De moderne slaaf: nooit eerder zo talrijk, nooit eerder zo goedkoop
Toen CNN vorig jaar verslag uitbracht van de slavenmarkten in Libië (DS 24 november), was de wereld geschokt. Slavenhandel, dat was toch iets uit een ver verleden? Hadden we slavernij en dwangarbeid niet achter ons gelaten dankzij de vooruitgang?
De vooruitgang liet ons blijkbaar wat in de steek. Zelfs op het hoogtepunt van de slavenhandel tussen Afrika en Amerika waren er niet zoveel slaven als nu. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) schat dat 40 miljoen mensen in slavernij leven. ‘Er zijn verschillende vormen’, zegt William Lacy Swing van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). ‘Dwangarbeid, schuldslavernij, gedwongen bedelarij, gedwongen prostitutie, kinderarbeid, gedwongen huwelijken, kindsoldaten ...’ Een kwart van de moderne slaven zijn kinderen en een derde zijn sekswerkers.
Volgens Kevin Bales, die aan de universiteit van Nottingham een leerstoel ‘moderne slavernij’ heeft, was een slaaf nooit goedkoper dan vandaag. Kostte die in 1809 – omgerekend – 32.000 euro, dan had je er in 2009 al een voor ongeveer 72 euro. Die prijsdaling komt vooral door de bevolkingsgroei en de economische onzekerheid in veel ontwikkelingslanden.
Moderne kindslaven telen cacao in Ivoorkust. Dwangarbeiders vangen vis aan de Thaise kusten voor de wereldwijde visverwerkingsindustrie, of maken honderd tot honderdvijftig Tshirts per uur voor H&M in Bangalore. Ze helpen uw pensioenfonds spijzen, stelt Bales in zijn boek ‘Disposable people: new slavery in the global economy’.
Op Davos, het overlegforum voor de politieke en economische leiders van de wereld, kon men niet om die con fronterende boodschap heen. De Amerikaanse Republikeinse senator Bob Corker stelde er het Global Fund to End Modern Slavery voor. Dat nieuwe internationale fonds, gemodelleerd naar een gelijkaardig initiatief dat succesvol hiv bestreed, wil 1,5 miljard dollar (1,2 miljard euro, red.) inzamelen. De VS en GrootBrittannië gaven elk al 25 miljoen dollar en de VS beloofden die bijdrage te vertienvoudigen. Corker hoopt verder op 500 miljoen van andere landen en 750 miljoen van de privésector.
Het geld moet dienen voor corruptiebestrijding en de training van politie en gerecht. Want aan de juiste wetgeving ontbreekt het volgens Corker niet. ‘In alle landen ter wereld, zonder uitzondering, is slavernij illegaal. Het probleem is dat die wetten niet worden toegepast.’
Applausje voor Davos? Volgens rechtenprofessor Janie Chang is de strijd tegen ‘moderne slavernij’ de laatste jaren steeds populairder geworden onder miljonairsweldoeners, zoals Corker. ‘Ultrarijken gebruiken hun kennis uit het zakenleven om sociale problemen zo snel mogelijk op te lossen, met snel te meten resultaten. Ze bepalen daarbij vaak hoe de schaarse middelen besteed worden’, schreef ze in 2015.
Chang heeft bedenkingen bij die aanpak. ‘Denken over moderne slavernij vertrekt vandaag vaak vanuit een oppervlakkig schema over “slechte” individuen (de slavenhandelaars) en “goede” slachtoffers. Daarom wordt vaak gepleit voor hardere bestraffing en reddingsoperaties, maar kijkt men niet naar structurele economische factoren.’
Het voorbeeld van de vissers in Thailand toont dat slavernij meer is dan een dader die een naïef slachtoffer dwingt. Volgens onderzoek van Human Rights Watch migreren de armsten uit Myanmar vaak vrijwillig naar Thaise havens, met de hulp van mensen uit hun eigen netwerk – soms zelf exdwangarbeiders die zich konden ‘verbeteren’.
In Davos werd het goede voorbeeld uit de Filipijnen genoemd, waar Project Lantern door strengere politiecontroles het aantal minderjarige seksslavinnen in Cebu met 79 procent kon verminderen. Maar wat gebeurt er daarna, als de meisjes meerderjarig zijn of niet meer in die industrie werken? In 2016 maakte CNN nog nieuws met een reportage over de Cambodjaanse moeders die hun dochters verkochten als seksslaaf. ‘Wij verdienden niet genoeg met visverkoop en mijn man ging een lening aan. Ik weet dat mijn dochter triest is, maar ik had geen keus’, vertelde een moeder in tranen.
‘Simpele vervolging en reddingsoperaties zijn vaak zelfs contraproductief op lange termijn’, zegt ook dr. Neil Howard (Universiteit Antwerpen). ‘Soms zien we dat geredde seksslavinnen in opvanghuizen het niet beter krijgen, want ze hebben nog steeds geen eigen middelen en blijven maatschappelijk geïsoleerd. Slaven zijn mensen die zich vaak vrijwillig schikken in bijzonder slechte arbeidssituaties, omdat ze geen betere keuze krijgen. Met hardere bestraffing ga je misschien iets meer individuen kunnen oppakken, maar je zult er nooit de slavernij mee uitroeien.’
Voor Howard houden zulke inspan ningen te weinig rekening met de leefwereld van de mensen in de slavernij. ‘Ik zou de leiders in Davos evengoed kunnen vragen waarom ze de wetten over bedrijfsbelastingen niet beter doen naleven. Met meer geld voor sociale voorzieningen kun je veel effectiever vechten tegen slavernij.’
Hij verwacht meer heil van wereldwijde, toegankelijke gezondheidszorg. ‘Nu kun je in ontwikkelingslanden ziek worden, een lening moeten aangaan om te overleven en voor je het weet, zit je kniediep in de schuldslavernij. Geef kwetsbare bevolkingsgroepen gezondheidszorg, onderwijs en een stabiel inkomen.’
Is het niet utopisch om daarop te wachten? ‘Er zijn andere praktische initiatieven die de bedrijven zouden kunnen nemen’, zegt Howard strijdlustig. ‘De grondoorzaak van slavernij is de manier waarop onze wereldwijde productieketens vandaag werken.’
Hij somt op: ‘Bedrijven zouden hun orders minder last minute kunnen veranderen, zodat de werkdruk niet zo hoog is. Ze zouden sterke vakbonden