Presidentieel portret
G ewezen Amerikaanse presidenten schrijven hun memoires, laten een archief bouwen en richten een stichting voor een goed doel op. Ze bestellen ook allemaal een portret, dat dan in de National Portrait Gallery in Washington belandt.
Dat van de Obama’s is net klaar voor de vijftigste verjaardag van de instelling.
Het zijn opvallende werken, licht modern van snit. De eerste presidentiële portretten ook van AfroAmerikaanse kunstenaars. Kehinde Wiley plaatst Obama met fotorealistische precisie tegen een weelderiggroene achtergrond, met bloemen die een symbolische betekenis meekrijgen. Zoals de Afrikaanse lelies voor Kenia, waar Obama’s vader vandaan kwam, en jasmijn voor zijn geboorteplaats Hawaï. Michelle Obama liet zich afbeelden door
Amy Sherald, die meer abstraheert. Een showjurk vult een groot deel van het doek met elegant spektakel.
Wijken de portretten af van een traditie? In zekere zin wel.
George W. Bush, die
9/11 meemaakte en ten oorlog trok tegen Irak en Afghanistan, kijk ons breed lachend en in een relaxte houding aan. Alsof hij alle rampspoed wegwuift. Obama neemt plaats als een moderne denker, met een ernstige frons. Zich bewust van de ernst van zijn presidentschap. The New York Times merkte al fijntjes op dat hij niet als ‘Mr. Nice Guy’ herinnerd wil worden.
IJdelheid speelt mee bij staatsieportretten. In zijn binnenkort te verschijnen boek Radeloos geluk herinnert Jan Vanriet zich hoe Andries Kinsbergen hem een portretopdracht gaf. Hij beeldde de gouverneur af als een moderne manager. Maar het was Kinsbergens echtgenote die onthutst opmerkte dat de vouw in zijn pantalon ontbrak.
Door welke kunstenaar Donald Trump zich laat vereeuwigen: we hebben er het raden naar. Maar zijn presidentschap riep wel al de eerste Art Action Day in het leven. Furieus kunstprotest hebben we dus al.
Obama neemt plaats als een moderne denker, met een ernstige frons