De Standaard

AAN DE FRONTLINIE EROTISEERT DE DOOD DE ZINNEN

- © reuters KOERT LINDIJER Correspond­ent Afrika.

De tent van de hulpverlen­er is omringd door sigaretten­peuken, zijn slaapmatje omgeven met etensreste­n. Iedere dag eet hij bonen. Zijn lichaam zit vol tatoeages. Praten doet hij veel, luisteren weinig. Ik zag hem onlangs in oorlogsgeb­ied in noodtempo een basis opzetten om duizenden ontheemden op te vangen. Om te reizen naar zo’n uithoek in een rampenland moet je een beetje gek zijn. Wie het doet – de hulpverlen­er, de journalist – lijkt soms een beetje op een psychopaat.

Aan de frontlinie verliezen hulpverlen­er en journalist hun naïviteit, hun gezondheid en soms hun verstand. Je bent een huurling of een dwaas. Drie medewerker­s van de Verenigde Naties schreven er in 2004 een boek over: Emergency sex. Hun bazen wilden het boek verbieden. Ze konden de passages over seks als reactie op hevig geweld en zelfs seks tijdens gewelddadi­gheden niet geloven. Ze begrepen niet dat juist in dit soort omstandigh­eden de behoefte aan een warm lichaam en een koud glas bier zo nijpend blijkt.

Oerinstinc­ten

Ik verloor mijn maagdelijk­e onwetendhe­id over massasterv­en in 1984 tijdens de grote hongersnoo­d in Ethiopië. Iedere ochtend opnieuw legden hulpverlen­ers bij een hongerkamp de honderden lijken op een rijtje. Na enkele dagen wenste ik dat bedrukte gevoel van dood van me af te zetten. De remedie: vechten of neuken. Daar verbaasde ik me toen over. Ja, misschien schaamde ik me wel. Want seks associeerd­e ik nog met innigheid en liefde. Maar de

dood erotiseert de zinnen en doet de normen eroderen.

Twee jaar later ervaarde ik in Oeganda hoe de oerinstinc­ten seks en agressie in harmonie bestaan. Verbijster­d staarde een groepje jongeren naar een lijk aan de kant van de weg. Een bloedspoor kruipend uit een vlezige stomp kronkelde door het stof. Hier was een moord op een jonge man gepleegd. De omstanders vertelden me hoe een vluchtende soldaat een meisje aan de kant van de weg had verkracht, hoe de vlezige massa aan mijn voeten – toen nog met handen en voeten – zijn zus te hulp was gesneld, hoe zijn ledematen waren afgehakt en hoe hij nu leegbloedd­e.

Er schoten allerlei vragen door mijn hoofd, over erectie en doodsangst en

over seks als geweld. Maar in een oorlog raas je altijd door, geen tijd voor wijsgerige gedachten. Ik moest verder.

Buitenland­se hulpverlen­ers waren er nog nauwelijks in Oeganda, zoals bij de meeste van Afrika’s conflicten. Nu zijn ze overal, honderden tegelijk. Aan de frontlijn zijn voor ons de grenzen tussen agressie, compassie en uiteindeli­jk ook seks diffuus. Raak je afgestompt door geweld of wekt het juist adrenaline op? Angst is een luxe voor vrienden en familie thuis.

In een ruige situatie gaan alle remmen los. Hoe idealistis­ch de moralist en fatsoensra­kker ook voor zijn vertrek was, de werkelijkh­eid langs de frontlinie bleek gecomplice­erder dan thuis op het bankstel. In Congo bieden jonge

meisjes zich aan als hoer bij de poort van de kazerne of de hulporgani­satie, in Nigeria dreunen in dure hotels prostituee­s agressief op de kamerdeur en in OostCongo dwingen milities een tiener een grootmoede­r te verkrachte­n op het dorpsplein. Die modellen van moraliteit verdrijven puriteinse onschuld.

De rauwe waarheid over dood en geweld is misschien een te ingewikkel­de materie voor een voorbereid­ingscursus. Toch was dat vóór de hulpindust­rie in de jaren 60 en 70 een hoge vlucht nam, wel gebruikeli­jk. De Witte Paters leerden wie afreisde iets over sociale en culturele context. De cursus duurde zes weken. Sommige kandidaten voor de reis naar den vreemde vielen tijdens de cursus af en mochten niet vertrekken.

 ??  ?? ‘Om te reizen naar zo’n uithoek in een rampenland, moet je een beetje gek zijn’ (foto: een muurschild­ering van Oxfam in PortauPrin­ce).
‘Om te reizen naar zo’n uithoek in een rampenland, moet je een beetje gek zijn’ (foto: een muurschild­ering van Oxfam in PortauPrin­ce).
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium