Verlenging kerncentrales gouden zaak voor Engie
De levensduurverlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 brengt Engie/ Electrabel jaarlijks tot 850 miljoen op. Dat houdt de overgang naar hernieuwbare energie tegen, waarschuwt het Federaal Planbureau.
De verlenging van twee kerncentrales ‘kan de energieoverschakeling vertragen, aangezien investeringen in flexibele en koolstofarme technologieën in België, die dringend noodzakelijk zijn, te lijden zullen hebben onder de lagere ROIberekening (rendementsberekening, red.) en uitgesteld of geannuleerd kunnen worden.’
Een onderbelichte passage in het rapport van het Federaal Planbureau maakt helderder dan ooit duidelijk dat een verlenging van de kerncentrales nefast is voor de investeringen in hernieuwbare energie. Nochtans rekenen alle federale regeringspartners, ook de NVA, daarop.
Het Planbureau berekende dat de verlenging van de twee jongste centrales, Doel 4 en Tihange 3, met tien jaar, de producenten van kernenergie –Engie/Electrabel vooral – 800 tot 850 miljoen kan opleveren per jaar. De producenten van zonneenergie verliezen 10 tot 31 miljoen, die van windenergie 34 tot 66 miljoen en investeringen in gasgestookte centrales worden 200 tot 277 miljoen minder rendabel, vergeleken met een volledige kernuitstap.
Dat heeft ermee te maken dat de kerncentrales afgeschreven zijn en – zelfs na de investeringen die nodig zijn om ze tien jaar langer aan de praat te houden – meer elektriciteit tegen een lage prijs op de markt kunnen brengen. Die lagere prijs bedreigt de rendabiliteit van alle andere producenten, waardoor investeerders in hernieuwbare energie afgeschrikt kunnen worden.
De resultaten liggen in de lijn van een studie van netbeheerder Elia, die er eveneens van uitging dat een levensduurverlenging van kerncentrales vooral in het voordeel van de eigenaars van die centrales is. Er is vol gens het Planbureau ook een voordeel voor de consument, maar dat is met een voordeel van 77 tot 171 miljoen euro beperkter.
Bovendien zullen vooral grote energieintensieve bedrijven de daling voelen. Gewone consumenten voelen de daling veel minder, aangezien de pure elektriciteitskosten in de stroomfactuur slechts dertig procent bedragen. De rest zijn distributietarieven, heffingen en belastingen.
Overwinsten wegbelasten
NVAKamerlid Bert Wollants zegt in De Morgen dat zijn partij het voordeel voor de producenten van kernenergie wil afromen via de nucleaire heffing. Maar de onderhandelingspositie om de overwinsten op de nucleaire centrales weg te belasten is niet zo sterk als de Belgische overheid louter vragende partij is en geen alternatief heeft.
Voor de kerncentrales Doel 1 en 2, samen goed voor bijna 900 megawatt aan vermogen, betaalt Engie/Electrabel tien jaar lang 20 miljoen euro per jaar. Dat is zo afgesproken in 2015, na lange onderhandelingen met het bedrijf.
Als een vergelijkbare inspanning wordt gevraagd voor de centrales Doel 4 en Tihange 3 (goed voor iets meer dan 2.000 megawatt), zou dat neerkomen op een jaarlijkse belasting van iets meer dan 40 miljoen euro, op een voordeel van 800 tot 850 miljoen. Zelfs in een doemscenario, waarbij de jaarlijkse opbrengst niet 850 maar 580 miljoen euro is, doet Engie/Electrabel een gouden zaak.
De verlenging van de centrales Doel 4 en Tihange 3 met tien jaar levert voor de producenten – Engie en Electrabel vooral –
800 tot 850 miljoen op per jaar