De zon is toch ook een ster
betreurt dat de KU Leuven in haar toekomstplan geen komaf maakt met de dominantie van het Westen in onderzoek en onderwijs.
Toen mijn jongste dochter in het vijfde leerjaar zat, kwam ze op een dag onthutst thuis. Ze had geleerd over de zon en de sterren. Toen zij in de les opgemerkt had dat de zon toch ook een ster was, had de juf haar terechtgewezen, want de zon was de zon en geen ster. Ik was opgelucht dat mijn dochter geen advies vroeg, mocht dit een examenvraag worden. Moest ze dan antwoorden dat de zon ook een ster was? Of eerder wat de juf wilde horen? Het eerste zou dapper zijn, het tweede misschien wijzer. De zelfverklaarde opdracht van de universiteit is natuurlijk dat we studenten dapper en kritisch leren zijn, maar in feite leren we hen vooral meedraaien in het systeem, zoals we hen dat zelf voordoen.
In andere talen denken
De nieuwe beleidsploeg van de KU Leuven heeft een plan 20172021 voor de toekomst gemaakt. Een van de vijf grote speerpunten daarin is interdisciplinariteit; een ander heet ‘Truly International’. Dat laatste betekent wellicht dat we alle delen van de wereld aan onze wetenschappelijke blik onderwerpen, dat we veel internationale studenten aantrekken, en dat we met specialisten uit heel de wereld samenwerken, maar dan wel in het Engels en in ons wetenschappelijk jargon. Dat is inderdaad allemaal toe te juichen.
Maar nergens in het beleidsplan wordt ervoor gepleit dat ook wij in andere talen gaan denken, andere begrippen en gevoeligheden leren kennen, en ook vanuit een andere geopolitieke context naar de wereld kijken. We hebben nochtans net de 500ste verjaardag van Erasmus herdacht die precies dat bepleitte.
In de ogen van de nieuwe ploeg moeten we, zoals de financierende Europese instanties van ons verwachten, volop inzetten op interdisciplinariteit, ook al weten we on
dertussen dat dit aan onze universiteit doorgaans niet leidt tot interregionaliteit. Het onderwijs binnen de disciplines baseert zich bijna uitsluitend op westerse bronnen en dat is vooral in de humane wetenschappen een probleem. Bijgevolg zijn er in Vlaanderen nauwelijks leerkrachten of journalisten die in staat zijn om Chinese namen te onthouden, Arabische gevoeligheden uit te leggen of Afrikaanse geschiedenis te vertellen. Daarom doe ik twee voorstellen. Ze zijn veel eenvoudiger dan de prestigieuze interdisciplinaire instituten die de nieuwe ploeg wil financieren.
Financiële bonus
Interdisciplinariteit kan je aanmoedigen door bestaande hindernissen te verwijderen. Het huidige systeem straft interdisciplinair onderwijs af. Een student geschiedenis die een vak uit politieke wetenschappen volgt, betekent minder winst voor de faculteit letteren. De faculteit heeft daarom nieuwe vakken gecreëerd waarin groepen van 600 studenten samen hun gemeenschappelijke letterenidentiteit vieren. Vanuit financieel oogpunt is dit een goede zet, maar ik betreur dat regiospecifieke vakken als ‘Japanse religie’ en ‘Chinese literatuur’ gesneuveld zijn om daar plaats voor te maken.
Daarom een eerste voorstel: als de academische overheid multidisciplinariteit hoog in het vaandel draagt, dan zou ze de keuze van vakken uit andere faculteiten moeten aanmoedigen met een financiële bonus. Door een onzichtbare hand zou de multidisciplinariteit in onderwijs spontaan floreren, wat op termijn ook het onderzoek zou sturen.
De dominantie van het Westen in onderzoek en onderwijs zou je op het eerste gezicht kunnen verhelpen door samenwerking met de zogenaamde regiostudies waar
je een nietwesterse taal en regio grondig bestudeert om een econoom of socioloog te worden die de westerse blik kan aanvullen. Maar regiostudies zijn geen disciplines. Samenwerking met hen is geen kwestie van interdisciplinariteit, eerder een opheffing van de heersende uniregionaliteit. Daarom dit voorstel: verplicht elke student binnen de humane wetenschapsdisciplines om minstens één vak naar keuze te volgen buiten de vertrouwde regio: bijvoorbeeld Arabische filosofie, Japans recht, Afrikaanse politiek of Chinese religie. Ook dit zou door de universitaire overheid met een bonus moeten aangemoedigd worden. Bovendien zouden er binnen deze disciplines professoren moeten aangesteld worden met directe toegang tot nietwesterse data.
Deze oplossingen lijken eenvoudiger. Maar de academische overheid verwacht van ons dat we binnen het heersende kader zo veel mogelijk fondsen binnenhalen, niet dat we het kader zelf in vraag stellen. Zoals de nieuwe ploeg zelf aangeeft, is dit ‘een plan dat niet breekt met het verleden’. Voor een enthousiaste ploeg die beweert hoog in te zetten op diversiteit, is dit een ontmoedigende vaststelling. Maar bij deze heb ik op mijn manier toch laten weten dat de zon een ster is. En ik hoop van harte dat de studenten dit ook zullen doen.
Er zijn in Vlaanderen amper leerkrachten of journalisten die in staat zijn om Arabische gevoeligheden uit te leggen