Reddingsoperatie petro
Een quizvraag. Welk land heeft de grootste oliereserves ter wereld? SaudiArabië, zegt u? Toch niet: het enige juiste antwoord is Venezuela.
Met een bewezen oliereserve van een slordige 300 miljard vaten zou het land zo rijk moeten zijn als de zee diep is. Helaas is het land bankroet – al wil het dat zelf niet officieel toegeven.
Venezuela werd zwaar getroffen door de gedaalde olieprijzen en vervolgens stokte ook de olieproductie. Gevolg: het begrotingstekort bedraagt bijna 20 procent van het bruto binnenlands product. Dat ving de Venezolaanse regering op door massaal bolivars bij te drukken. In twee jaar tijd steeg de geldhoeveelheid met maar liefst 4.000 procent.
Het gevolg laat zich raden: hyperinflatie of massale ontwaarding van het geld. Volgens het IMF bedroeg de inflatie in 2017 2.400 procent. Het IMF verwacht dat de inflatie aan het eind van 2018 maar liefst 13.000 procent zal bedragen. Of dus: iets wat op 1 januari 100 bolivar kostte, zal op 31 december meer dan 13.000 bolivar kosten. Even met de ogen knipperen en het geldbriefje in je handen is opnieuw een stuk minder waard geworden.
Om de inflatie – en de bloedige protesten die ze uitlokte – in te dammen, zijn prijsstijgingen officieel verboden. En ook import is beperkt, waardoor er een tekort is aan onder meer voedsel en medicijnen.
Even met de ogen knipperen en het briefje in je handen is opnieuw een stuk minder waard geworden
Tegenover de dollar is de bolivar spectaculair minder waard geworden. Volgens de site dolartoday, die de wisselkoersbewegingen op de zwarte markt volgt, moet vandaag 237.000 bolivar neergeteld worden voor één dollar. Begin januari was dat nog minder dan de helft. En een jaar geleden bedroeg de wisselkoers nog 3.720 bolivar voor één dollar.
Hoelang kan dat nog blijven doorgaan? Hoewel Venezuela nu al zijn schuldeisers niet terugbetaalt, deinst het land ervoor terug om ook officieel bankroet te gaan en met een schone lei opnieuw te beginnen. Want dan dreigt het ook zijn bezittingen in het buitenland – onder meer een raffinaderij en tankers in buitenlandse havens – kwijt te spelen. En zowel China als Rusland blijft Venezuela een levenslijn toewerpen, uiteraard in ruil voor olie of oliereserves.
Maar een inflatie van 13.000 procent is natuurlijk onhoudbaar, want niemand wil nog in bolivar betaald worden. De geschiedenis leert dat periodes van hyperinflatie zelden lang duren. Dat was ook zo in Zimbabwe, waar de Amerikaanse dollar in 2008 de rol van de Zimbabwaanse dollar overnam als betaalmiddel.
Dat rampscenario wil president Nicolas Maduro het koste wat het kost vermijden. Volgende week woensdag wordt de petro, een cryptomunt die gedekt wordt door de Venezolaanse olievoorraad, gelanceerd. Maar is er – behalve bij de Venezolaanse regering – werkelijk iemand te vinden die denkt dat de cryptomunt een succes zal worden? Om zo’n munt aan de man te brengen is vertrouwen nodig, en dat heeft het land – in tegenstelling tot olie en inflatie – helaas niet in overvloed.