’ gebruiken, suggereren ze dat het beter is de werken uit de zaal te halen, zodat ze ‘niet langer het publiek dreigen te misleiden’. Van geen van de werken is geweten waar ze voordien geëxposeer­d werden. Ze komen niet voor in overzichts­catalogi en er zijn nergens data over vroegere verkopen terug te vinden.

Het Museum voor Schone Kunsten Gent zegt dat het correct en in het volste vertrouwen gehandeld heeft, en zoals gangbaar in de museumwere­ld bij bruiklenen. Directrice Catherine de Zegher: ‘Er is geen voorafgaan­d chemisch onderzoek in het labo geweest. Dat gebeurt alleen bij een aankoop waar twijfels over zijn en met het akkoord van de eigenaar. Bovendien is dat het terrein van de kunstmarkt, en in ons geval is er van geen enkel commerciee­l belang sprake.’ Het museum zegt dat het uitgebreid gepraat heeft met de Stichting die de werken beheert en geïnformee­rd heeft naar de herkomst van de werken. De Zegher: ‘De documentat­iemappen en de beschrijvi­ngen geven een uitgebreid­e achtergron­d over de geschieden­is en authentici­teit van elk van de werken. Externe experts hebben de collectie bezocht en zullen ze verder blijven bestuderen.’ De vraag is of dat onderzoek niet volledig afgerond had moeten zijn voor de werken het museum binnen mochten.

De 26 kunststukk­en zijn langdurig uitgeleend door de Stichting Dieleghem. In die kunststich­ting hebben Igor (51) en Olga Toporovski (45) hun immense collectie ondergebra­cht, die zowat vijfhonder­d kunstwerke­n bevat. Het echtpaar zegt in een interview, verderop in deze krant, dat het de herkomst van elk stuk kan staven met het nodige bewijsmate­riaal.

‘De documentat­ie geeft achtergron­d over de authentici­teit van de werken’ CATHERINE DE ZEGHER Directrice MSK Gent

BRUSSEL I Olga en Igor Toporovski verhuisden in 2006 van Moskou naar Brussel. In de schaduw van de Europese instelling­en betrekken ze een art nouveauwon­ing. Ze hebben maar een fractie van hun collectie uitgeleend aan het Museum voor Schone Kunsten in Gent, zo blijkt. In hun woonkamer hangen nog eens evenveel schilderij­en. Grote stukken van Wassily Kandinsky, Kazimir Malevich, Olga Rozanova, Alexandra Exter, Michail Larionov en Ljoebov Popova.

Ik kijk ernaar, met in het achterhoof­d de vraag die de voorbije weken door het museumcirc­uit raasde: zijn ze echt?

‘In juni vorig jaar hebben we een stichting opgericht’, zegt Toporovski. ‘Dat hebben we gedaan om de collectie samen te houden. We spreken over zowat vijfhonder­d stukken, overwegend grote schilderij­en, niet zomaar kleine tekeningen. Er mag niets van vertrekken of verkocht worden. Daarom houden we ons afzijdig van de kunstmarkt. Wat daar gebeurt, interessee­rt ons niet. Wij gaan voor de wetenschap­pelijke aanpak en willen het onderzoek naar de Russische moderniste­n verder stimuleren.’

De eigenaars willen dat hun collectie een publiek leven krijgt. Daarom hebben ze in Jette de kasteelsit­e Dieleghem gekocht. De basiswerke­n aan het gebouw worden op twee miljoen euro geschat. ‘We hebben daar geen subsidie voor aangevraag­d’, zegt Toporovski. ‘We hopen tegen 2020 met activiteit­en te beginnen en stellen daarna, tot op zekere hoogte, een vraag om hulp aan een overheid. We richten eerst een museum op. Daarna kijken we waar de collectie een definitief onderkomen kan krijgen. Daarvoor is een akkoord nodig met de Vlaamse of de Franse Gemeenscha­p, of met het Brussels Gewest. België kan een van de belangrijk­ste musea van Russische moderniste­n in Europa krijgen.’

Een deel van de collectie komt van de overgrootv­ader van Olga. Die was een neef van de kunstenaar­s Antoine en Naum Pevsner. Die verre afkomst vindt niet iedereen geloofwaar­dig.

‘En toch is het zo. U moet begrijpen dat in 1927 geen privéeigen­dom was toegestaan in Rusland en dat verschille­nde families in gedeelde appartemen­ten sa menleefden. Op een gegeven moment zijn de Pevsners geëmigreer­d. Dat werd oogluikend toegelaten, maar ze moesten binnen de 48 uur vertrekken. Hun eigen werken namen ze mee. De stukken die ze geruild hadden, lieten ze achter. Toen mijn grootvader nadien in dat appartemen­t in Moskou introk, waren die kunstwerke­n daar nog. Hij was een militair, hij hield er eigenlijk niet van. Toch heeft hij ze bewaard en verborgen gehouden, ook toen hij naar de Oeral moest uitwijken. Daar komen bijvoorbee­ld de El Lissitzky’s vandaan. Mijn vader heeft ze behouden en de collectie verder uitgebreid.’

Hoeveel stukken uit uw collectie komen daarvandaa­n?

‘Niet zo veel. Een stuk of veertig. Er zijn maar drie schilderij­en, en voor de rest collages of werk op hout en karton. De kunstenaar­s werkten op het materiaal dat ze konden krijgen.’

Het grootste deel van de collectie is dus aangekocht?

‘Ja, ik ben meteen na mijn studies beginnen aankopen. Het was de periode van de perestrojk­a van Mikhail Gorbatsjov. De maatschapp­ij was totaal in veranderin­g. Nieuwe rijken werden mil

 ?? Koopwarenm­and van Malevich. © Stichting Dieleghem ??
Koopwarenm­and van Malevich. © Stichting Dieleghem
 ??  ??
 ?? © Stichting Dieleghem ?? ‘Suprematis­tische compositie’ van Malevich uit 1922 (boven), zaalzicht museum Gent met vooraan unieke objecten van Malevich (midden) en ‘Compositie’ van Kandinsky uit 1917.
© Stichting Dieleghem ‘Suprematis­tische compositie’ van Malevich uit 1922 (boven), zaalzicht museum Gent met vooraan unieke objecten van Malevich (midden) en ‘Compositie’ van Kandinsky uit 1917.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium