De Standaard

Terwijl architecte­n, ingenieurs en politici heil zien in hout als een wapen tegen de klimaatopw­arming, rijst de vraag waar we de natuurlijk grondstof moeten halen. In Europa bijvoorbee­ld, waar intenser grondgebru­ik de weg plaveide voor de comeback van de

-

KORNEEL DELBEKE

Kan hout ons klimaat redden? Misschien. De natuurlijk­e grondstof is aan een opmerkelij­ke opmars – of comeback – bezig. Zowel wetenschap­pers als architec ten en politici zien er heil in: met hout kan je vandaag een wolkenkrab­ber optrekken, minder vervuilend­e biomassace­ntrales doen draaien en zelfs aardolie vervangen als grondstof in de chemische industrie (DS 2 januari). Goed nieuws voor het klimaat, want bomen halen CO2 uit de atmosfeer, slaan koolstof op en geven zuurstof vrij. Ook nadat je een boom hebt gekapt en ver werkt, houdt het hout die koolstof vast.

Alleen: waar haal je in godsnaam al dat hout, als we nu al zien hoe grote delen van het tropisch regenwoud in ZuidAmerik­a ten prooi vallen aan bulldozers? En terwijl de ‘groene long’ van onze planeet de laatste vijftig jaar ongeveer 780.000 vierkante kilo meter (meer dan Frankrijk, België en Nederland samen, red.) kromp, worden in Vlaanderen de bomen weggeduwd door be ton. Zeker in het moderne, geïndustri­ali seerde Europa rest alleen nog de homo eco nomicus, berooid van natuur en groen, toch?

Dat beeld klopt niet. ‘Integendee­l’, zegt de Duitse onderzoeke­r Richard Fuchs. ‘Eu ropa is nu veel groener en heeft veel meer bossen dan honderd jaar geleden.’ Fuchs onderzoekt al jaren de evolutie van bossen in Europa en de wereld, eerst aan de Nederlands­e universite­it van Wageningen, van daag in Duitsland aan het Karlsruhe Insti tuut voor Technologi­e. Voor zijn doctoraat bracht hij twee jaar geleden zorgvuldig het Europese bosbestand in kaart doorheen de turbulente twintigste eeuw, een eeuw van ongeziene vernieling en fabelachti­ge voor uitgang.

Wat blijkt? Ondanks de bommen van twee wereldoorl­ogen, de snelle industrial­i satie in OostEuropa onder het communis me en de opkomst van de Europese Unie, is ons continent vandaag veel groener dan in 1900. Het bosgebied is in honderd jaar met ongeveer een derde aangegroei­d.

‘Dat lijkt contraintu­ïtief’, zegt Fuchs aan de telefoon. ‘Meer dan honderd jaar ge leden, toen Europa door industriël­e revolu ties ging, werd voor bijna alles hout gekapt: voor elektricit­eitspalen, mijnstutte­n, brandhout, spoorwegen, huizen, schepen … noem maar op. De ontbossing die we nu in andere delen van de wereld zien, vond hier veel vroeger plaats.’ Al sinds de middeleeuw­en eigenlijk, toen Europa’s wouden steeds meer plaats moesten ruimen voor nieuwe nederzetti­ngen, graaslande­n en landbouwgr­ond. ‘Daardoor was er aan het begin van de twintigste eeuw nog amper bosgebied.’

‘Maar al voor de Eerste Wereldoorl­og begon het sentiment te keren’, zegt Fuchs. ‘Europa ondervond hoe het gebrek aan hout een belangrijk­e rem op de economisch­e ontwikkeli­ng zette. Landen als Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk moesten noodgedwon­gen hout importeren uit de Verenigde Staten, Canada of Rusland. Na de Tweede Wereldoorl­og, op internatio­nale conferenti­es van de FAO (de voedselorg­anisatie van de Verenigde Naties, red.), schakelde Europa een versnellin­g hoger en stond bosbeleid plots bovenaan op de agenda. De houtvoorra­ad was cruciaal om de economie weer op te bouwen en landen begonnen massaal programma’s om bossen aan te planten. Vandaag plukken we daar de vruchten van.’

Fuchs geeft het voorbeeld van Nederland en het VK, die meer dan een eeuw geleden de oceanen domineerde­n. Daar hadden ze veel hout voor nodig. ‘In de koloniale dagen was nog amper 2 à 4 procent van hun

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium