Een draak van een telefoon
Enkele honderden jaren geleden boden Europese handelaars zich in China aan met een kleine stoommachine, met als doel de enorme economie van het keizerrijk te openen. Vandaag zijn de rollen omgekeerd en dringen Chinese handelaars zich bij ons op, niet met een kleine stoommachine deze keer, maar met 5G, oftewel supersnelle draadloze communicatie. Half Europa heeft zich al laten inpakken door telecombedrijven als Huawei en ZTE. De Chinese ambities die achter de 5Gtechnologie steken, daar trekt de doorsnee Europese politicus zich niets van aan, zolang de jeugd maar kan gamen en de zakenman iets sneller in de cloud kan duiken: Europese zelfgenoegzaamheid versus Chinees mercantilisme.
We hoeven China daarom niet eens als een kwaadaardige natie te beschouwen. China doet wat het moet doen: groeien en invloed verwerven. Het doet dat bovendien op een bijzonder uitgekiende manier. Het probleem ligt bij de eigen samenleving, die niet langer in staat is haar belangen te verdedigen. Kortzichtigheid primeert. We willen nu met onze mobieltjes kunnen spelen en verwachten dat onze overheden dat nu mogelijk maken. Hoe dat onze industrie op lange termijn beïnvloedt of de welvaart van onze kinderen, daar stellen we ons liever geen vragen over.
Uitputtingsstrijd
Het probleem met Chinese bedrijven als Huawei is nochtans bekend (DS 26 februari). Huawei heeft jarenlang Chinees protectionisme genoten. Eerst deden ook Europese bedrijven zoals Nokia het goed in China, maar zo’n vijftien jaar geleden werden de regels plots veranderd, slonk het marktaandeel van buitenlandse telecombedrijven als sneeuw voor de zon en kregen firma’s zoals Huawei de gigantische economie bijna voor zich alleen. Huawei is in de strikte zin van het woord geen staatsbedrijf, maar het kan beschikken over tientallen miljarden aan krediet om de uitvoer te promoten en kan daarmee ook Europese bedrijven buiten China beginnen beconcurreren, investeren in dure shirtsponsoring van voetbalclubs en leerstoelen sponsoren aan de universiteiten. Het succes van Huawei is dus minstens voor een deel door de staat gefinancierd. Het krijgt financiële steun al naargelang het loyaal blijft aan de verzuchting van de Communistische Partij van China.
Die strategie wordt op veel Chinese sectoren toegepast: de binnenlandse markt afschermen en vervolgens met hulp van de staatsbanken een financiële uitputtingsstrijd lanceren tegen concurrenten op de internationale markt. Wat het ons in JONATHAN HOLSLAG
Wie? Wat? Europa voorlopig oplevert, zijn Chinese spullen tegen redelijke prijzen. Maar op langere termijn ondergraven we de welvaart.
Enerzijds haalt China in Europa een handelsoverschot van gemiddeld 140 miljard euro op, middelen die het daarna gebruikt om bedrijven als Huawei te promoten, om in het buitenland te investeren in strategische infrastructuur, zoals de haven, en om politieke invloed te kopen. Anderzijds maakt dat beleid industriële productie in Europa bijna onmogelijk. De koopkracht die we nu winnen door Chinese invoer, daar dreigen onze kinderen het gelag voor te betalen door het verlies aan productiviteit en concurrentiekracht. Zij zullen opdraaien voor de rekening.
Ongeziene censuur
Wat dan met het vermeende spionageprobleem? Bedrijven als Huawei zouden zo dominant kunnen worden dat ze industriële en politieke informatie zouden kunnen ontfutselen. Dat risico bestaat, maar het bestaat ook met betrekking tot nietChinese bedrijven, zeker aangezien veel Europese lidstaten gewoon niet de belangstelling en de capaciteit hebben om gevoelige informatie of hun wetenschappelijk potentieel af te schermen.
Toch is het vooral de Chinese economische strategie die zorgen baart: grote nationale bedrijven ondersteunen om de Chinese afhankelijkheid van het buitenland te verkleinen en Europese landen tezelfdertijd afhankelijker te maken van Chinese tech nologie en kredieten. Daarbij is het bijzonder storend dat politici zich gemakzuchtig wegsteken achter het idee van de vrije markt. Europa mag zijn markt niet afschermen en is gebaat bij Chinese technologie, liet recent nog vicepremier Alexander De Croo (Open VLD) verstaan. Zo’n inschatting vind ik eerder ongepast voor een minister die over onze belangen hoort te waken, maar is vooral vreemd voor een liberaal.
Zullen we echt een gezonde Euro pese markt in stand houden door ze open te gooien voor staatskapitalisme? Zullen we echt onze democratie beschermen door landen als China toe te laten van hun dictatuur een concurrentieel voordeel te maken? Zal economische openheid echt tot meer politieke openheid leiden in China, nu de huidige president nog eens bijtekent voor minstens vier jaar (DS 26 februari) en de censuur ongezien is?
Zolang de jeugd maar kan gamen en de zakenman iets sneller in de cloud kan duiken
Liever euforisch zijn
Ik begin hoe langer hoe meer te vermoeden dat we dit gewoon niet willen zien. Fijner is het voor onze politici om op het Wereld Economisch Forum in Davos de nieuwe Chinese heersers stroop om de mond te smeren met praatjes over connectiviteit dan de fundamentele belangen van de samenleving te verdedigen. Fijner is het vandaag te toeven in de euforie over technologische vooruitgang dan koelbloedige inschattingen te maken over macht, invloed en welvaart. Ik vrees dat we de strijd om het behoud van onze macht en welvaart in de nieuwe wereldorde aan het verliezen zijn – en vooral dat velen pas zullen wakker worden als de strijd voorbij is. ‘De Chinese ambities die achter de 5Gtechnologie van Huawei steken, daar trekt de doorsnee Europese politicus zich niets van aan.’