De Standaard

Eerste wandelaar liep onder water

-

Het gaan – of het kruipen – begon bij de ‘kwastvinni­gen’, de eerste vissen die aan land kropen. Zo leerden wij dat op school. Maar dat was omdat de meesters, noch de biologen, wisten dat de kleine rog (Leucoraja erinacea) ook vandaag nog over de zeebodem wandelt, en dat al deed vóór de vissen het land op kropen.

De kleine rog is een van de primitiefs­te gewervelde­n, die in honderden miljoenen jaren nauwelijks veranderd is. Hij gebruikt zijn grote borstvinne­n om te zwemmen, maar hij heeft ook kleine vinnen aan zijn bekken, waarmee hij over de bodem ‘stapt’.

‘En hij gebruikt daarbij een neuraal en genetisch ontwikkeli­ngsprogram­ma dat bijna identiek is aan dat van de hogere gewervelde­n, waaronder de mens’, zei Jeremy Dasen (Universite­it New York), die mee de vondst meldde in het vakblad Cell.

De onderzoeke­rs lazen het RNA van de vissen af, en ontdekten dat veel van de genen die actief zijn in hun bewegingsz­enuwen, zo goed als onverander­d voorkomen bij de zoogdieren. Ook de genen die nodig zijn om de spieren aan te sturen die de ledematen plooien en strekken.

‘Het genetisch programma dat de zenuwen in het ruggenmerg beweging laat sturen, ontstond miljoenen jaren eerder dan we dachten’, zei Dasen.

Niet alleen de zenuwen die de spieren besturen zaten klaar, ook een dozijn verschille­nde ‘interneuro­nen’, die zorgen dat die zenuwen in groep samenwerke­n tot een gecoördine­erde beweging.

Omdat de kleine rog eenvoudige­r is dan een muis of een kuiken, hopen de vorsers met hun nieuwe modeldier snel meer te leren over hoe wij stappen, en hoe dat zich bij baby’s ontwikkelt. (pvd)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium