Zoveel nieuwe vliegtuigen hebben we niet nodig
Met mooie beloften proberen de vliegtuigbouwers van de F35, de Typhoon Eurofighter en buitenbeentje Rafale de Belgische regering te overtuigen voor de vervanging van de F16. Maar geen enkel aanbod beantwoordt aan de fors veranderde politieke context. Het is nog niet te laat voor een keuze die écht future proof is.
Sinds de opstart van de aanbestedingsprocedure is de toestand in Europa en in de wereld grondig veranderd. Over Europese defensiesamenwerking werd veel geschreven en gesproken, maar in de praktijk stonden we nergens. Van de politicus Donald Trump was er evenmin een spoor. Sindsdien is de steun voor een sterkere Europese defensie sterk gegroeid. Duitsland en Frankrijk hebben beslist om samen een Europees toestel van de volgende generatie te bouwen – een project dat Airbus en Dassault zullen trekken. En er staat een Europees investeringsplan van 5,5 miljard euro in de startblokken om de industrie een duw in de rug te geven. Die nieuwe context zit niet vervat in de aanbesteding.
Europese defensie
België moet zijn aanpak daarom durven bij te sturen. Gezien de aanwezigheid van het hoofdkwartier van de Navo op ons grondgebied, is het allicht onvermijdelijk dat er Amerikaanse F35’s worden aangekocht. Maar moeten dat er 34 zijn? Stel dat we er slechts 24 aankopen, dan komt er ruim een miljard euro vrij waarmee we van bij de aanvang als volwaardige partner kunnen instappen in het FransDuitse of in een breder Europees project, en toch aan onze Navoverplichtingen tegemoetkomen. Dat zijn drie vliegen in één klap: we investeren in Europese spitstechnologie, zijn niet langer het slaafje van de VS en helpen mee een slagvaardige Europese defensie op poten te zetten.
Het zal de Belgische luchtvaartindustrie geen windeieren leggen. Van de Amerikaanse F35 gaat die sowieso nauwelijks of niet mee profiteren, want die trein is vertrokken. Zo ging Nederland onlangs nog lopen met het verdeelcentrum voor reserveonderdelen en de onderhoudscontracten voor de motoren en het landingsgestel. Belgische knowhow is vandaag al een belangrijke schakel in de toestellen van Airbus en Dassault. Door de samenwerking met bedrijven als SABCA, Thales of Asco staan die in voor het gros van de jobs in de Belgische luchtvaartindustrie. Het is een kans voor ons land en onze industrie om samen met andere Europese partners een volledig nieuw platform te ontwikkelen.
Het Europese toestel van de volgende generatie is uiteraard niet voor morgen. Misschien wordt het een onbemand vliegtuig, een drone. Ondertussen zijn er wel voldoende alternatieven. Behalve wat minder F35’s aankopen kan België in de tussentijd ook enkele geüpdatete F16’s leasen. Er zijn er genoeg beschikbaar op de markt. Het gaat om toestellen met de nieuwste technologie, maar met weinig vlieguren op de teller en tegen een vierde van de kostprijs. Het geld dat zo vrijkomt, kan worden geinvesteerd in een echt toekomstgericht, Europees project. Dat biedt unieke kansen voor onze industrie en is aantrekkelijker voor onze portefeuille én voor onze plek in een sterker Europa.
Behalve wat minder F35’s aankopen, kan België in de tussentijd ook enkele geüpdatete F16’s leasen