De Belgische coach is weer hip
Alarm afgelopen zomer rond het lage aantal Belgische coaches in onze eerste klasse: zes stuks. Sinds de invoering van het profvoetbal in 1974 waren het er nooit minder. Maar in een half jaar is de slinger de andere kant op gezwaaid en is de Belgische coac
Brussel Niets zo trendgevoelig als mode en voetbal. Zes maanden geleden startte de competitie met amper zes Belgische coaches tegenover tien buitenlanders, een dieptepunt sinds de invoering van het profvoetbal in 1974. Frank Vercauteren, Georges Leekens, Bob Peeters, Peter Maes en Glen De Boeck maaiden toen nog drie keer per week hun grasperk. Intussen zijn ze alle vijf weer aan de slag en kantelde de balans in de Jupiler Pro League helemaal in het voordeel van de Belgische coaches. In iets meer dan zes maanden zijn de verhoudingen omgekeerd: van zes Belgen en tien buitenlanders in juli naar tien Belgen en zes buitenlanders nu.
Duitsland was ons voor
Bij een trainerswissel halverwege het seizoen is kennis van onze competitie een voordeel. Maar er tekent zich een fundamentelere trend af, waarvan Frank Defays bij Moeskroen de jongste exponent is. Het succes van Philippe Clement bij WaaslandBeveren heeft clubs overtuigd om te durven kiezen voor nieuwe Belgische namen. Met Clement, Jonas De Roeck, Sven Vermant en Frank Defays ma(a)k(t)en dit seizoen liefst vier Belgische coaches hun debuut als hoofdtrainer op het hoogste niveau.
‘Dat een nieuwe generatie in landse coaches hun kans krijgen, is een trend die je al een paar jaar ziet in Duitsland ’, zegt Philippe Clement, nu aan de slag bij Racing Genk. ‘Het gaat in de eerste plaats om kwaliteit. Ik denk dat er veel kwaliteit onder de Belgische coaches is, maar er zijn ook buitenlandse coaches die hier een meerwaarde brengen. Een Belgische coach heeft als voordeel dat hij de competitie kent, maar ook de mentaliteit bij de clubs. Mijn kinderen voetbalden bij de jeugd van WaaslandBeveren, dus ik voelde de club heel goed aan. En bij Genk heb ik zelf drie jaar gespeeld. Bovendien zijn Belgische coaches goed in talen: Frans, Nederlands en Engels zijn het minimum.’
Georges Leekens, nu bondscoach van Hongarije, maakte er afgelopen zomer attent op dat de nieuwe generatie Belgische trainers op een heel hoog niveau wordt opgeleid. Het was volgens
hem een kwestie van tijd voor clubs dat in het oog zouden krijgen.
‘Club Bruggetrainer Ivan Leko is ook een product van die opleiding’, zegt exscheidsrechter Paul Allaerts, algemeen directeur van
Moeskroen en tussen 2013 en 2016 actief bij de voetbalbond, eerst als sportief directeur. ‘Toen ik destijds begon bij de voetbalbond hebben we samen met de directeur van de trainersschool Kris Van Der Haegen in de opleiding
veel nadruk gelegd op management, communicatie en psychologie. De tactische en technische aspecten van het trainerschap kwamen al genoeg aan bod in de lagere opleidingsniveaus.’
‘In de Pro License gaat het om
‘De nieuwe generatie Belgische trainers communiceert heel goed en kan met alle managementaspecten van het vak om’
management, leiderschap en inspiratie. Dat zie je terug bij Leko, Clement, De Roeck, Vermant en Defays. De nieuwe generatie Belgische trainers communiceert heel goed en kan met alle managementaspecten van het vak om. Al lemaal zijn ze als speler aanvoerder geweest, dat is geen toeval. Het helpt dat mensen als Leko en Clement dit seizoen hebben getoond dat het loont om voor die nieuwe generatie te kiezen’, zegt Allaerts.