Spin heeft het meeste spin
Geen dier kan sneller ronddraaien op zijn poten dan een spin. Of juister, een spin van de familie Selenopidae. Die zijn ook gekend als platspinnen: hun lichaam heeft meer van een schijf dan van een bolletje.
Naar welke kant de spin ook kijkt, ze kan zich in een achtste van een seconde naar haar prooi draaien, ook al moet ze daarvoor bijna een volledige cirkel beschrijven.
De platspinnen staan ook nog eens bekend als uiterst snelle lopers. Toch gebruiken ze die snelheid niet om achter prooi aan te jagen. Ze blijven rustig zitten tot de prooi binnen bereik is, en slaan dan bliksemsnel toe.
Het gaat er zo snel aan toe dat Sarah Crews en Yu Zeng aan de Universiteit van
Californië een hogesnelheidscamera moesten inzetten en het beeld veertig maal vertragen, eer ze het konden analyseren. Ze hopen er lering uit te trekken om robots beweeglijker te kunnen maken.
De poten van platspinnen staan horizontaal naar buiten, zoals bij krabben. De poot het dichtst bij de prooi blijft staan en dient als draaispil. De spin trekt er zich ook mee naar het slachtoffer (in dit geval een krekel). De poten aan de overkant duwen. De andere poten trekt de spin in, zoals een schaatser de armen intrekt om een pirouette te maken.
Dat levert een ‘spinsnelheid’ van 3.000 graden per seconde, schrijven de onderzoekers in het Journal of Experimental Biology.