OSCAR VAN DEN BOGAARD:
‘PRINS BERNHARD IS MIJN VADER.’ FEIT OF FICTIE?
De Nederlandse schrijver en columnist van deze krant Oscar van den Boogaard verbaasde de wereld met de mededeling dat hij een buitenechtelijke zoon zou zijn van prins Bernhard (19112004), echtgenoot van koningin Juliana en grootvader van de huidige Nederland se vorst. Dat deed hij in een interview met NRC Handelsblad naar aanleiding van de publicatie van zijn nieuwste roman Kindsoldaat, een familieepos losjes gebaseerd op zijn eigen familie.
Waarom komt u precies nu naar buiten met het verhaal dat prins Bernhard uw vader zou zijn?
‘Ik kon het niet langer voor me houden, ik leef er al mee sinds mijn veertiende. Het is niet zo dat ik stellig de vlag wilde uithangen, ik wilde mezelf be vrijden van een last, een trauma waarmee ik al jaren worstel en dat tijdens het schrijven van dit boek volop naar boven kwam.’
Hoe bent u zo zeker dat het waar is? U baseert uw verhaal op wat uw depressieve, alcoholverslaafde moeder u vertelde. Prins Bernhard heeft u nooit met zo veel woorden gezegd dat hij uw vader was, hij zei alleen: ‘Ik ben jouw prins.’ Hij heeft u nooit erkend, wat hij in een postuum verschenen interview wel heeft gedaan met zijn buitenechtelijke dochters Alexia en Alicia.
‘Hij kon me niet erkennen omdat hij veel achting voor mijn vader had, een paracommando die in de oorlog had gevochten. Hij had een verhouding met mijn moeder en heeft mijn vader aan haar gekoppeld, omdat hij wist dat die hem adoreerde en loyaal was. Dat was ook een manier om haar te controleren. Het was een liefdesverhaal, maar ook een verhaal van verraad en vernedering. Je kunt Bernhards handelwijze pervers noe men, maar ik bedoel dat niet per se in negatieve zin: het zijn de kronkels van de ziel. Dat is tenminste mijn interpretatie, als ik erop terugkijk.’
‘Het moest geheim blijven, want mijn vader zou anders zeker een kogel door zijn hoofd hebben gedreven, het zou de ultieme vernedering zijn geweest. Prins Bernhard overleed in 2004, mijn vader in 2013. Als hij de prins niet had overleefd, was het wellicht anders gelopen.’
‘De reacties van de buitenwereld, de mensen die om bewijzen vragen, zijn wel begrijpelijk maar ook confronterend. Ik voel me als iemand die in zijn jeugd is misbruikt en niet wordt geloofd, of een soldaat die terugkomt uit de oorlog. Voor mij is dit de waarheid. Ik weet dat het zo is. Ik hoef helemaal niets te bewijzen. Wat anderen ervan denken, interesseert me niet. Dit is geen opschepperij, geen effectbejag.’
Door met zo’n onthulling te komen naar aanleiding van een roman maakt u de grens tussen feit en fictie wel heel wazig.
‘Alle personages in mijn boeken zijn gebaseerd op biografische feiten. Zuivere fictie bestaat niet. De grens tussen feit en fictie is de lijn waarop je loopt als schrijver, dat maakt het net interessant.’
Loopt u niet het risico dat uw nieuwe roman hierdoor wordt gereduceerd tot dat ene sensationele feit?
‘Daar ben ik niet bang voor. Misschien zal een tvpresentator dat wel doen, maar het is een goede roman die over veel meer gaat. Dat zal wel blijken als hij wordt gelezen. Als het een dun boekje was geweest waar ik niet helemaal tevreden over was, had je het misschien een mediastunt kunnen noemen. Maar dit is mijn belangrijkste boek. Ik heb zo’n stunt helemaal niet nodig.’
Bent u niet bang dat mensen u ervan zullen verdenken dat het een commerciële zet is? U hebt een boek te verkopen, en dan is een ophefmakende onthulling meegenomen om mediaaandacht te krijgen.
‘Daar heb ik geen boodschap aan. Griet Op de Beeck onthulde bij verschijnen van haar jongste roman dat ze het slachtoffer is geweest van misbruik. Dat is haar toch niet verweten? Natuurlijk heb ik daarover nagedacht en heb ik er met mijn uitgever over gesproken. Maar het ging me enkel en alleen om mijn verhaal, mijn behoefte om openheid te creëren. En ik hoop dat het hierna weer ergens anders over kan gaan.’
‘Kindsoldaat’ verschijnt op 15 februari bij De Bezige Bij.
‘Dit is mijn belangrijkste boek. Ik heb zo’n stunt helemaal niet nodig’