Sven Kramer faalt op zijn favoriete afstand
Heel Nederland keek uit naar goud voor superster Sven Kramer op de 10 kilometer, de kroon op zijn carrière. Maar het mocht niet zijn.
PEYONGCHANG I Met horden waren ze afgezakt naar de Gangneug Oval Village. Oranje kostuums, pilsje in de hand en even gezellig toekijken hoe Sven Kramer en Jorrit Bergsma goud en zilver (in welke volgorde dan ook) zouden ophalen op de 10 kilometer. Hún tien kilometer, voor alle duidelijkheid.
Nou, viel dat even tegen. Ja, er won een Nederlander, maar dan wel een die zich heeft laten naturaliseren tot Canadees: TedJan Bloemen. Bergsma haalde zilver. Kramer kraakte volledig, blies zich op toen hij het moordende tempo van Bloe men wilde evenaren en eindigde pas als zesde.
Het ging dus weer mis voor Kramer op zijn favoriete afstand. In 2010 (Vancouver) ging er een wissel fout, in 2014 (Sotsji) bleek Bergsma te sterk. Het zo begeerde, olympische goud op de afstand waarop hij zo goed als ongenaakbaar is, is weg voor Kramer. Misschien wel voorgoed. ‘Ik weet niet of ik binnen vier jaar nog eens probeer. Momenteel is dat een brug te ver’, zegt Kramer.
‘Ik heb er jaren alles aan gedaan, maar ik heb niet de topvorm die ik vorig jaar wel had’
Obsessie
Maar hoe is het zover kunnen komen? Zijn Spelen begonnen schitterend, met een gouden plak op de vijf kilometer in een nieuw olympisch record. Zijn bliksemschichtgebaar leverde hem een felicitatie van de meesterzelve op, Usain Bolt.
Net zoals de Jamaicaanse wereldrecordhouder bij zijn afscheid op het WK atletiek in Londen, ‘zijn’ 100 meter niet kon winnen, zo blijft Kramer verstoken van de olympische titel op ‘zijn’ discipline. Rintje Ritsma, analist voor de NOS, sprak over de ‘ob sessie die de 10 kilometer is geworden’.
Kramer windt er minder doekjes om. ‘Om heel eerlijk te zijn rijd ik momenteel niet lekker en efficiënt rond. Op de vijf kilometer pakte ik nog wel de olympische titel op conditie en vermogen, omdat ik conditioneel zo sterk ben. Maar op de tien kilometer is efficiëntie en techniek zo veel belangrijker dan op de vijf kilometer. Ik raakte het ijs gewoon niet goed en dus reed ik mezelf vast. Het liep al van in het begin van de race niet lekker. Niet dynamisch, gewoon slecht.’
Rouwstemming
Een drama was het. Er hing haast een rouwstemming de schaatshal. Ja, Nederland pakte nog maar eens een schaatsmedaille, maar niet degene waar het volk zo had naar gehunkerd. En niet voor diegene die de Nederlanders het zo hard hadden gegund. Ze waren haast vergeten blij te zijn voor Bergsma, de Nederlander die zilver pakte. ‘Ik weet dat iedereen met mij meeleeft’, aldus Kramer. ‘Maar de concurrentie reed gewoon fantastische tijden. Ik heb er jaren alles aan gedaan, maar ik heb niet de topvorm die ik vorig jaar wel heb kunnen laten zien.’
Nog de ploegenachtervolging en de massastart heeft Kramer om zijn Spelen op te waarderen. Maar de pineut van Pyeongchang zal hij altijd blijven. (hjb)