Helpt aspirine in strijd tegen darmkanker?
Is het nuttig om aspirine in te zetten om het hervallen na darmkanker te vermijden? Goedkoop zou het in elk geval zijn.
Aan het UZ Antwerpen start officieel de ‘Aspirin’studie, een internationaal vanuit Nederland geleid onderzoek waaraan nog vijf andere Vlaamse ziekenhuizen deelnemen. Ze willen de komende jaren zo’n vierhonderd patiënten vinden, die geopereerd zijn van dikkedarmkanker en kijken of een lage dosis aspirine hun overlevingskans verhoogt. Meer dan de helft van dergelijke patiënten hervalt immers.
Parallel daaraan loopt al een paar maanden een vanuit Zwitserland geleid onderzoek, waaraan zes Belgische ziekenhuizen deelnemen, dat zich hetzelfde afvraagt – of toch bijna, het ene kijkt na zes jaar, het andere na vijf jaar, het ene test 100 milligram aspirine, het andere 80 milligram.
Wereldwijd loopt een dertigtal klinische onderzoeken naar aspirine na darmkanker. Niet onlogisch: vier jaar geleden werd al aangetoond dat aspirine de kans op een eerste darmkanker verlaagt. Toch bij mensen die een welbepaald enzym in hoge hoeveelheden aanmaken.
Niet zelf experimenteren
Het lijkt dus zinnig om uit te zoeken of aspirine ook het hervallen helpt voorkomen. ‘Er zijn nog ziekenhuizen, uit heel België, die mee willen doen’, zegt coördinator Marc Peeters (UZA). Voorlopig is het niet veilig om alle patiënten alvast aspirine te geven, want dat verhoogt ook de kans op maagbloedingen en beroertes. Begin dus niet zelf met experimenteren!
Precies om die voor en nadelen af te wegen, dienen deze onderzoeken. Nu is na vijf jaar nog zo’n 70 à 80 procent van de geopereerden in leven, zegt dokter Guido Deboever van het Oostendse Damiaanziekenhuis. Je moet dus kijken hoeveel overleving aspirine daarbovenop legt, en dat vergelijken met de paar procent bloedingen en (vaak dodelijke) beroertes die de aspirine óók zal veroorzaken.
Als blijkt dat aspirine meer levens verlengt dan verkort, zal het dus om enkele procenten gaan. Maar op ruim drieduizend Vlamingen die elk jaar de diagnose ‘darmkanker’ krijgen, is dat nog steeds de moeite.
Zeker omdat aspirine een zeer goedkoop geneesmiddel is, waarvan de risico’s en biochemische werking goed gekend zijn. Daardoor moeten heel wat veiligheidsonderzoeken niet meer overgedaan worden, wat jaren onderzoek en vele tientallen miljoenen euro bespaart.
Onderzoek naar een nieuwe behandeling kost gemiddeld zo’n 2,6 miljard euro en duurt tien jaar, zegt het Anticancer Fund in een persmededeling. ‘Terwijl het onderzoek van al bestaande middelen maar 0,3 miljard en zes jaar vergt.’ Het Fund en Kom Op Tegen Kanker steunen de Vlaamse arm van het Neder
landse onderzoek.
In het Europees Parlement ging gisteren een rondetafel door over het ‘herbestemmen’ van bestaande geneesmiddelen. Een teken dat dit soort onderzoek in de lift zit.
Onderzoek naar nieuwe toepassingen van bestaande pillen klinkt eenvoudiger dan het is. Geen enkele overheid wil voldoende geld op tafel leggen om zelf nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Die taak wordt doorgeschoven naar de farmaceutische industrie, die de financiële risico’s wel wil lopen, omdat ze denkt dat de kans op winst uiteindelijk nog net iets groter is.
Maar die redenering geldt niet voor al bestaande middelen, waarvan het patent verlopen is. Ook al is het onderzoek naar een nieuwe toepassing stukken goedkoper, de kans om er iets aan te verdienen is zo goed als onbestaande, omdat iedere concurrent jou rustig het onderzoek kan laten doen en dan het middel goedkoop namaken.
Onderzoek naar herbestemming komt dus terecht bij universiteiten en ziekenhuizen, die het geld moeten zien bijeen te bedelen bij de overheid en verenigingen ‘voor het goede doel’. Alvast voor aspirine en kanker – er zijn, nog onvoldoende bewezen, signalen dat aspirine ook preventief werkt bij nog een reeks kankers – lijkt die aanpak te werken. Maar u zult toch nog enkele jaren moeten wachten op de resultaten.
Als aspirine levens verlengt, zal het om enkele procenten gaan, maar op 3.000 gevallen blijft dat toch de moeite