Is kunst een kwestie van geloven?
We raken niet alleen in vervoering door een kunstwerk zelf, maar ook door het verhaal erachter. Volgens KOENRAAD JONCKHEERE verdwijnt die betovering zodra we beseffen dat we naar namaak kijken.
De afgelopen weken is veel gezegd en geschreven over de collectie Toporovski in Gent. De authenticiteit van de werken die in bruikleen gegeven werden, werd in twijfel getrokken. Het is belangrijk om aan te geven waarom die discussie zo belangrijk is. Immers, waarom zou een geometrisch vlak geschilderd op een witte ondergrond geschilderd door Malevitsj – want over hem spreken we – esthetisch interessanter zijn dan een perfecte nabootsing? Waarom vergapen honderden toeristen zich in Firenze aan perfecte kopieën van renaissancesculpturen, niet beseffend dat het geen originelen zijn.
Wie geregeld een kijkje neemt bij het Lam Gods in de SintBaafskathedraal, merkt hetzelfde fenomeen. Mensen raken opgewonden van de foto’s die enkele panelen vervangen, nu die in restauratie zijn. Veel toeristen beseffen niet eens dat ze naar een foto kijken. Is authenticiteit werkelijk zo belangrijk?
Beeldenstorm
In de loop der eeuwen is daar veel over gezegd en geschreven. Soms blijken de inzichten die honderden jaren oud zijn, relevanter dan wat nu, in de waan van de dag geroepen wordt. Laat mij één voorbeeld aanhalen. Het werd niet door mij bedacht, maar door Johannes A Porta, die in 1591 in een onbekend boek, D’net der Beeltstormers, neerschreef hoe hij dacht over de naweeën van de beeldenstorm en het wezen van kunst. Stel je voor, zei hij, dat je een jong meisje bent, pas getrouwd en nog smoorverliefd. Je man moet naar de oorlog, neemt een blad papier en schrijft daarop de zin ‘ik zie je graag’. Hij geeft het je en vertrekt. Het is je enige herinnering aan hem. Hij is minstens voor maanden van huis en komt misschien nooit meer terug.
Wat er dan gebeurt, is iets magisch, zo stelt A Porta. De betekenis van dat briefje (de liefdesverklaring) zal versmelten met het object (het stukje papier). Je kunt de zin van buiten leren, je kunt hem op een ander blad schrijven, maar de relikwiewaarde die dat oorspronkelijke papiertje heeft gekregen door de betekenis van die eenvoudige zin, wordt onvervangbaar. Voor dat meisje is dat briefje niet na te maken. Ze zal het koesteren.
Dit is precies wat er gebeurt in de kunst, zegt A Porta. Als je een sterke band krijgt met een werk, versmelten de betekenis en de emotie met het object. Het kunstwerk of een afbeelding wordt dan de relikwie van een idee: onvervangbaar. Dat is de reden waarom je die foto van je geliefde die je al jaren in je portefeuille hebt zitten, niet kunt scheuren, ook al kun je die perfect digitaliseren, kopiëren of nabootsen. Of, om een ander voorbeeld te gebruiken, als je echt gelooft dat die foto van het Lam Gods in de kathedraal het echte werk is, dan zal datzelfde magische effect optreden, ook al is het niet echt. Voor A Porta was kunst een kwestie van geloof. Een kunstwerk wordt belangrijk als je gelooft in zijn geschiedenis en zijn betekenis, in alle betekenislagen die met dat object versmelten. Hoe sterker het geloof, hoe sterker het effect.
Blinde aanbidding
Precies dit aspect maakt de kwestie van authenticiteit zo prangend. Want laten we eens verder gaan met A Porta’s voorbeeld. Stel, je krijgt een papiertje van een klein kind dat zijn moeder heeft getekend. Zonder verhaal betekent die tekening weinig. Zo zijn er miljoenen. Maar als je hoort dat het de laatste tekening is van een stervend kind, dan zal een koude rilling over je rug lopen. Als diezelfde tekening dan aan de moeder zelf wordt gegeven, dan wordt de relikwiewaarde van dat object extreem. Wat dan, als blijkt dat zo’n verhaal verzonnen is?
Maar er is nog een tweede aspect van kunst dat al veel eeuwen bekend is. A Porta en zijn tijdgenoten wezen er ook al op. De versmelting van het object en zijn betekenislagen wordt versterkt door tijd en ruimte. De beroemde reformator Johannes Calvijn, bijvoorbeeld, maakte die kwes KOENRAAD JONCKHEERE
Wie? Hoofddocent kunstwetenschappen (UGent)
Wat? Een kunstwerk wordt belangrijk als je gelooft in zijn betekenis of er een emotionele band mee hebt. Ook de ruimte waarin iets is opgesteld, creëert betekenis. tie aan de vooravond van de beeldenstorm aanhangig door erop te wijzen dat mensen in het atelier van de beeldhouwer nooit in blinde aanbidding op hun knieën vielen voor een heiligenbeeld, terwijl ze voor datzelfde beeld, als het in een kerk werd opgesteld, plat op de buik gingen.
De ruimte waarin je iets opstelt, creëert ook betekenis, of je dat nu wil of niet, en versterkt het geloof. Weinigen zullen zich bijvoorbeeld vragen stellen bij een beeltenis van Adolf Hitler in een historisch museum, maar als je diezelfde foto in de woonkamer van je buurman ziet hangen, zou je op zijn minst een ongemakkelijk gevoel krijgen. Om diezelfde redenen zal je een wit canvas met een zwart vierkant in een doordeweekse vergaderzaal waarschijnlijk niet opmerken, terwijl je er in een museum minutenlang naar kijkt.
Een zwart vierkant op wit canvas merk je in een vergaderzaal niet op, terwijl je er in een museum minutenlang naar kijkt
Weg magie
Die twee elementen van kunst en beeldtaal zijn al eeuwen voer voor discussie. Het is een fundamenteel aspect in de discussie over authenticiteit zoals die nu gevoerd wordt in het kader van de bruiklenen aan het MSK (DS 1 februari). Het fundament van het geloof in de betekenis, wat die magie kan creëren, is aangetast. Maar de impact reikt veel verder. Ook de discussie over het iconoclas me in Palmyra, Oekraïne of de zuidelijke staten van de VS bijvoorbeeld, het verhitte debat over de afbeeldingen van de profeet en zelfs de discussies die hier gevoerd worden over de standbeelden van Leopold II. Ze zijn symptomen van het feit dat we veel te licht omspringen met de buitengewone kracht die kunst en beeldtaal hebben.
Deze discussie zou niet moeten gaan over schuld en boete, maar over feiten en alternatieve feiten en vooral over wat er gebeurt wanneer je die materialiseert en institutionaliseert. Dan krijg je presidenten die zichzelf op verzonnen covers van Time Magazine vereeuwigen en diezelfde magie misbruiken.
Zoals A Porta glashelder liet zien, hebben kunst en beeldtaal soms de kracht van geloof. Wie de geschiedenis een beetje kent, springt daar niet lichtzinnig mee om.