De doodgravers van de Europese
Stel dat Bart De Wever (NVA) van oordeel is dat de Antwerpenaren onvoldoende op de hoogte zijn van de zegeningen die het huidige bestuur de Scheldestad heeft gebracht en dat hij daarom in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in dialoog wil treden met zijn burgers. Die burgers zouden dan publiek kunnen kenbaar maken hoe zij de toekomst van de stad zien en met die voorstellen kan de burgemeester aan de slag. Wie zou De Wever geloven, afgezien van een schare enthousiaste militanten? Wellicht zou hij zelf alleen het idee onderschrijven dat zijn stadsgenoten nog niet genoeg overtuigd zijn van ‘de kracht van de verandering’. Voor de rest zou iedereen de schouders ophalen en het voorstel van De Wever wegzetten als een doorzichtige stunt.
Iedereen weet immers dat de NVAvoorzitter zelf een uitgesproken visie heeft over de toekomst van Antwerpen. Bovendien beweert hij dat hij goed weet wat er leeft bij de sinjoren en dat de voorbereiding voor de verkiezingscampagne, inclusief een beleidsprogramma voor de komende jaren, toch al volop aan de gang is.
Wilde plannen
Het idee dat niet zozeer de Antwerpse, maar de Europese burger moet geconsulteerd worden, onder meer in de aanloop naar de Europese verkiezingen, heeft recentelijk aandacht en aanhang gewonnen. Met dank aan Emmanuel Macron. In zijn fameuze Sorbonnespeech brak de Franse president een lans voor ‘democratische conventies’ die de burgers dichter bij de Europese besluitvorming moeten betrekken. Nadien toonde ook JeanClaude Juncker veel sympathie voor het voorstel, al was het maar omdat de Europese Commissie al lange tijd inzet op wat in haar jargon ‘burgerdialogen’ heet. Zo’n grootschalige consultatie zou dan moeten uitmonden in een democratisch debat dat zijn beslag krijgt tijdens de Europese stembusslag van 2019. Het idee leeft dat de Europese burger moet geconsulteerd worden, met dank aan Macron en met de steun van Juncker.
Toegegeven, de afstand tussen De Wever en zijn stadsgenoten is net iets kleiner dan die tussen een Commissievoorzitter en een half miljard EUburgers. Tegelijk durft niemand van de leiders aan het Schumanplein vandaag openlijk te beweren dat zij de
grondstroom van de Europese bevolking voldoende kennen en vertegenwoordigen. Veel hebben we sinds de aankondiging van deze naar Europese maatstaven wilde democratieplannen niet meer vernomen. De voorstellen die nu uiteindelijk in het Franse
parlement worden besproken, stellen David Van Reybrouck en Claudia Chwalisz (DS 14 februari) danig teleur. En uitgerekend in het valentijnsrapport van de Europese Commissie om de Europese democratie te versterken, staan de contactmomenten met de bur