Een veldje voor het bloeden
Molenbeek krijgt, net als Mechelen, een Cruijff Court, een voetbalpleintje dat de lokale jeugd voor radicalisering moet behoeden (DS 2 februari). Utopisch is het niet, via sport en spel zulke belangrijke doelstellingen nastreven. Integendeel, talrijke internationale organisaties, zoals de VN en Unicef, benadrukken de rol van sport in het bevorderen van vrede, verstandhouding en communicatie.
In de sport en bij het sporten ontmoeten mensen van alle ras, rang of stand elkaar, als actieve deelnemers, bestuursleden, trainers, scheidsrechters of supporters. Sport begeestert mensen, over religieuze, culturele en nationale grenzen heen blijven ze elkaar ontmoeten, zelfs als er ernstige spanningen tussen hun landen of gemeenschappen bestaan. Kijk maar naar Noord- en ZuidKorea, die bereid zijn om samen te werken op de Winterspelen.
Maar er is een maar. Jongeren met een migratieachtergrond vinden vandaag moeilijk de weg naar sport, spel en recreatie. Het is maar de vraag of we hen met een sportpleintje kunnen behoeden voor radicalisering. Het Cruijff Court in Molenbeek valt natuurlijk toe te juichen, maar is ook een doekje voor het bloeden. Eén veldje zal het nijpende gebrek aan sport en recreatievoorzieningen in sommige wijken niet oplossen.
Dure outfits
En dat is niet het enige probleem. We moeten erkennen dat het bestaande en nochtans uitgebreide Vlaamse netwerk van sportorganisaties gesloten is, weinig gericht op het multiculturele én ook vaak te duur (outfit, lidgeld) is. Soms stelt zich zelfs het probleem van de kledij die niet aangepast is aan religieuze voorschriften, of speelt de perceptie dat sporten een luxebezigheid is.
Sport biedt grote mogelijkheden: ze kan tolerantie en samenwerking stimuleren en sociale vaardigheden ontwikkelen. Maar sport kan ook aanzetten tot agressie en polarisering. Hoe duidelijk de maatschappelijke voordelen van de sport ook zijn, ze hangen sterk samen met het management rond de sport en de infrastructuur.
Ik ondervond uit eigen onderzoek dat voorafgaande reflectie, een goede planning en een aangepaste opleiding voor begeleiders en trainers een vereiste is. Ook is het belangrijk om de sociale context van een wijk in kaart te brengen, vooraleer een initiatief definitief vorm kan krijgen en een kans op succes heeft.