Vieren of vasten
Zo, carnaval hebben we ook weer gehad, al is de rust nog niet overal teruggekeerd. Dat is een feest van boude uitbundigheid en publiek vertoon van spot en rebellie, en het kondigt in de katholieke traditie zijn omgekeerde aan: de vasten. Die begint morgen, op Aswoensdag. En door een ongelukkig toeval valt die dag samen met een andere traditie, die daar volkomen dwars op staat.
Als opening van de vasten is Aswoensdag een dag van soberheid, ingetogenheid, onthouding, boetvaardigheid en bezinning – de as is een symbool van de menselijke eindigheid. Maar dit jaar valt Aswoensdag wel op 14 februari, en dat is even traditioneel de dag waarop SintValentijn wordt gevierd.
Wie gehecht is aan de waarden van onze westerschristelijke beschaving, staat nu woensdag voor een verscheurend dilemma. Het is dan kiezen tussen de ingetogenheid van Aswoensdag en de bijna even oude traditie van valentijn – de heilige naar wie de feestdag is genoemd, kreeg al in de late vijfde eeuw zijn plaats op de kalender. Valentijn getuigt allerminst van onthouding. Gewoonlijk wordt de dag gevierd met vertier, consumptie, cadeautjes, soms zelfs een zekere graad van hedonisme.
Zoals valentijn is geëvolueerd in onze cultuur, is die feestdag welhaast een voortzetting van het carnaval, maar dan in de privésfeer, waar de bloemensector, de juweliers en vooral de horeca goed bij boeren. Al moet een hedendaagse gewoonte in deze context niet al te lichtvaardig een traditie worden genoemd: het is pas sinds een kwarteeuw of zo dat valentijn het commerciële karakter kreeg dat de dag nu heeft. Dat is hetzelfde lot dat Moederdag, godbetert Secretaressedag en, nog recenter, Halloween hebben gekregen, hoe heidens de oorsprong van dat laatste feest ook is.
Wie woensdag geen bos bloemen koopt of niet een glas bubbels gaat heffen met de geliefde, kan daar een sociaal stigma aan overhouden. De conventie veronderstelt dat wie op valentijn niets bijzonders te doen heeft, de liefde heeft gemist, zijn dagen in eenzaamheid doorbrengt en een mislukking moet torsen. Dat stigma is niet helemaal ongelijk aan het askruisje dat devote katholieken woensdag op het voorhoofd zullen dragen.
Zo ontstaat woensdag een paradox: vieren of vasten. Maar die is louter het gevolg van het toeval. Valentijn heeft immers een vaste plek op de kalender, terwijl Aswoensdag veertig dagen voor Pasen valt, en dat is een kerkelijke feestdag – en niet de minste – zonder vaste datum.
Zo lopen twee belangrijke culturele tradities elkaar wel in de weg. Het valt toch te voorspellen welke traditie woensdag zal ‘winnen’: dat zullen valentijn en de horeca zijn. Maar zullen Aswoensdag en de vasten dan ‘verliezen’? Welnee. Elke cultuur is gelaagd. Als de betekenis van tradities daarin met elkaar botsen, is dat niet omdat daar een tegenstelling bestaat. Het getuigt vooral van de veelzijdigheid en de flexibiliteit van een cultuur. Dat maakt een cultuur menselijk en leefbaar. Leve de paradox!