MODERN MANAGEMENT IN BRUSSEL
Het blijft intrigeren dat iemand achttien jaar als directeur van een Brusselse vzw 1.000 euro per dag kon factureren. Misschien belichamen hij en zijn politieke heren (m/v) de sclerose van een oud en besloten machts en graaisysteem. Of niet? Hadden ze integendeel de tekenen des tijds maar al te goed begrepen? Ze pasten in elk geval een les toe uit de privésector. Die houdt toch graag voor dat het overheidsapparaat pas efficiënt wordt als het zich spiegelt aan de mores van het bedrijfsleven. Waarom dan ook niet in de vergoedingen? Hoe onorthodox of moreel discutabel ook, de Brusselse regenten kozen voor modern management.
Het is niet ongewoon dat managers zich als zelfstandige laten betalen via een managementvennootschap. Aan beide kanten scheelt dat een flinke slok op de borrel in sociale bijdragen en fiscaliteit. Onder meer daarom leidde de liquidatietaks van de vorige regering tot zoveel heibel. In die zin kunnen ook managers schijnzelfstandigen worden, net als die directeur, wiens statuut, zo verklaren federale regeringsleden nu op ferme toon, weleens grondig mag worden uitgevlooid.
Ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt is schijnzelfstandigheid niet ongewoon. Ze spaart werkgevers flink in de personeelskosten. Zeker de zelfverklaarde disruptieve economie, die zich niet graag naar de bestaande regels plooit, maakt er graag gebruik van. Vorig jaar berekende de Luikse universiteit dat België een half miljoen schijnzelfstandigen telt. Vaak zit een regulier arbeidscontract er voor hen nu eenmaal niet in. Het is geen keuze maar een noodzaak. En een aflopende kwestie is het allerminst: de cijfers (uit 2016) toonden een stijging met 14 procent aan.
Met een vicieuze cirkel als gevolg. Omdat de lasten op arbeid hoog zijn, dreigen ‘marktconforme’ vergoedingen duur uit te vallen, wat ontwijking via alternatieve statuten stimuleert, zeker als de wet er niet te moeilijk over doet. Zo nemen de fiscale en sociale inkomsten af, wat het nog moeilijker maakt om de druk op arbeid te verlichten.
De reguliere middeninkomens voelen dat als eerste. Voor hen zitten ontsnappingsroutes er niet in, behalve via schijnconstructies als de salarisauto. Die kost de overheid ruim 4 miljard euro (het cijfer voor 2010), maar is als extra loon slechts een lapmiddel en heeft voorts een kwalijk effect op mobiliteit en milieu. Verder kan de middengroep nog rekenen op subsidies en fiscale voordelen die via het bekende mattheuseffect vooral bij haar belanden, via de dienstencheques, de woonbonus, de gezinstoelagen of de kinderopvang. Maar ook daar wordt de overheid niet meteen beter van.
Ook het nu geplande onbelast bijklussen volgt die logica (het kan alleen voor wie al een baan heeft), al brengt ook dat per definitie niets in de staatskas. Dat laatste geldt eveneens in hoge mate voor de flexijobs, die net als het onbelast bijverdienen ook nog eens bestaande banen kunnen verdringen. Ook de recente ingreep in de erfbelasting is allicht te begrijpen als een geste naar de middengroepen.
Kiezen in nieuwe inkomsten en uitgaven is een zaak van politieke prioriteiten. Zoals wanneer een staatssecretaris vindt dat mensen met een beperking voorrang moeten krijgen op leefloners bij een eventuele verhoging van de laagste uitkeringen. Behalve dat dit concurrentie om een aalmoes sticht onder de minima, kan dat slechts een hypothese zijn, want daar heeft de regering nu toch geen geld voor veil.
Op het eerste gezicht gaat het met dit alles slechts om gerommel in de marge, omdat ook deze coalitie niet tot grondige ingrepen komt. Of gaat het toch om meer? De erfenisdiscussie gaf er een indicatie van (DS 24 februari). Dat zelfs de erfbelasting nu wegdrijft van wat er altijd de goede zin van was, kan wijzen op een verderstrekkende intentie bij de meerderheid. Dan gaat het niet louter meer om het paaien van een electoraat, al schaadt dat de staatskas, maar wordt het wel degelijk de intentie om die kas leeg te maken, teneinde de overheid in een geheel nieuwe, minimale functie te dwingen.
Het is ook geen geheim. Zelfs een intentieproces hoeft niet. Open VLDvoorzitter Gwendolyn Rutten zei het in deze context (op Twitter) met zoveel woorden: ‘In deze 21steeeuwse, digitale tijd moet de overheid radicaal anders en slanker. Elementair.’ Dat is duidelijk. Al verdient een discussie over zo’n radicale omwenteling toch rijkere argumenten dan alleen een modieus klinkende slogan.
Het wordt nu wel degelijk de bedoeling om de overheid haar financiële slagkracht te ontnemen