Knielen voor de Koning
Kendrick Lamar liet het Sportpaleis zo hard springen dat het nu tien meter dieper in de grond zit. In Antwerpen bewees de belangrijkste rapper van het moment zijn reputatie waard te zijn.
Naast dit artikel ziet u Instagramfoto’s van fans uit het Sportpaleis in Antwerpen: Kendrick Lamar laat geen persfotografen toe tijdens zijn concerten. Die eis is doorgaans weggelegd voor de Beyoncés, Lady Gaga’s of Bruno Marsen van deze wereld, wier imago zo belangrijk is dat ze er zelf de totale controle over willen behouden. Dat Lamar doorgestoten is naar dat hoogste niveau in de muziekwereld wordt ook bevestigd door de cijfers: op Spotify werden in 2017 enkel Ed Sheeran, Drake en The Weeknd meer gestreamd, en bij de Grammy’s deed alleen Mars beter dan Kendricks vijf beeldjes.
Het verschil zit hem in de achtergrond. Beyoncés vader was salesmanager bij Xerox. Drake speelde op zijn vijftiende al in de Canadese tienerreeks Degrassi. En Ed Sheeran, tja, dat is Ed Sheeran. Lamar komt daarentegen uit het Californische Compton. Hij groeide op in sociale woonblokken en tussen het bendegeweld – Compton is een van de misdaadhoofdsteden van de VS, waar NWA ‘Fuck tha police’ leerde zeggen. Maar Lamar was een goeie student, en in plaats van te verdrinken gebruikte hij zijn omgeving in zijn hiphop. Over de woonblokken schreef hij debuutplaat Section.80 (2011), over de bendes maakte hij doorbraakalbum Good kid, m.a.a.d city (2012).
Tussen Obama en Fox
In het Sportpaleis putte de dertigjarige rapper vooral gretig uit dat laatste album. Bij hits als ‘Backseat freestyle’ en ‘M.a.a.d city’ werd zo hard gesprongen dat de zaal haast door haar fundamenten ging. Ook het bedachtzamere ‘Money trees’ kreeg een stadionversie, als om te zeggen: het is niet omdat hij de vaandeldrager van de maatschappijkritische rap is, dat Kung Fu Kenny niet weet wat een feestje is.
Lamars bindteksten beperkten zich tot beleefd informeren naar de gemoedstoestand van zijn publiek – hij was duidelijk niet gekomen om te preken. Daar schoten ook de nummers uit het politiek geladen To pimp a butterfly bij in. Dat album sloeg de brug tussen hiphop en freejazz en werd onthaald als het meest relevante van 2015, maar enkel ‘King Kunta’ en ‘Alright’ haalden de setlist.
Ook niet min, natuurlijk. Het refrein van dat laatste nummer – ‘I’m fucked up/ homie you fucked up/ but if God got us/ then we gon’ be alright’ – groeide uit tot het onofficiële anthem van de Black Lives Matterbeweging. Toenmalig Amerikaans president Barack Obama omarmde de plaat en nodigde Lamar uit in het Witte Huis. Maar conservatief Amerika had een nieuwe schietschijf gevonden.
Nieuwsankers van Fox namen aanstoot aan de zin die dat ‘Alright’refrein voorafgaat. ‘We hate popo/ wanna kill us dead in the street fo sho’ is een verwijzing naar het neerschieten van jonge, ongewapende zwarte mannen door de politie en werd gezien als haatzaaierij jegens de ordediensten. ‘This is why I say that hip hop has done more damage to young African Americans than racism in recent years’, sneerde Foxanker Geraldo Rivera daarover.
Op zijn jongste album Damn reageerde Lamar eindelijk: hij samplede de uitspraak voor ‘DNA’. Het was een gedroomde opener voor het Sportpaleis: ‘DNA’ was een van de beste songs van 2017 en een snoeiharde opsomming van alles wat Lamar Lamar maakt. Het haalt vlijmscherp uit naar conservatief Amerika, Lamars onnavolgbare rijmvernuft laat de
beat nóg lekkerder klinken, en de rapper benadrukt waar zijn tomeloze ambitie hem gebracht heeft. Namelijk: twintig jaar geleden zwierf hij met zijn familie van motel naar motel, nu is hij de meest gerespecteerde rapper in
the game en is zijn huis groot genoeg om er radslagen in te draaien. Mede dankzij Lamars verkoopsuccessen stak hiphop dit jaar rock voorbij als populairste genre. Een grotere middelvinger naar Fox is haast niet te bedenken.
Eenzame hoogte
En dus was Lamars passage in het Sportpaleis vooral een viering van de dominantie van hiphop anno 2018 – en bij uitbreiding van de eenzame hoogte waarop Lamar binnen dat genre vertoeft. Hij klaarde de klus in zijn eentje, zonder indrukwekkende special effects of een horde hype men aan zijn zij. Om een mondje mee te rappen had hij namelijk het publiek. Hoe complex de teksten van ‘Backseat freestyle’ of ‘Loyalty’ ook zijn, ze werden unisono meegebruld. Met radiohit ‘Humble’ als hoogtepunt. Halfweg trok Lamar de stekker uit de tape en nam het Sportpaleis een minutenlang
‘sit down/ be humble’ over, alsof hun leven ervan afhing. En King Kendrick? Die bleef lekker staan. Nogal wiedes: met zo’n oeuvre zou alle bescheidenheid vals zijn.
Hij klaarde de klus in zijn eentje, zonder indrukwekkende special effects of een horde ‘hype men’ aan zijn zij. Om een mondje mee te rappen had hij het publiek