‘Kankerpatiënten worden gebruikt als gijzelaars’
‘De medicijnen zijn er, maar Assad blokkeert ze.’ Twee Syrische artsen slaan alarm over het gebrek aan hulp in de rebellengebieden.
‘In OostGhouta hebben we dit jaar om de 24 uur een aanval op medische instellingen moeten ondergaan’, zegt Mohamad Katoub. Hij is tandarts en lid van de Syrian American Medical Society. Samen met hartchirurg Ayman alSheikh (werkzaam in Idlib) is hij in Brussel om de aandacht te vestigen op het lot van de belegerde rebellengebieden in Syrië.
De Syrische president Bashar alAssad intensiveerde dit jaar de aanvallen op burgerdoelwitten, in samenwerking met Rusland. Bij zes daarvan werden chemische wapens gebruikt. Een bewuste tactiek om angst te zaaien, zeggen de dokters.
OostGhouta, een landelijk gebied in de oksel van Damascus, is een schrijnend voorbeeld. Het is in handen van twee rebellenmilities en het regime ziet de bevolking als hun medeplichtigen. Dus houdt de overheid sinds oktober 2017 alle handelsverkeer naar de enclave tegen – ook in voedsel. Medisch materiaal staat zelfs op een zwarte lijst van goederen die niet binnen mogen. ‘Het gevolg is dat mensen sterven omdat simpele medicijnen ontbreken die tien kilometer verder in elke apotheek van Damascus liggen’, zegt Katoub.
Scholen, ziekenhuizen en de tunnels waardoor levensmiddelen gesmokkeld werden, zijn kapot gebombardeerd. De belegering duurt al vier jaar, maar de situatie bereikt een nieuw dieptepunt.
Het regime blokkeert OostGhouta om het weer onder controle te brengen. Maar wat gebeurt er met zwaar zieken?
Katoub:
‘Als we vragen om burgers met ernstige kankers te mogen evacueren naar de enige gespecialiseerde ziekenhuizen in de hoofdstad, dan laat het regime ons twee maanden wachten. Als ze eenmaal daar zijn, beschouwt het de patiënten als gijzelaars. De moeder van een kleine jongen met een hersentumor zit nu in een opvanghuis in Damascus en mag haar kind één uur per dag zien. Maar omdat de overheid geen veiligheidsgaranties geeft, verkiezen veel van mijn patienten dan maar de nachtmerrie van OostGhouta boven een arrestatie.’
Kan de situatie wel verbeteren zolang de gevechten doorgaan? Katoub:
‘We beseffen dat we de standpunten van de partijen niet kunnen veranderen, dat is een hopeloze zaak. Maar humanitaire uitzonderingen moeten mogelijk blijven. Nu is noodhulp te veel een politiek wapen geworden om de Syriërs te bestraffen.’
‘We weten dat de VN nog veel invloed hebben op het regimeAssad, want ze beheren het onderwijs en de gezondheidszorg samen met zijn ministeries. De VN moeten die invloed aanwenden om humanitaire noodhulp af te dwingen. Op nog geen 5 kilometer van ons liggen VNdepots met medische kits, maar Assad weigert de vergunningen om die naar ons te brengen. Het budget van de VN is ook niet flexibel genoeg om snel te reageren op crisissituaties.’
Wat is er nodig? Katoub:
‘Toegang tot medicijnen, bescherming van onze instellingen en geld. Vooral flexibel inzetbare middelen voor Syrische middenveldorganisaties. Internationale donoren leggen hun budgetten vaak te strikt vast. Wij haalden 35 procent van ons budget op bij de Syrische diaspora, alleen daarom konden we als eerste vrijuit kiezen om psychologische begeleiding aan te bieden. We zagen dat dit een noodzakelijke vorm van gezondheidszorg was geworden.’
Kunnen jullie nog wel werken? AlSheikh:
‘De enige materniteit in Idlib moest verschillende keren verhuizen, maar na de laatste aanval is er geen gebouw meer om de patiënten op te vangen. Borelingen liggen op de betonnen vloer, met de beademingsapparatuur nog aan hun neus. Ik doe zelf mijn operaties op de vloer’.
Hoe is de relatie tussen de bevolking en de islamitische rebellenmilities?
Katoub:
‘Er is conflict tussen de twee milities. Ik zie dat de bevolking daar vooral probeert buiten te blijven om een tweedeling van de samenleving te voorkomen. Maar het lokale conflict is minder ingrijpend dan de bezetting door de overheid.’
AlSheikh: ‘In Idlib zijn alle mensen de oorlog beu. Sommigen zijn al voor de derde keer op de vlucht, ze wonen in kuilen van bomkraters. Mensen willen gewoon hun kinderen weer naar school zien gaan.’
Is er nog hoop in dit verhaal? Katoub:
‘Het is voor Syriërs een heel positieve ervaring om eindelijk een onafhankelijk middenveld te hebben. Onder Assad waren lokale besturen cosmetisch en machteloos: alles was onder controle van de Baathpartij en de veiligheidsdiensten. Nu zijn er voor het eerst lokale besturen en een directoraat voor gezondheidszorg, allemaal van onderen uit opgebouwd. Natuurlijk is het nog niet perfect, maar gezien de oorlogssituatie doen die lokale besturen uitstekend werk. Een dorp als Douma houdt al vier jaar lang jaarlijks een stembusgang. Verkozen burgemeesters maken dat er elektriciteit en andere basisvoorzieningen zijn die er vroeger niet waren, en burgers vragen inspraak in die dossiers.’
De idealen van de Arabische Lente leven?
Katoub:
‘Ja. Maar als de overheid het rebellengebied weer in handen krijgt, is dat direct voorbij. Met de gewapende groepen aan de macht kan die lokale autonomie misschien blijven.’
‘Er zijn voor het eerst lokale besturen. Een dorp als Douma houdt al vier jaar lang jaarlijks een stembusgang, burgers vragen inspraak’ MOHAMAD KATOUB Tandarts uit Syrië