Straks in Brussel: een lijk recycleren tot compost
De uitvaartsector bekijkt met scepsis de alternatieve vormen van lijkbezorging en waarschuwt voor de emotionele impact bij de nabestaanden.
BRUSSEL I Begraven worden in een composthoop of de dode oplossen in een bad met zuren: als het van Brussels ministerpresident Rudi Vervoort (PS) afhangt, mag het binnenkort in het Hoofdstedelijk Gewest. Hij ziet vooral ecologische voordelen in die alternatieve vormen van lijkbezorging.
Vervoort stelt volgens het magazine Bruzz nog deze maand zijn plannen voor aan de Brusselse regering. Als hij de nodige steunt vindt, speelt Brussel een voortrekkersrol in de modernisering van de uitvaartsector. In België is de bezorging van stoffelijke overschotten strikt geregeld: alleen begraven of cremeren mag.
Maar die klassieke technieken hebben ook grote nadelen. Vooral dan inzake vervuiling van de omgeving. Dat onderzocht onder andere de Technische Universiteit van Delft en TNO, een onafhankelijke instantie in Utrecht.
Zo verbruikt een crematie tot 25 kubieke meter gas, een hoeveelheid waarmee je tien dagen lang Bij een flat van normale grootte mee verwarmt. Verbranden stoot in het luchtruim bovendien schadelijke stoffen uit, zoals koolstofdioxide, kwikverbindingen, dioxines en zelfs resistente ziektekiemen.
Grafzerk komt van ver
Ook begraven heeft minpunten. Behalve het feit dat de steen van een grafzerk vaak een verre herkomst heeft en dus de vervoerskosten de hoogte injaagt, kan een lijk in de grond het grondwater contamineren. Onder meer door de lijmen en de metalen van de kist, of door bepaalde geneesmiddelen in het lichaam. Daarnaast neemt een graftombe voor langere tijd veel plaats in, terwijl ruimte een schaars goed wordt.
Daarom neemt Vervoort nu het initiatief om alternatieven wettelijk toe te laten. Zoals ‘humusatie’, waarbij een lijk gewikkeld in een biologisch afbreekbaar laken op een soort bedje komt van gesnoeid hout en compoststarter. Het dode lichaam wordt daarna dik bedekt met een mengsel van stro, bladeren en gras, om ‘het monument’ op temperatuur te houden. Na een jaar verteren, ergens op een speciaal daartoe bestemde plaats, schieten alleen de botten over.
Naast humusatie denkt Vervoort aan ‘resomeren’, ofwel ‘verwateren’, waarbij de stoffelijke overschotten in een soort levensgrote wasmachine terechtkomen en drie uur lang oplossen in een zurige substantie.
Emotionele impact
De uitvaartsector ziet vooral in dat laatste brood, minder in de humusatie. ‘De personeelskosten lijken me namelijk niet bepaald min’, zegt Thomas Heiremans, woordvoerder van Uitvaartunie Vlaanderen. ‘De constante bewaking van de kuilen, het schoonmaken, dat loopt allemaal op.’
Heiremans denkt niet dat humusatie kan rekenen op grote belangstelling, door de niet te onderschatten emotionele impact van het systeem. ‘Het blijft een macaber idee een overledene tot compost te recycleren. Niet elke nabestaande kan dat beeld aan.’
In Vlaanderen staat bevoegd minister Liesbeth Homans (NVA) dan weer sceptisch tegenover de praktijk van resomeren wegens een ‘aantal ethische bezwaren’, zei ze onlangs nog in het parlement. Er is volgens haar bovendien nog altijd ‘geen duidelijkheid over de milieuimpact en de kostprijs’. Geplaatst op een bed van gesnoeid hout, gemalen bruinkool en compoststarter, wordt het lichaam bedekt met 2 m3 van dit mengsel en komt er een laag stro bovenop om
het lichaam warm te houden.
Na +/- 3 maanden Het vlees zal verteerd zijn door micro-organismen en omgezet in potgrond. Metalen prothesen en (of) niet-biologisch afbreekbare materialen worden verwijderd, de botten worden verpulverd.
Na 12 maanden
‘Het blijft een macaber idee een overledene tot compost te recycleren. Niet elke nabestaande kan dat beeld aan’ THOMAS HEIREMANS Uitvaartunie Vlaanderen
Er blijft ongeveer 1,5 m³ ‘supercompost’ over.
Als de familie dat wenst, kan ze een emmer van deze ‘supercompost’
gebruiken als bosgrond. wordt een lijk gewikkeld in een biologisch afbreekbaar laken en bedekt met een mengsel van stro, bladeren en gras.