De hel van Oost-Ghouta
‘We wachten gewoon tot we sterven. De bommenregen stopt niet’
Anas alShamy in de belegerde Syrische enclave
‘Sinds maandag is het erger dan ooit tevoren’, zegt Anas alShamy (22), een fotograaf in de belegerde enclave ten oosten van Damascus, aan de telefoon. ‘Op sommige momenten hangen er zes vliegtuigen tegelijk in de lucht, plus helikopters en drones. Maandag vielen er 105 doden, onder wie meer dan twintig kinderen. Vandaag (dinsdag, red.) hebben we er al negentig geteld. In de ziekenhuizen die nog overeind staan, liggen vijfhonderd gewonden.’
‘De doden moeten we snel begraven, want ook begrafenissen worden geviseerd. Een halfuurtje mag het maximaal duren. De rest van de dag zitten we binnen te schuilen. We wachten gewoon tot we sterven. De bommenregen houdt niet meer op.’
Chemische granaten
OostGhouta, ooit een deel van de groene gordel rond Damascus, is de laatste enclave in de buurt van de Syrische hoofdstad die nog in handen is van rebellen, vooral van islamistische slag. Al sinds 2013 worden de dorpen van het vroegere landbouwgebied belegerd door het Syrische regime van president Bashar alAssad. Dat de 400.000 inwoners na vijf jaar de huidige beschietingen ‘ongezien’ noemen, zegt veel over de escalatie van het geweld.
‘De belangrijkste bakkerij is platgegooid, vier ziekenhuizen zijn gebombardeerd’, zegt AlShamy. ‘De scholen zijn al twee maanden dicht, want het is te onveilig voor de kinderen. Mijn eigen huis is al drie keer geraakt. Eerst ging de derde verdieping eraf. Vorige week werd de tweede verdieping een tweede keer geraakt. De muren zijn gescheurd, de trap is weg. Velen, ook mijn ouders, zitten de hele dag in de kelder.’
OostGhouta kwam de eerste keer in het wereldnieuws op 21 au gustus 2013, toen het ’s nachts werd bestookt met chemische saringranaten. Afhankelijk van de bron vielen daarbij 300 tot 1.700 doden. Voor de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama was het gebruik van chemische wapens een ‘rode lijn’, maar Rusland onderhandelde een ‘diplomatieke oplossing’ waarbij het regimeAssad vrijuit ging in ruil voor afstand van zijn chemische arsenaal.
Vorig jaar, in april, viel opnieuw sarin neer, in het noordelijke stadje Khan Sheikhun. Daar vielen minstens 74 doden. De nieuwe president, Donald Trump, liet daarop de Syrische luchtmachtbasis bombarderen van waaruit de aanval zou zijn opgezet. Maar daarna ging de aan
‘Mijn eigen huis is al drie keer geraakt. Eerst ging de derde verdieping eraf. Vorige week werd de tweede verdieping een tweede keer geraakt’ ANAS ALSHAMY Inwoner OostGhouta
dacht weer naar de strijd tegen Islamitische Staat (IS) in OostSyrië.
Openluchtgevangenis
Rusland bemiddelde vorig jaar een reeks van ‘deescalatiezones’ in Syrië en het oostelijke Ghouta is er daar één van. Maar het nieuwe offensief van het regimeleger toont hoe de Syrische oorlog alleen verder escaleert en hoe alle ‘akkoorden’ dode letter blijven. De medische internationale hulpcoalitie UOSSM telde gisteren alleen al 72 luchtaanvallen en sprak van ‘een van de bloedigste dagen in zeven jaar oorlog’.
Hoeveel verder president Assad nog te ver mag gaan in zijn belegering van de openluchtgevangenis die OostGhouta is geworden, is een vraag die op vele lippen ligt. Tal van hulporganisaties trokken gisteren luid aan de alarmbel. Het VNkinderfonds Unicef publiceerde een grotendeels blanco mededeling. ‘Geen woorden doen nog recht aan de gedode kinderen, hun moeders, vaders en geliefden.’
Volgens twee VNresoluties is het regimeAssad ook verplicht om internationale humanitaire hulp door te laten naar de belegerde enclave. Dit jaar mocht één konvooi door, met voedsel en medische hulp voor zevenduizend inwoners – nog geen twee procent van de bevolking in OostGhouta. ‘Zo’n duizend mensen zouden ook dringend moeten worden geëvacueerd: zwaargewonden, ernstig ondervoede kinderen, kankerpatiënten’, zegt Anas alShamy. ‘Ook dat mag niet. Ik kan niet echt beschrijven wat we doormaken. We sterven.’
Daar moet het gesprek ophouden, want zelfs door de telefoonlijn is het geluid te horen van het volgende gevechtsvliegtuig dat overkomt.