MENINGEN ALS PLAATSBEPALING, TOT OP HET STRAATNAAMBORDJE
Het zat de L anakense burgemeester M arino K eulen (Open VLD) vorig jaar dwars dat een straat in zijn gemeente nog alti jd – hoe wel pas sinds 1967 – eer be tuigt aan Cyriel V erschaeve, een collaborateur , nazi, antisemiet en haatprediker uit de Tweede Wereldoorlog. Het voorstel om V erschaeve in de straatnaam te vervangen door Anne Frank, als emblematisch H olocaustslachtoffer, trok veel mediaaandacht. De gemeenteraad volgde de burgemeester , maar niet zonder slag of stoot. Radicaalrechtse V laamsnationalisten verstoorden de zitting, de NVA en Vlaams Belang onthielden zich, omdat ze de naamswijziging niet nodig vinden.
Maar de media vonden he t al nie t meer interessant. Alleen Het Belang van Limburg en de Limburgse editie van De Standaard berichtten erover – en ook, indirect, historicus Idesbald Goddeeris. In zijn pleidooi voor meer aandacht voor het slachtoffers van he t k olonialisme (DS 16 januari) meent hij dat Congo in de aandacht wordt weg gedrukt door de collaboratie, zoals me t de V erschaevestraat in L anaken en in Kortrijk of in, of all places, Breendonk.
Dat is een dubieuze stelling. G oddeeris be treurt dat de koloniale herinnering snel belandt bi j koning Leopold II en dan verschuift naar Verschaeve. M aar een omgek eerde verschuiving, van de oorlog naar Congo, is al evenmin uitzonderli jk. De thema’ s zi jn immers al lang controversieel, lange tijd ook in de historiografie. En wie het kolonialisme via L eopold bekritiseer t, vindt niet per definitie dat naar de koning vernoemde lanen voor taan eer moe ten be tuigen aan P atrice Lumumba, Congo ’s eerste premier – zelfs N elson M andela vinden velen nie t vanzelfsprekend.
Eerder dan zorg voor de historische feitelijkheid, primeren dan de symbolische be tekenis en ideologische referentiewaarde van de geschiedenis. Nie t het verleden is de inzet, wel de bruikbaarheid of zelfs he t emotionele nut er van vandaag. Een boze t witteraar zag de L anakense naamsverandering als he t einde van een goede, oude tijd: de eigen, inderdaad lang dominante historische visie zag hij vertrappeld worden door de elite’,‘ die hem ‘beleerde’, ergo ‘vernederende en kleineerde’.
De trage omslag in het denken over de collaboratie, die ook de V erschaevestraten controversieel maakte, was he t resultaat van veel ernstig wetenschappelijk werk en de verspreiding ervan onder een ruimer publiek. Voor de al veel langer verwrongen Congolese geschiedenis gebeurde dat veel minder – en ook het Congo van vandaag beroer t amper nog he t grote publiek. Ook Goddeeris problematiseert de historische kennis over de kolonisering niet, ook niet het zeer tot de verbeelding sprek ende aantal slachtof fers van de leopoldiaanse uitbuiting .
Goddeeris’ argumentatie over de verschillen en zelfs de conc urrentie tussen beide thema’s is e venzeer verre van waterdicht. De afloop van het debat in Lanaken haalde amper de media en van een partijpolitieke consensus in deze moreel toch heldere controverse was geen sprake. Dat suggereert het tegendeel van wat Goddeeris veronderstelt. Beide k westies hebben integendeel veel gemeen – ze zitten in hetzelfde schuitje. Dat is niet ongewoon en eigenlijk zelfs niet erg. Het verleden en de herinnering kunnen zo alvast een onderwerp van gesprek bli jven.
De desinteresse voor de afwikkeling van een debat als dat in L anaken, zeg t vooral iets over de aard van het publiek e debat. Standpunten kiezen en de emotionele be wogenheid errond lijken belangrijker dan uitkijken of mee zoek en naar een billi jke uitk omst. Twee dozijn dwaze t weets over Miss België – laten we zeg gen: de statistische foutenmarge in het fatsoen – mogen al volstaan als bevestiging van een structureel racisme. Als F ranstalig België dan mopper t dat weer een V laamse (!) M iss België wordt, zou die kritiek op haar beutrgetuigen van een soort racisme, toch voor wie aan de andere kant van het verwijt staat. Ziet rechts in de welvaartsstaat altijd sociaal profitariaat, een links discours dat zich boven de polarisatie tilt, vindt nu ook dat ‘vluchtelingen’ echt wel worden gepamperd ten nadele van ‘ het blank e proletariaat’.
Dan gaat he t maar zelden meer over doordachte standpunten over reële sociale of politieke problemen, vroeger of nu, of over de plaag van het racisme, het ongemak van de diversiteit, de ongelijkheid die dat ‘prole tariaat’ in he t algemeen treft, laat staan over he t klimaat of he t milieu. Dan gaat he t wel om de opwinding van de mening, die vooral moet dienen als mark er van de eigen voor treffelijkheid: plaatsbepaling in het dispuut du jour wordt belangrijker dan de uitkomst daarvan.
Niet de oorlog maar wel het gebrek aan historische ernst drukt het kolonialisme uit de aandacht
Marc Reynebeau