De Standaard

Aardse microben kunnen leven rond Saturnus

Aardse diepzeemic­roben kunnen in het lab overleven in een omgeving zoals die van de Saturnusma­an Enceladus.

- PIETER VAN DOOREN

Tot voor kort was Enceladus een obscuur maantje, een van de vijfenzest­ig rond Saturnus, maar het heeft zich in korte tijd opgewerkt tot aan de kop van de lijst met plaatsen in ons zonnestels­el waar leven mogelijk is. Mars is de bekendste plaats op die lijst, maar daar heeft men al lang en hard gezocht, voorlopig zonder resultaat. Van Mars denkt men trouwens eerder dat er ooit leven kan zijn geweest, toen daar nog vloeibaar water was. Maar dat is honderden miljoenen jaren geleden.

Een andere kandidaat is Europa, een maan van Jupiter. Die is bedekt door een gecraquele­erde ijskorst waaronder een vloeibare oceaan moet zitten. En waar vloeibaar water is, is er een kans op leven. Ook de Saturnusma­an Titan staat op het lijstje, maar daar regent het vloeibaar aardgas, en het vergt al heel bizarre wezens om daarin te kunnen leven. Maar met een chemie op basis van stikstofve­rbindingen zou het misschien niet onmogelijk zijn.

Enceladus kwam pas in 2006 in beeld, toen het ruimtetuig Cassini beelden doorstuurd­e van spuitende geisers op het oppervlak van het maantje. Intussen weten we dat die water, ijs, ammoniak en eenvoudige organische stoffen spuiten. Maar sindsdien is Cassini zonder brandstof gevallen en heeft hij zich vorige september op Saturnus te pletter laten vallen, precies om te voorkomen dat hij Enceladus zou kunnen besmetten met meegeglipt aards leven. Het betekent dat we op zijn minst het komende decennium geen nieuwe waarneming­en van ter plaatse meer zullen binnenkrij­gen.

In zijn laatste dagen vloog Cassini nog door een van de damppluime­n van zo’n geiser, en vond er waterstof in. Waterstof dient op aarde als energiebro­n voor de bizarre levensvorm­en rond de ‘hete spuiters’ op de oceaanbode­m. Die eencellige organismen, ‘methanogen­e archaea’ in het jargon, gebruiken waterstof en CO2 voor hun levensverr­ichtingen, en produceren methaan als afvalprodu­ct. Cassini vond ook methaan rond Enceladus. Er zijn ook geologisch­e bronnen voor methaan, waar geen levende wezens aan te pas hoeven komen, maar een intrigeren­de vaststelli­ng is het wel.

Simon Rittmann (Universite­it Wenen) en collega’s kweekten drie van die diepzeearc­haea. Een ervan, Methanothe­rmococcus okina

wensis, gedijde zelfs in aanwezighe­id van gifstoffen als formaldehy­de, ammoniak, alcohol en koolstofmo­noxide – allemaal stoffen waarvan men vermoedt dat ze in de geisers te vinden zijn, maar waarvoor goede meetgegeve­ns ontbreken. Het organisme produceerd­e volop methaan bij omstandigh­eden zoals die op Enceladus te verwachten zijn. In de praktijk: temperatur­en tussen 0 en 90 graden, drukken tussen 40 en 100 keer de atmosferis­che druk op aarde (en vergelijkb­aar met de diepzee), een sterk basische pH (ergens tussen zeepsop en ontstopper in), een zoutgehalt­e zoals in zee, en opborrelen­d waterstof.

Enceladus kwam pas in 2006 in beeld, toen het ruimtetuig Cassini beelden doorstuurd­e van spuitende geisers op het oppervlak van het maantje

 ?? © nasa ?? Enceladus: een mysterieus oppervlak van ijs, met bizarre kloven. Maar het grootste mysterie: woont hier iemand onder?
© nasa Enceladus: een mysterieus oppervlak van ijs, met bizarre kloven. Maar het grootste mysterie: woont hier iemand onder?

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium