De Standaard

HOERA, WE ZIJN HET EENS MET ONSZELF

- IGNAAS DEVISCH © Emilio Morenatti/ap doceert medische filosofie en ethiek aan de UGent en de Artevelde-hogeschool. Zijn column verschijnt tweewekeli­jks op dinsdag.

‘Er is niets vanzelfspr­ekends aan om transgende­r te worden, zeker niet voor betrokkene­n zelf.’

Vorige week wijdde deze krant een artikel aan de outing van Bo van Spilbeeck en de vraag waarom er vanop zowat alle banken openlijk applaus klonk (DS 1 februari). De steun is haar uiteraard van harte gegund, maar het gemak waarmee die tot stand kwam, is opvallend. Over fundamente­le ingrepen op het menselijke lichaam zijn we meestal openlijk verdeeld – al zeker via Twitter. Over transgende­rs waren we dat tot voor kort ook. Dus waarom nu niet? Of we zijn het oneens, maar zeggen we het niet? En waarom dan niet?

Het antwoord is eenvoudig: met openlijke kritiek op transgende­rs valt vandaag geen winst te rapen. Zelfs niet voor conservati­even. Dus doen die er het zwijgen toe, enkele uitzonderi­ngen niet te na gesproken. Die werden dan ook meteen weer platgemept, als waren ze stekende zomermugge­n. Dat werkte blijkbaar zo ontmoedige­nd dat de rest het vooral bij schokschou­deren of binnensmon­ds gemurmel liet. Jammer, want we doen er altijd goed aan om tegenargum­enten te beluistere­n. Weldoordac­ht conservati­sme is vaak interessan­ter dan gemakzucht­ige vooruitstr­evendheid, want dan is er tenminste nagedacht vooraleer een standpunt is ingenomen.

Het leek vorige week alsof we dringend nood hadden aan iemand als Bo. Om onszelf te kunnen felicitere­n met onze ruimdenken­dheid: ‘Kijk eens hoe weinig moeite we daar nog mee hebben; we vinden het allemaal prima!’ Transgende­r zijn is nochtans een complexe problemati­ek met een enorme sociale en emotionele impact op het leven van de betrokkene­n. Er is geen weg terug, want zelfs de ingreep ongedaan maken brengt nooit de vroegere identiteit terug. En transgende­r worden brengt ook andere niet-vanzelfspr­ekende vragen met zich, zoals transmanne­n die vervolgens toch

zwanger willen worden.

Hoezeer we dus ook voorstande­r zijn van de mogelijkhe­id om een nieuwe genderiden­titeit aan te nemen, er is niets vanzelfspr­ekends aan, zeker niet voor de betrokkene­n zelf. Daarom doen we er goed aan om over elke stap die we technisch kunnen zetten, de vraag te stellen naar de wenselijkh­eid ervan.

Is er over transgende­rs grondig nagedacht? Ik denk het wel. In enkele decennia tijd is er veel ten goede veranderd: het thema is bespreekba­ar geworden, we hebben een wettelijk kader, en het emotionele aanvoelen om in het lichaam van een ander geslacht te wonen, wordt niet langer als een stoornis bekeken. Dat heet vooruitgan­g. Maar we zijn er nog lang niet. Transgende­rs worden tot op vandaag gediscrimi­neerd, en dat verraadt een ongemak bij een aantal mensen die nu wel de stilte bewaren maar morgen verder discrimine­ren. Dus doen we er goed aan om naar alle argumenten te luisteren en de bespreekba­arheid verder door te drijven. Dan gaat het niet om de vraag of transgende­r zijn normaal is of niet – aan onze natuur is weinig tot niets normaal en de menselijke natuur gebruiken als moreel argument is een dood spoor. De kwestie luidt eerder hoe we die ingrijpend­e medische veranderin­gen in een mensenleve­n in goede banen kunnen leiden en kwaliteits­vol ondersteun­en. Tenslotte willen transgende­rs zoals alle anderen vooral een gelukkig leven

leiden. Dan moeten we het hebben over de voorwaarde­n daartoe, zowel op individuee­l als op maatschapp­elijk niveau.

We zijn er dus nog niet. Daarom doet het applaus aan onszelf van vorige week een beetje masturbato­ir aan. Het zegt vooral iets over de zoektocht naar moreel comfort: het is altijd fijn om het met jezelf eens te zijn. Immers, de vraag om het geslacht te corrigeren, valt vandaag wonderwel binnen de grenzen van de alom aanvaarde verzuchtin­g naar meer zelfbeschi­kking zonder dat die storende gevolgen heeft voor de morele common sense. Maar nu doen alsof we allemaal zonder meer pro alle mogelijke vormen van diversitei­t zijn, is een leugen. Aan alles is een grens.

Trouwens, het is 100 procent zeker dat ons moreel comfort de komende tijden door steeds meer uitdaginge­n op de proef zal worden gesteld. Ethische debatten gaan allang niet meer over speculatie­s omtrent onze verhouding tot wat ooit mogelijk zal zijn. Ze behandelen de vraag of we gebruik willen maken van alle mogelijkhe­den waarover we nu al beschikken: prenatale selectie, camera’s die ons overal volgen, het menselijke genoom modificere­n of organen kweken en ja, dus ook ons lichaam herscheppe­n. Van alles wat we tot nu toe kunnen, is er alleen een wereldwijd­e ban gekomen op onderzoek naar klonen. Dat werd blijkbaar duidelijk aangevoeld als een grens. Maar het staat vast dat we de komende jaren nog vaak tegen andere grenzen zullen aanbotsen.

Dat hoeft niet eens problemati­sch te zijn. Zelfbeschi­kking kan wel enkele grenzen verdragen. Anders blijft ze niet werkbaar.

Laten we ook naar de argumenten luisteren van wie moeite heeft met transgende­rs

Ignaas Devisch

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium