Krijgen vrijwilligers straks agenten over de vloer op zoek naar illegale migranten?
De Kamer bespreekt vandaag een wetsontwerp dat het mogelijk moet maken om mensen zonder papieren ook in de woning ‘van een derde’ op te pakken. ‘Dit is duidelijk bedoeld om de burger bang te maken.’
BRUSSEL I De Kamercommissie Binnenlandse Zaken bespreekt vandaag een wetsontwerp van de regering dat ‘woonstbetredingen’ bij sanspapiers moet regelen. Momenteel is er veel onduidelijkheid over wat al dan niet mag – soms gebruikt de politie smoesjes om binnen te raken – waardoor rechters af en toe beslissen om illegale migranten die thuis zijn opgepakt en bij de Dienst Vreemdelingenzaken opgesloten, weer vrij te laten.
Op vraag van zijn administratie liet staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken (NVA), daarom onderzoeken of de politie zonder toestemming van een rechter een woning mag betreden om sanspapiers op te pakken. Dat bleek al snel juridisch onmogelijk. Wanneer sanspapiers de politie niet vrijwillig binnenlaten, zal de politie nog altijd een bevel van een onderzoeksrechter nodig hebben. ‘Maar de onderzoeksrechter wordt geïnstrumentaliseerd’, protesteert Alexis Deswaef, advocaat en voorzitter van de Franstalige Liga van de Mensenrechten (LDH). ‘Als een migrant een bevel genegeerd heeft om het grondgebied te verlaten en niet meewerkt, wat dat ook mag betekenen, zal de onderzoeksrechter een huiszoekingsbevel moeten afleveren. De wetgever wil de strafprocedure gebruiken om een administratief probleem, een stempel op een papier, op te lossen. Dat maakt deze wet disproportioneel.’ Dat vinden de onderzoeksrechters ook zelf. (zie inzet)
Geviseerd
Opmerkelijk is dat de politie de mensen zonder papieren niet alleen in hun eigen woning, maar ook in de woning ‘van een derde’ zal kunnen oppakken. Net die passage maakt de vele vrijwilligers van het ‘Burgerplatform Voor Overnachtingen’ bezorgd. Elke nacht leggen zij de honderden transitmigranten die in het Brusselse Maximiliaanparkrondhangen bij hen thuis te slapen (DS 20 januari). Zij vrezen dat de politie voortaan ook bij hen zal aanbellen, en dat zij door hun solidariteit hun gasten in gevaar zullen brengen.
Hoewel de vrijwilligers door de wet zelf geen straf te vrezen hebben, voelen ze zich wel geviseerd. ‘Het is duidelijk de bedoeling om hen te intimideren’, zegt Deswaef. ‘Maar solidariteit is geen misdrijf. Zeker na zondagavond laten ze zich niet meer bang maken.’
Zondagavond vormden de vrijwilligers met 2 à 3.000 een ketting tussen het Maximiliaanpark en het Noordstation om te protesteren tegen het migratiebeleid, maar ook om een razzia van de federale politie te verhinderen. Het burgerplatform was over die actie ‘van hogerhand’ getipt. Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon (NVA) toonde zich bijzonder ongelukkig over het lek – er loopt een intern onderzoek – maar ook over de burgerboycot.
Tweede Calais
‘Iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting’, zegt Jambons woordvoerder, Olivier Van Raemdonck. ‘Maar als je maakt dat de politie haar werk niet naar behoren kan doen, vrees ik dat je – misschien ongewild en onbedoeld – hand en spandiensten verricht voor mensensmokkelaars. Zij zullen zich zondagavond in hun handen hebben gewreven. Wij vrezen dat dit alleen een nog groter aanzuigeffect zal creëren.’
‘Burgers denken misschien dat zij de migranten een plezier doen door hen op te vangen, maar zo krijgen zij alleen valse hoop. Wij passen de wet toe en kunnen illegaliteit niet gedogen. De politie zal dan ook acties blijven voeren.’
Deswaef: ‘Dan wordt het hard tegen hard, vrees ik. De actie van zondag was niet eenmalig. Het was een sterk signaal dat het beleid anders moet. Het is niet door de regering dat hier geen “tweede Calais” ontstaat, maar door de solidariteit van zo veel burgers. De harde aanpak van Jambon en Francken dient tot niets. Premier Michel moet hier lessen uit te trekken en het migratiebeleid naar zich toetrekken.’
‘Burgers denken misschien dat zij de migranten een plezier doen door hen op te vangen, maar zo krijgen zij alleen valse hoop’ WOORDVOERDER MINISTER JAN JAMBON