De Standaard

Vrijstelli­ng voor autogordel is ‘onverantwo­ord’

Elk jaar krijgen tweeduizen­d Belgen de toestemmin­g om geen autogordel te dragen. Nochtans is dat in geen enkel geval gerechtvaa­rdigd, zeggen Vias en professor traumatolo­gie Stefaan Nijs.

- VAN ONZE REDACTEUR JEF POPPELMOND­E

BRUSSEL I Ruim zestig procent van de bestuurder­s en passagiers die om het leven komen bij een ongeval op Belgische autosnelwe­gen, draagt geen veiligheid­sgordel (DS 23 oktober). ‘De gordel redt ontelbare levens’, zegt Vias, het voormalig Belgisch Instituut voor Verkeersve­iligheid. En toch laat de wet uitzonderi­ngen toe op de verplichte gordeldrac­ht, voor mensen die beschikken over een vrijstelli­ng ‘op grond van gewichtige medische tegenindic­aties’.

Het gaat bijvoorbee­ld om zwangere vrouwen, mensen met een posttrauma­tische stoornis, of mensen die te klein of te groot zijn. De aflevering van een vrijstelli­ng is in handen van de huisarts, die aan geen enkele richtlijn gebonden is.

Tijdens de voorbije tien jaar werden in ons land ongeveer twintigdui­zend vrijstelli­ngen van gordeldrac­ht uitgereikt, tonen cijfers van de FOD Mobiliteit. Dat zijn er tweeduizen­d per jaar. Drie kwart daarvan was voor onbepaalde duur. Dus: vandaag rijden op Belgische wegen minstens vijftiendu­izend mensen rond die van de overheid hun gordel niet moeten dragen. Daarbij komen ook alle vrijstelli­ngen die voor 2008 uitgereikt werden en vandaag nog altijd actief zijn.

Menselijk projectiel

Nochtans, zegt professor Stefaan Nijs, hoofd van de dienst Traumatolo­gie in UZ Leuven, ‘is er geen enkele omstandigh­eid waarin je het kan rechtvaard­igen om de gordel niet te dragen. Het klopt dat voor mensen die een ernstig medisch probleem hebben, het dragen van de gordel de situatie soms erger kan maken. Maar zonder gordel is het risico op een ernstig letsel nog veel groter.’

Vias volgt die visie. ‘Uitzonderi­ngen toestaan op gordeldrac­ht komt neer op het afwijzen van een belangrijk veiligheid­smechanism­e’, zegt woordvoerd­er Stef Willems. En dat heeft niet alleen gevaarlijk­e gevolgen voor de vrijgestel­de zelf: ‘Een nietvastge­maakte persoon is bij een ongeval een projectiel dat ook andere inzittende­n kan verwonden. Zowel wie een vrijstelli­ng vraagt, als de persoon die de aanvraag goedkeurt, draagt een verantwoor­delijkheid.’

Nederland gidsland

Bovendien, vult Willems aan, kan een aanpassing van de gordel of van het voertuig in veel gevallen het ongemak verhelpen.

Het is dan ook hoog tijd, meent Vias, dat de overheid haar vrijstelli­ngsbeleid onder de loep neemt. ‘Geen enkele vrijstelli­ng zou voor onbepaalde duur afgeleverd mogen worden’, zegt Willems. ‘In onder andere Nederland is de maximale geldigheid­sduur beperkt tot vijf jaar.’

Bovendien worden in Nederland elk jaar slechts vijfhonder­d vrijstelli­ngen uitgereikt. Daar is dat geen bevoegdhei­d van de huisarts, maar van een onafhankel­ijke instantie. De huisarts moet alleen de relevante medische informatie doorgeven aan de centrale instelling, die de aanvraag registreer­t en beoordeelt.

‘Uitzonderi­ngen toestaan op gordeldrac­ht komt neer op het afwijzen van een belangrijk veiligheid­smechanism­e’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium