‘Een gewond dier slaan, dat is makkelijk, hé’
Hein Vanhaezebrouck herhaalt het in vijftien minuten drie, vier keer. Dat hij voor het eerst weinig of geen impact heeft op transfers. Het komt door die ‘moeilijke situatie’. En dat verdient dus begrip. Maar zijn spelers moeten nu wel tonen wie ze zijn.
BRUSSEL I Sponsor Audi nodigde gisteren ploeg en technische staf van Anderlecht uit op het Autosalon. Veel blink hoefde coach Hein Vanhaezebrouck niet meer te keuren: hij kreeg al in december zijn Audi SQ7. Was het nu een spitsensalon geweest, hij zou het wel weten. Over bolides gesproken: gisteren Club Brugge gezien? ‘Neen.’
Ha, dat is waar. Anderlecht kijkt niet meer naar Club Brugge.
‘We spelen zondagavond tegen Genk, logisch dat ik naar OostendeGenk heb gekeken. Die goal van Buffel in de laatste minuut zal hen een boost gegeven hebben. En thuis is Genk altijd sterker. We staan voor een heel moeilijke week, na Genk spelen we tegen WaaslandBeveren en dan naar Standard. Een reeksje neerzetten zou mooi zijn, maar ik ga gezien onze moeilijke situatie geen voorbarige uitspraken doen. Tot 1 februari kijk ik enkel van match tot match.’ Is er tegen dan een nieuwe spits? Want het schiet niet op.
‘Dat is onze moeilijke situatie, hé. Twee eigenaars van wie de nieuwe – logisch gezien de regels – niets mág doen, en de afscheidnemende – door de beperkte middelen – niets kán doen. Ik zou me daar nerveus kunnen in maken, of kwaad. Maar dat zal niets veranderen.’ Toch nog geen spijt van je keuze voor Anderlecht?
‘Daar moet ik toch niet op antwoorden? Toen ik hier tekende, had ik wel geen enkel vermoeden of info dat de club zou worden
overgenomen.’ Je bent het niet gewoon, zo weinig impact.
‘Het is in elk geval de meest onduidelijke periode die ik ooit meemaakte als coach of als speler. Maar het is nu eenmaal zo. Ik zit elke dag samen met Herman Van Holsbeeck, maar wat doe je eraan? Herman zou ook kunnen zeggen: Ik kan niets doen, en zich neerzetten, maar hij probeert er ook nog alles aan te doen. Chapeau daarvoor, zijn situatie is ook onzeker. We zitten in een soort Ronde van Frankrijk. De Tour kent twintig etappes. Wel, we hebben van vandaag tot 31 januari nog veertien etappes te rijden. Elke etappe kan er wat gebeuren en pas aan de meet, op 31 januari om middernacht, gaan we weten waar we staan. Ik denk niet dat we binnen de week duidelijkheid gaan krijgen. Maar dan zijn we alweer drie matchen verder. En daarom focus ik liever op de spelers die er zijn, zij moeten tonen wie we zijn. Tonen dat we resultaten kunnen halen met de ploeg die er is.’ ‘Dit is de meest talentvolle groep sinds jaren’, zei Van Holsbeeck bij de start van het seizoen. En nu klinkt overal: ‘Anderlecht heeft te weinig kwaliteit.’ Wat is het nu?
‘Het is niet het moment om die vraag te stellen. (blaast) Ik hoorde al excoaches zeggen dat Anderlecht dramatisch is. Nooit
gezien, zo slecht… Terwijl zij ooit zelf op hetzelfde moment veertien punten achter stonden. Nog eens kloppen op een dier dat al geschoten is, dat is gemakkelijk. Ach, de situatie is nu eenmaal wat ze is.’ Vanuit de spelers klinkt door dat de groep de afgelopen weken en door de teambuilding in La Manga hechter is geworden. Daarvoor waren er te veel eilandjes, wat zelfs gepaard ging met onderlinge irritaties.
‘Dat was inderdaad één van de werkpunten. Het is al positief dat de spelers zich daar bewust van zijn. Dat is ook de bedoeling van zo’n stage. Dat ze door een tijdje samen te zitten, dat ook oppikken. Ik hoop dat ik het ook op het veld zal zien.’ Op het trainingsveld loopt het steeds vlotter, zeggen de spelers ook.
‘Plus het engagement om te werken, hé. In volume, in tijd… We zijn op alle niveaus enorme stappen aan het zetten. Je ziet dat ze dat niet gewoon waren, maar ik merk dat ze erin meegaan. Maar weinigen moeten afhaken. We gaan ook die lijn doortrekken,
‘De nieuwe eigenaar mág niets doen, de oude kán niets doen. Ik zou me daar kwaad in kunnen maken. Maar dat verandert niets’
met diegenen die het kunnen opbrengen. Diegenen die dat niet kunnen… Sorry, maar ik wil vooruit. We zijn bezig met dit seizoen, maar we zijn ook al aan de toekomst aan het bouwen.’ Dat klinkt al bijna als een ‘overgangsjaar’. ‘Pfftt… Geef eens de definitie van een overgangsjaar.’ Dat zei voorzitter Roger Vanden Stock bij de start van het seizoen 201314. Enkele sterkhouders waren vertrokken, er moest een nieuwe ploeg worden gebouwd. Hij bedoelde daarmee: Anderlecht kan niet élk jaar kampioen worden. Dat werden ze dat seizoen trouwens nog wel.
‘Het is niet de juiste vergelijking. Anderlecht is dit seizoen begonnen als dé titelfavoriet, dan kan je halverwege niet gaan spreken over een overgangsjaar omdat er een aantal dingen niet blijken te kloppen.
Neen, dan moet je blíjven zeggen: We gaan proberen zo lang mogelijk mee te doen. En tegelijk bouwen aan de toekomst.’ Wil dat zeggen dat je jongeren als Amuzu en Lokonga de komende weken en maanden zo veel mogelijk speelkansen zult geven?
‘Niet om te kijken hoever ze staan naar volgend jaar toe. Maar als ze tonen dat ze beter zijn dan de anderen, zullen ze gewoon spelen. We mogen de verwachtingen niet te hoog leggen, maar of ze nu 16 jaar zijn of 36, de besten spelen.’ Met Stanciu, Beric en Harbaoui zijn er al drie spelers weg, en enkel Saief kwam erbij. Je kern wordt steeds krapper.
‘Najar, Kara, Sowah, Obradovic en Onyekuru geblesseerd, Chipciu die vannamiddag een scan moet laten nemen van zijn knie… We zitten krap, ja. Maar er zijn ook jongeren bijgekomen. We gaan voortdoen met de mannen die er zijn.’ Op Onyekuru reken je niet meer?
‘Volgens mijn medische staf en alle topprofessoren in België bij wie we hebben geinformeerd, is een operatie onafwendbaar. Anders laten genezen is een enorm risico op een nog zwaardere blessure achteraf. Dat willen we de eigenaar niet aandoen. Maar als Everton zélf beslist, dan is het hun verantwoordelijkheid.’ Je zag dinsdag Club niet, maar zondag hou je toch AntwerpClub in het oog, hé? ‘Waarom zou ik Club Brugge in het oog moeten houden?’ Omdat Club toch eens punten moet gaan verliezen, wil Anderlecht nog enige kans maken.
‘Ik ben niet bezig met Club Brugge. Ik ben niet bezig met de eerste plaats. Ik ben alleen bezig met mijn ploeg. Als we vanaf nu veel punten kunnen pakken, zien we wel hoever we achterstaan tegen Playoff 1. Dan kunnen we misschien nog zeggen: Oké, het is nog mogelijk.’