Allemaal koloniaal!
Mogen alleen sikhs een tulband dragen?
Elke dag is tegenwoordig cultureleappropriatiedag. Gucci kreeg het verwijt toen het mannequins vorig weekend over de catwalk liet lopen met een dastar, de tulband die sikhs meestal dragen. Zara vorige maand voor een geruite wikkelrok die op een loengi lijkt, de sarong die mensen in het zuiden van India dragen. En dan was er nog Kim Kardashian, die haar haar in zilveren
cornrows liet vlechten. Cornrows zijn een zwarte haartooi, Kardashian is niet zwart, dus getuigt het van een gebrek aan respect om zich dat toe te eigenen. (Dat Kardashian het kapsel toeschreef aan ‘Bo Derrick en de film 10’, vergrootte de boosheid alleen maar. De fans van Bo Derek hebben nog niet gereageerd op de verbastering van haar naam.)
‘Culturele appropriatie’ werd oorspronkelijk gebruikt door de NoordAmerikaanse First Nations wanneer blanken onnadenkend, of zelfs met de bedoeling hun cultuur belachelijk te maken, symbolen van de indianen gebruikten. De grote verentooi in het embleem van AA Gent is bijvoorbeeld een religieus symbool: alleen leiders kunnen hem dragen, en dan nog alleen tijdens bepaalde rituelen. Maar sinds de eeuwwisseling wordt de term gebruikt als een dominante groep – meestal blanke westerlingen – zich de culturele symbolen van een minderheidsgroep toeeigent.
Dat haar hoort niet
Het verdient altijd aanbeveling om respectvol om te springen met de gewoonten en symbolen van anderen, maar niemand is ooit geholpen door dingen onbespreekbaar te maken. En over culturele appropriatie wordt in verboden gesproken, zodat er geen debat is. Jesy Nelson, een van de meiden van de Britse popgroep Little Mix, liet ook vlechtjes zetten. De reactie van ene @sophia_mohamed op haar Twitteraccount verduidelijkt het probleem. ‘Jesy, lieveling, haal die foto weg of schrijf een verontschuldiging. Je hebt er vast niet aan gedacht toen je het liet doen, maar dit is culturele appro priatie. Ik haat je niet en je staat er prachtig mee, maar dit kapsel is niet voor jou.’
Het is niet toevallig dat een van de militantste songs van Solange ‘Don’t touch my hair’ is. In Amerika ligt afrohaar nog gevoeliger dan in Europa, waar de Nederlandse Sandra Sprott en Janice Deul in hun Little
black hair book ook blanke vrouwen met ‘zwarte’ kapsels opnamen, of zwarte modellen met gesteild haar. Slavinnen die in Amerika van de boot stapten, werden kaalgeschoren in een bewust vernederende en ontmenselijkende geste. Natuurlijk kroeshaar gold in de States (en geldt er soms nog) als onhygiënisch en onprofessioneel. Dan is het prachtig om er een geuzensymbool van te maken en trots met reusachtige afro’s of ‘etnische’ kapsels rond te lopen.
Maar is het wenselijk om een vorm van lichaamsversiering voor één bevolkingsgroep voor te behouden? Als die bevolkingsgroep gelijkstaat met een ras, zit je in de kortste keren met rare en ongemakkelijke paradoxen. De Ku Klux Klan vindt óók dat blanken geen Afrikaanse vlechtjes of indiaanse motieven horen te dragen. Veel blanken die vlechtjes of dreadlocks laten zetten, doen dat uit bewondering voor bepaalde zwarte helden. Het moet tot nadenken stemmen als je boos bent op mensen die je cultuur een warm hart toedragen, maar de redenering volgt van de mensen die haar willen uitroeien.
Stel dat het toch wenselijk is om bepaalde uiterlijke symbolen voor één bevolkingsgroep te reserveren en je cultuur ‘puur’ te houden. Is dat ook haalbaar? Er zijn talloze voorbeelden van doeken die rond heupen of hoofden worden geknoopt, in alle culturen en alle tijdperken van de geschiedenis. Jan Van Eyck schilderde een man met een prachtige rode tulband, waarschijnlijk een zelfportret. De rode tulband is een chape
ron, een waanzinnig populair hoofddeksel voor mannen op het einde van de middeleeuwen – Filips de Goede werd er verschillende keren mee vereeuwigd. Het werd niet meegebracht uit het oosten door de kruistochten, zoals het decolleté. Het is gewoon een kap die steeds groter werd en waarvan de uiteinden uiteindelijk kunstig werden gedrapeerd en geknoopt. Maar een modeontwerper die zich ooit door Van Eyck laat inspireren, riskeert wel het verwijt dat hij een tulband uit Rajasthan of Gujarat heeft geapproprieerd: die lijken daar sprekend op.
Exclusief voor gelovigen
De tulband van Gucci lijkt inderdaad heel erg op de dastar, en dat is een religieus symbool voor sikhs. Als ze de kledingsregels van hun geloof willen volgen – het is net zo min als de hoofddoek voor moslimvrouwen verplicht – dan mogen ze hun haar nooit knippen, maar moeten ze het buitenshuis bedekken. Religie maakt het debat nog delicater. Maar als je het debat serieus wil voeren, kun je niet om de vaststelling heen dat ook ‘heilige’ tradities soms pendelen tussen culturen en religies. In Bloot of
bedekt? beschrijft de Nederlandse hoogleraar Mineke Schipper hoe het joodse keppeltje in het leven werd geroepen: joden bedekten hun hoofd met een willekeurige hoed, maar in de middeleeuwen ontstond het idee dat ze beter één onderscheidend hoofddeksel konden dragen. ‘Dat werd uiteindelijk het keppeltje, qua vorm ontleend aan het hoofddeksel dat bisschoppen dragen’, schrijft Schipper.
‘Tradities’ die worden gezocht uit een romantisch verlangen om de eigen identiteit te versterken, houden niet lang stand als je even doordenkt. Neem de cornrows van Kim Kardashian, die in de States ook ‘fulani
braids’ worden genoemd, naar de Fulbe, Peul of Fulani, een nomadenvolk dat leeft van Mauritanië tot Nigeria (en dat bekend is om zijn mooie mensen, wat waarschijnlijk meetelt). De meeste AfroAmerikanen weten vanzelfsprekend niet waar hun roots liggen, omdat ze werden ontvoerd naar de andere kant van de wereld. De meerderheid mag aannemen dat hun roots in WestAfrika liggen, inderdaad waar de Fulbe wonen. Maar er wonen nog andere etnische groepen in dit gebied. En zwarte Amerikanen eigenen zich net zo goed ‘box braids’ toe, die een Zoeloekapsel zijn en dus uit het zuiden van Afrika stammen, waar weinig slaven vandaan kwamen.
Als je ‘fulani braids’ intikt op Google Afbeeldingen, vind je geen foto’s van Fulbe, maar van Amerikaanse schoonheden die net naar de kapper zijn geweest. Vaak hebben ze weinig affiniteit met Afrika, als ze al niet denken dat het één land is. In 1993 gaf de – politiek bevlogen, live zeer opwindende – hiphopgroep Arrested Development een persconferentie in het Klein Kasteeltje. De leden waren ontzet dat de Afrikaanse vluchtelingen daar niet terug naar ‘de bakermat’ wilden: in hun voorstelling van Afrika was geen plaats voor zwarten die tegen elkaar vochten of elkaar uitbuitten. Voor veel Afrikanen zijn die woke AfroAmerikanen gewoon Amerikanen, die niet minder koloniaal zijn dan hun blanke landgenoten.
Ghetto haar
Dat het debat over natural hair in Amerika nog zo emotioneel wordt gevoerd, is omdat de discriminatie ook nog niet verdwenen is. De jonge journaliste Georgia Chambers beschrijft naar aanleiding van Kardashians vlechten in Teen Vogue hoe lang ze had getwijfeld om box braids te laten vlechten. Haar blanke vrienden en familieleden waarschuwden haar: die zijn te ‘ghetto’ en ‘onprofessioneel’. Haar zwarte familieleden waren in de wolken, vooral omdat ze haar haar in het huis van haar oma liet vlechten. En toen loste een deel van haar blanke vrienden op in het niets. ‘Ik had nooit gedacht dat mijn haar mijn identiteit zou bepalen. Het leek alsof ik afstand had genomen van de blanke maatschappelijke normen waarin ik functioneerde.’
Het is verschrikkelijk dat je anno 2018 kunt gediscrimineerd worden op basis van je haar. Maar is het niet logischer om je energie te besteden aan de strijd tegen die discriminatie, dan tegen mensen die dat kapsel kopiëren? Dat zijn per definitie niet degenen die jou zullen straffen om je vlechtjes. Het vermoeden rijst bovendien dat de mensen die wél discrimineren, het best vinden dat minderheidsgroepen al hun Latijn steken in discussies over haar en kleren. Dan betogen ze niet tegen politiegeweld, of voor betere scholen, of voor gelijke lonen.
Is het niet logischer om je energie te besteden aan de strijd tegen discriminatie, dan tegen mensen die een kapsel kopiëren?