Belgisch minimumloon bij hoogste EU
BRUSSEL I België is een van de weinige landen waar de kloof tussen het minimumloon en de rest van de lonen, is toegenomen. Dat blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de minimumlonen van de Duitse Hans Böckler Stiftung.
In 2000 bedroeg de ondergrens voor het Belgische minimumuurloon 53,1 procent van het mediane voltijdse uurloon, en 45,8 procent van het gemiddelde voltijdse uurloon. In 2016 waren die percentages gedaald tot 49,5 en 42,3. In de meeste andere landen was sprake van een omgekeerde beweging: de minimumlonen kwamen dichter bij de rest te liggen. Uitzonderingen waren, behalve België, ook Australië, Ierland, Nederland en de Verenigde Staten. In veel OostEuropese landen gingen de minimumlonen flink omhoog en kwamen ze dichter bij het gemiddelde te liggen.
Een mogelijke verklaring is dat het Belgische minimumloon al relatief hoog is in vergelijking met veel andere landen. Op 1 januari 2018 bedroeg het 9,47 euro per uur. In euro’s uitgedrukt betalen maar vier Europese landen meer. Gecorrigeerd voor koopkracht zijn dat er zelfs maar drie: Luxemburg, Frankrijk en Nederland. In de VS bedraagt het minimumloon omgerekend 6,42 euro, in Japan 6,69 euro en in Duitsland 8,84 euro. Veel Belgische minimumlonen worden overigens via sectorale cao’s bepaald.
Zes van de 28 lidstaten van de EU kennen geen wettelijk minimumloon. Het gaat om Oostenrijk, Italië, Denemarken, Zweden, Finland en Cyprus. Duitsland voerde het minimumloon pas in 2015 in. (rmg)