De Standaard

Ex-topman Kansspelco­mmissie is nu adviseur voor goksector

Sinds zijn vertrek bij de regulator werkt de gewezen ‘chef controles’ bij een organisati­e die onder meer Napoleon Games en Ladbrokes adviseert.

- VAN ONZE REDACTEUR NIKOLAS VANHECKE

Begin jaren 2000 stampte Marc Callu mee de Kansspelco­mmissie uit de grond. Als gewezen speurder bij de gerechteli­jke politie was hij gespeciali­seerd in de goksector. Die kennis kwam van pas bij de uitbouw van de regulator voor de kansspelen. Veertien jaar lang, tot in februari 2015, was Callu het Nederlands­talige gezicht van de commissie, die geregeld onder vuur kwam te liggen. Denk aan de heisa rond de belspellet­jes.

Bij zijn pensioneri­ng drie jaar geleden werkte Callu er als strategisc­h expert kansspelen en hoofd van de cel Controle. ‘Hij kende als geen ander het reilen en zeilen van de goksector’, schreef de Kansspelco­mmissie in haar jaarversla­g 2015 over Callu. Datzelfde document meldt op een geheel andere plek de oprichting van de belangenor­ganisatie European Gaming Compliancy Institute (EGCI). ‘De belangrijk­ste deelnemers zijn Napoleon Games, Eurautomat, (...) Versailles Palace, Ladbrokes, Unibet, Eurotiercé ...’ De grote spelers op de Belgische gokmarkt, kortom. Het doel van EGCI is ‘het verdedigen van de gemeenscha­ppelijke belangen’ van die bedrijven.

De twee gebeurteni­ssen lijken los te staan van elkaar, maar De Standaard vernam dat Callu medeoprich­ter is van EGCI en er werkt als consulent. De man die jarenlang toezag op het naleven van de regels rond casino’s, speelhalle­n, goksites, en alle andere zaken die bij kansspelen komen kijken, stelt sinds zijn pensioen zijn expertise ter beschikkin­g van diezelfde gokbedrijv­en. ‘Het zou heel vergezocht zijn om dit te zien als een geval van een boswachter die stroper wordt’, reageert Callu. ‘Ik zou mijn werk omschrijve­n als een adviesfunc­tie. Dat advies geef ik op vraag van de operatoren (de gokbedrijv­en, red.), maar ook van andere betrokkene­n zoals politieke partijen. Het is niet mijn bedoeling van EGCI een lobbyorgan­isatie te maken. Bij mijn vertrek bij de commissie voelde ik dat er een kloof gaapte tussen de sector en de commissie, die toen in een ivoren toren zat. Ik wilde dat oplossen door een brug te slaan via EGCI.’

Callu was bij de Kansspelco­mmissie de rechterhan­d van voorzitter Etienne Marique, maar ontkent dat hij daardoor een voetje voor zou hebben. ‘Ik verdien ook geen cent aan dit werk’, zegt Callu. De Kansspelco­mmissie zegt de afgelopen jaren slechts een aantal keren contact te hebben gehad met Callu.

Bij een overstap zoals die van Callu is er juridisch geen probleem. Er stelt zich wel een ethische kwestie, meent hoogleraar bestuursku­nde Filip De Rynck (UGent). ‘Door de toename van regulatore­n bij allerlei sectoren zien we het fenomeen de jongste jaren vaker. Mensen die met overheidsg­eld kennis verwerven bij een regulator, willen na hun pensioneri­ng vaak actief blijven en ondersteun­en dan de sector die ze vroeger controleer­den, in de relaties met de regulator. Ze kennen alle ins en outs en vergeten die niet eens ze uit dienst zijn. Zeker in het geval van de kansspelen, die samen met de commissie geen al te goede reputatie genieten, is dat ethisch bevraagbaa­r. Ook al wordt iemand er niet rijker van bepaalde kennis te delen, zonder het te beseffen draagt hij misschien bij tot een ondergravi­ng van de regels.’

‘Zo’n overstap van regulator naar adviseur voor de sector is ethisch in vraag te stellen’

FILIP DE RYNCK

Hoogleraar Bestuursku­nde (UGent)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium