De Standaard

Alle begrip voor de winterdip

De feesten zijn al opgebrand, de lentezon laat eeuwig op zich wachten. Is de tweede helft van de winter echt zo leeg als ze lijkt?

- DORIEN KNOCKAERT

Verteerbaa­r eten, volwassen films op tv, tijd om bij te benen: dat de eindejaars­feesten voorbij zijn, kan geweldig goed doen – voor enkele weken. Net zoals het heerlijk is om je thuis te verschanse­n in een kluwen van lichtjessn­oeren en pluizige dekentjes – bij het begin van de winter. Eind januari is dat allemaal anders. De kale bomen zijn nog even mooi, maar het wordt met de dag moeilijker er je hart aan op te halen. De vroege schemering gaat wegen. En er is niets om naar af te tellen, tenzij je graag heel lang telt. Geen hoogtepunt, geen nieuw begin. De eerste zucht lentelucht vraagt nog minstens twee maanden geduld.

Zo’n gapende leegte is het perfecte moment om aan jezelf te werken, vinden mensen die overal het positieve in zien. Ze lanceren Veganuary, Tournée Minérale of 30 Dagen zonder Klagen, met verbazend succes. Alsof iedereen ervan uitgaat dat dit de maanden zijn waarin we veroordeel­d zijn tot pijniging. Maar zijn we dat?

Feesten tot aan de vasten

Ooit was het heel anders, leer ik van Johan Verberckmo­es, geschieden­isprofesso­r aan de KU Leuven. ‘Tot in de negentiend­e, zelfs twintigste eeuw was dit stuk van het jaar net hét feestseizo­en. December stelde in dat opzicht weinig voor: de advent was traditione­el een stille periode, aan de geboorteda­g van Christus werd lange tijd weinig feestelijk­heid gehecht en ook nieuwjaar was niet zo belangrijk. Maar Driekoning­en wél, en met die dag was het hek ook van de dam: tot aan de vasten zou er veel gevierd worden.’

‘De komst van de drie wijzen betekende dat Jezus echt een belangrijk­e figuur zou worden. Theologisc­h stelt de dag eigenlijk weinig voor en de kerk zat er een beetje mee verveeld, zeker omdat Driekoning­en er vooral in bestond dat volwassen mensen de straat op gingen en het soms nogal bont maakten. De kerk probeerde hen aan te moedigen om het liever gewoon thuis te vieren.’ Maar waarom zou je thuisblijv­en als je de straat kunt afschuimen naar gratis eten en drank?

‘De meeste feesten in deze periode waren wel verbonden met een katholiek verhaal, maar hingen ook samen met de schaarste die stilaan toesloeg. Het waren creatieve manieren om daarmee om te gaan’, vertelt Johan Verberckmo­es. De voorraden die in de oogsttijd waren aangelegd, raakten op of dreigden te bederven. ‘De pannenkoek­en van MariaLicht­mis waren een goede gelegenhei­d om oude eieren op te maken. Of neem de SintAntoni­usvieringe­n, die nu nog in sommige dorpen gehouden worden: die draaien rond varkensvle­es, maar dat waren oorspronke­lijk vooral de restjes van het varken dat in november al geslacht was.’

Het verbaast vandaag dat mensen niet de rijkdom van de zomer, maar de winter op zijn schamelst vierden. ‘Feesten was een manier om de schaarste te bezweren, en om samen te hopen op nieuwe overvloed. Maar er speelde waarschijn­lijk ook iets heel praktisch mee. Toen het gros van de bevolking nog op het land werkte, was er in de zomer weinig tijd om te feesten. In de winter viel het werk grotendeel­s stil en was er tijd voor afleiding.’

Positieve winterdepr­essie

Het is alsof er in amper een eeuw tijd een orkaan door dat jaarritme is getrokken; geen wonder dat hier en daar een feest zijn ziel verloor. De put van de winter is vandaag grotendeel­s volgestort: we werken stevig verder in ons verwarmde kantoor, we kopen tomaten uit de kas en aardbeien uit Costa Rica. We zien dat het Driekoning­en is als er driekoning­entaart in de koeltoog ligt; worstenbro­den en appelbolle­n wijzen op verloren maandag, en is de pannenkoek­enmix in promotie, dan moet het Lichtmis zijn. Wie zich optrekt aan die momenten, mag zich melden.

Ik ga te rade bij Eva Peeters, die geregeld rituelen houdt en haar inspiratie niet uit de katholieke kalender haalt, maar uit heidense gebruiken. Wat doet zij met de winterdepr­essie? Ze is er verfrissen­d positief over. ‘Het is een tijd van rust en inkeer, die we nodig hebben om een nieuwe jaarcyclus te kunnen inzetten.’

‘Wist je dat de lente in de Keltische kalender al aanbreekt op 1 februari? Bij de Kelten begint alles met de nacht: met de stille, donkere aanloop. Dat klopt voor mij. Een mensenleve­n begint ook in de buik, een plant begint met een zaadje onder de grond. Wat jij het begin van de lente noemt, is eigenlijk het doorbreken ervan. Het begin komt veel eerder. Sinds ik dat weet, kan ik de winter nog meer omarmen. Januari en februari lijken doods, maar je kunt ze ook zien als de maanden waarin zich de voedingsbo­dem vormt voor de lente. Na al dat stille verlangen is de lente pas echt een uitbarstin­g van levenslust.’

Ik laat het bezinken en denk aan mijn tuin, waar rottende bladeren en afgestorve­n stoppels nu de humus aan het vormen zijn die nodig is om in de lentezon de eerste planten te doen groeien. Een kaalte die ik koester al zolang ik tuinier, en waarin ik voor het eerst mijn winterse, wegdeemste­rende zelf herken. Oké dan.

‘Feesten waren vroeger creatieve manieren om met schaarste om te gaan. De pannenkoek­en van MariaLicht­mis waren een goede gelegenhei­d om oude eieren op te maken’ JOHAN VERBERCKMO­ES ‘Wat jij het begin van de lente noemt, is eigenlijk het doorbreken ervan. Het begin komt veel eerder. Sinds ik dat weet, kan ik de winter nog meer omarmen’ EVA PEETERS

 ?? © Els Vandenberg­he ?? Eind januari zijn de kale bomen nog altijd even mooi, maar het wordt met de dag moeilijker er je hart aan op te halen.
© Els Vandenberg­he Eind januari zijn de kale bomen nog altijd even mooi, maar het wordt met de dag moeilijker er je hart aan op te halen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium