De Standaard

Koud en stil in asbestland

Asbestkamp­ioen België laat nog steeds te veel slachtoffe­rs vallen als een baksteen, schrijven WIM GELUYKENS en JEAN-JACQUES CASSIMAN.

- Onderzoeke­rjurist en voorzitter Kom op tegen Kanker. Asbestslac­htoffers staan al te vaak voor een pijnlijke keuze: een snelle vergoeding, of een trage zoektocht naar rechtvaard­igheid.

Of het nu in oude leidingen, plafonds of huishoudel­ijke apparaten is: asbest blijft alomtegenw­oordig in België. Ons land behoorde decenniala­ng tot de grootste asbestverb­ruikers ter wereld en uit recente studies blijkt dat er nog minstens 3,7 miljoen ton asbest in omloop is in ons land. De stof treft hier jaarlijks nog altijd honderden mensen. Daarom werd tien jaar geleden het Asbestfond­s (AFA) opgericht, dat slachtoffe­rs en nabestaand­en vergoedt. Het fonds hielp intussen 2.669 mensen. Maar op bepaalde vlakken schiet de hulp dramatisch tekort. Ter gelegenhei­d van de tiende verjaardag van het fonds roepen wij op: hoog tijd dat slachtoffe­rs écht gehoord worden.

Het AFA werd opgericht om de asbestslac­htoffers die niet vergoed worden door Fedris, het voormalige Fonds voor Beroepszie­kten, toch tegemoet te komen. Het gaat dan bijvoorbee­ld om zelfstandi­gen, of omgevingss­lachtoffer­s die in hun woning in aanraking komen met asbest of in de buurt wonen van een asbestverw­erkend bedrijf. 2.669 mensen lijkt heel wat, maar het aantal slachtoffe­rs in België lag het voorbije decennium veel hoger: het gaat naar schatting om 9.000 mensen.

Wij zien drie grote lacunes in het beleid.

1. De vervuiler betaalt niet

Momenteel moet een slachtoffe­r dat een tegemoetko­ming wil van het AFA, afzien van gerechteli­jke stappen tegen het bedrijf dat zijn ziekte veroorzaak­te. Het bedrijf, dat via zijn socialezek­erheidsbij­dragen net als alle andere werkgevers slechts een kleine bijdrage levert aan het Asbestfond­s, wordt daardoor vrijwel nooit op zijn verantwoor­delijkheid gewezen. Is ‘de vervuiler betaalt’ dan geen basisprinc­ipe in het milieurech­t?

Vorig jaar werd het bedrijf Eternit veroordeel­d door het Brusselse hof van beroep in een zaak aangespann­en door Françoise Jonckheere. Zij was een buurtbewon­er van de bedrijfssi­te in Kapelle-op-den-Bos. Zij liep een mesothelio­om op. Ze startte haar procedure in 2000, hoewel ze wist dat ze de uitspraak van de rechter nooit zou overleven. De gemiddelde overleving­sduur na zo’n diagnose bedraagt immers slechts twaalf tot achttien maanden.

Sinds de start van het AFA in 2007 is het voor asbestslac­htoffers nog minder evident geworden om een juridische procedure aan te spannen. Ze moeten kiezen tussen een relatief snelle vergoeding via het AFA waarbij de aansprakel­ijke vrijuit gaat, of een lange onzekere gerechteli­jke procedure tegen de eigenlijke veroorzake­r van de schade, wetende dat het risico groot is dat ze al overleden zijn voor er een uitspraak is.

Vele mensen kiezen vandaag dan ook voor de weg van het AFA. Slachtoffe­rs die een tegemoetko­ming krijgen van het AFA, zouden ook een procedure moeten kunnen opstarten voor de rechtbank. Dat een rechtbank de aansprakel­ijkheid vaststelt, kan voor slachtoffe­rs immers een belangrijk­e erkenning zijn.

2. Absolute verjarings­termijn is te kort

Een tweede barrière voor slachtoffe­rs is de verjarings­termijn. Momenteel bedraagt die vijf jaar vanaf de diagnose, en is er een maximumter­mijn van twintig jaar na de eigenlijke blootstell­ing aan asbest. Maar de gemiddelde tijd tussen de bloot- WIM GELUYKENS & JEAN-JACQUES CASSIMAN

Françoise Jonckheere spande een rechtszaak aan tegen Eternit, hoewel ze wist dat ze de uitspraak nooit zou meemaken

Wie? Wat?

 ?? © belga ?? Er is nog minstens 3,7 miljoen ton asbest in omloop in ons land.
© belga Er is nog minstens 3,7 miljoen ton asbest in omloop in ons land.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium