Drie of vier, dat is de vraag
Het had slechter gekund voor Jerome Powell. De 65jarige voormalige zakenbankier nam begin deze maand het roer over van Janet Yellen. Dat doet hij op een moment dat de Amerikaanse economie duidelijk in goeden doen is. De economie groeide vorig jaar met 2,5 procent – dat is hoger dan de 2 procent gemiddelde groei sinds het jaar 2000. Ook dit jaar verwacht de Fed een groei van 2,5 procent. De werkloosheid is vorige maand gezakt tot 4,1 procent – het laagste cijfer in maar liefst 17 jaar. En de inflatie trekt aan, precies wat de centrale bank zou willen. ‘Enkele van de tegenwinden die de Amerikaanse economie in de voorbije jaren trotseerde, zijn rugwinden geworden’, zei Fedvoorzitter Jerome Powell gisteren in zijn eerste optreden voor de Amerikaanse parlementsleden. Hij verwees daarbij naar de belastingverlaging van president Trump en de grotere buitenlandse vraag voor Amerikaanse producten.
Maar wat doe je het best als Fedvoorzitter in een aantrekkende economie? Dan wil je zeker niet de geschiedenis ingaan als de man die de groei fnuikte door te snel de rente op te trekken. Maar je wil net zo min Alan Greenspan achterna. De voormalige Fedvoorzitter werd verweten de financiële crisis in de hand gewerkt te hebben door het beleid te lang te soepel te houden, waardoor zeepbellen konden ontstaan.
‘Mijn persoonlijk vooruitzicht voor de economie is sinds december aangesterkt’
Om dat laatste te vermijden, heeft de Fed voor dit jaar al drie renteverhogingen gepland. Powell lijkt niet van plan van dat pad, dat hij als Fedbestuurder samen met Yellen heeft uitgetekend, af te wijken. Ook al zullen die renteverhogingen investeringen iets minder interessant maken en daardoor voor iets minder groei en banen zorgen. Wat dan ook tot minder inflatie leidt, terwijl die nu al niet al te hoog is om de doelstelling van 2 procent te halen.
Gisteren hield hij de kerk in het midden: ‘We moeten blijven een balans vinden tussen het vermijden van een oververhitte economie en de inflatie naar 2 procent brengen op een duurzame wijze’. Maar intussen kijken beleggers met een vergrootglas naar wat de Fedvoorzitter zegt, op zoek naar kleine hints die de beleidsrichting aangeeft. En die lijkt te zijn: het zou zo maar eens kunnen dat de Fed dit jaar niet drie maar vier renteverhogingen zal doen.
In zijn antwoorden in het Huis van Afgevaardigden toonde Powell zich immers optimistischer dan gedacht. ‘Mijn persoonlijk vooruitzicht voor de economie is sinds december aangesterkt’, verklaarde hij. Hoe optimistischer hij is over de economie, hoe minder schadelijk een extra verhoging. Komt die vierde renteverhoging er dit jaar? Zijn antwoord: ‘Ik zou niet te vroeg oordelen.’
Morgen spreekt Powell ook in de Senaat, maar de kans dat hij dan wel in zijn kaarten laat kijken, is zo goed als nihil. Ook daar zal hij trouw blijven aan wat hij in 2016 al verklaarde: ‘te sterk focussen op de precieze timing van beleidsdaden’ draagt eerder bij tot de verwarring.