‘Wilt u naar de opvang?’ ‘Ga weg!’
In Deurne werd gisterochtend een dakloze gevonden die in de vrieskou was gestorven. In Etterbeek worden buitenslapers preventief opgepakt. In Brussel weigeren tientallen mensen naar de nachtopvang te gaan, zelfs als hen dat persoonlijk wordt gevraagd.
BRUSSEL I Een droge wind blaast zwerfvuil langs de siergevels van de Adolphe Maxlaan. Het is ruim na middernacht en het vriest zes graden. Op een kille arduinen dorpel in een portiek ligt iets wat op een verfrommeld hoopje dekens lijkt.
Op straat komt een witte bestelbus tot stilstand. Twee mannen met blauwe jassen stappen uit en lopen twijfelend naar de portiek. De grootste van de twee roept ‘Bonsoir! Sa
musocial! Wilt u misschien naar de opvang?’ De ander legt zijn hand op het hoopje, dat met een schok in beweging komt. Een afwerende blote arm komt van onder de dekens. Een vrouwenstem roept: ‘Ga weg!’
‘Jammer dat ik haar gezicht niet heb gezien’, zegt de grootste van de twee, ‘want als ik ze herkend had, kon ik haar naam noteren.’
Aurélien Pire doet dit werk al negen jaar en kent veel Brusselse daklozen bij naam. De andere, Romain Preiser, vraagt of de vrouw misschien warme soep wil, of een extra deken. Ze zwijgt. De chauffeur van het busje, Omar Guertit, is intussen uitgestapt met een nieuwe deken, opgevouwen en in plastic verpakt, die hij rechtop naast de vrouw zet en zegt: ‘Als u hem niet hoeft, laat u hem maar gewoon staan.’ De vrouw dreigt vanonder de deken dat ze een klacht zal indienen. ‘Ze leeft. Dat is het voornaamste’, besluit Pire.
Mensen wakker maken die in de bittere kou proberen te slapen, het lijkt een pesterij, maar als je een idee wilt krijgen van de gezondheidstoe stand van mensen die op straat slapen, zijn er weinig andere opties. In het Antwerpse district Deurne werd gisterochtend een dakloze man gevonden die in de vrieskou was omgekomen (zie inzet). Brussel heeft deze winter nog geen straatdoden gehad. Er waren wel al twee overlijdens in de nachtopvang van Samusocial. Vorige week overleed er nog een jongeman, de nacht voor hij in een eigen huis zou gaan wonen.
Straatdoden
Om straatdoden te vermijden, besliste de burgemeester van de Brusselse gemeente Etterbeek deze winter om buitenslapers preventief op te pakken. Tien dakloze Etterbekenaren moesten daarom zondagnacht onder politiebewaking in een verwarmde zaal slapen. Guertit zegt dat hij in Etterbeek nog altijd daklozen bezoekt die buiten slapen, ‘alleen liggen zij op minder zichtbare plaatsen dan die paar die zijn opgepakt’. Pire wil zich niet uitspreken over wat de politie doet, ‘als er maar geen associatie is met ons werk, want het vertrouwen is broos’.
De busjes van Samusocial komen tot in de luchthaven van Zaventem, waar tot de aanslagen van 22 maart 2016 veel daklozen verbleven – een van de dodelijke slachtoffers was dakloos. De mobiele teams weten van de meeste Brusselse daklozen waar ze slapen. Op hun nachtelijke ritten, die ze ‘maraudes’ (‘strooptochten’) noemen, verifiëren ze tips van buurtbewoners en politie. Soms vinden ze helemaal niks, soms een lege matras.
‘Sommige van de hardnekkigste buitenslapers komen tijdens de koudste nachten van het jaar uitzonderlijk naar de opvang. Anderen kun je nooit overtuigen’
OMAR GUERTIT
Samusocial
‘Lege matrassen zijn goed’, zegt Guertit. ‘Sommige van de hardnekkigste buitenslapers komen tijdens de koudste nachten van het jaar uitzonderlijk naar de opvang. Anderen kun je nooit overtuigen.’ De tochten dienen vaak puur om contact te houden en een paar hulpgoederen achter te laten. Sommige vaste klanten worden telefonisch verwittigd en geven vooraf door wat ze nodig hebben: eten, een tandenborstel, een paar schoenen. Roma worden door de ma
raudeurs meestal ongemoeid gelaten, ‘omdat ze toch geen bemoeienis willen’, behalve als ze kleine kinderen bij zich hebben.
Tonijn met groenten
Achter de Armeense kerk in Elsene staat een kampeertentje in fuchsia met paarse bolletjes. Het is van een dakloze OostEuropeaan, die hier al een jaar verblijft en de marau
deurs geruststelt dat ‘everything OK’ is, ‘no problem’. Hij lijkt verward, of op zijn minst geïrriteerd, maar gezond. Soep of dekens hoeft hij niet, wel ‘fish’. Hij krijgt zes blikjes tonijn met groenten.
In de inkom van een flatgebouw aan BrusselNoord spot de chauffeur vanuit het rijdende busje twee daklozen die zich netjes in een hoek hebben geïnstalleerd op een geruite slaapzak. Het lijkt een gezellige picknick, tot één van hen begint op te scheppen dat hij ooit een medewerker van Samusocial in elkaar zou hebben geslagen. Pire herinnert zich het voorval anders, maar spreekt de man niet tegen. ‘Nog goed dat hij niet mee wil, want hij is voor een heel lange periode geschorst.’
In de buurt van het Beursgebouw vraagt Pire aan de anderen of ze Nadia nog hebben gezien. Nadia is een vrouw van rond de dertig. Ze heeft een drugsprobleem en is al tien jaar dakloos. Sinds januari heeft niemand haar nog gezien. Dat kan een goed teken zijn – misschien heeft ze elders onderdak gevonden – of net een heel slecht. Op een van Nadia’s vaste slaapplaatsen maakt Pire per ongeluk twee OostEuropese Roma wakker. ‘Je gaat je soms hechten’, weet Preiser, die dit werk nog geen vier maanden doet.
De enige twee daklozen die vanavond meewillen, zijn telefonisch doorverwezen door ziekenhuizen. De eerste is een drugsverslaafde jongeman zonder papieren in de Clinique SaintAnne SaintRemi in Anderlecht. Hij zit in de wachtzaal onder een tvscherm waarop kinderen in een zomers meertje springen. Hij heeft een pak wafeltjes bij zich en een zak vol kleren en wacht gedwee op iemand die hem mee wil nemen. Onderweg naar de opvang vertelt hij aan Guertit in het Arabisch een verward verhaal over heroïne, cocaïne en Amerikaanse spionage.
Geruite pantoffels
De tweede die meekomt, is een verwarde zeventiger, die na een valpartij is binnengebracht in de Clinique SaintMichel in Etterbeek. De man, die geruite pantoffels draagt, ziet er niet uit alsof hij op straat leeft. Hij spreekt Frans, Nederlands, noch Engels en heeft geen adres op zak, wel vijf euro en een Bulgaarse identiteitskaart. De linkerhelft van zijn gezicht is gezwollen, net als zijn linkerhand. Hij wijst ook met een pijnlijke blik naar zijn benen. De sociaal assistenten twijfelen of de man niet ter plekke verzorgd moet worden, maar een verpleegkundige van het ziekenhuis werkt de man kordaat de deur uit. ‘Allez hop.’
Langs beide kanten ondersteund, wankelt de man naar het busje. In de opvang zal de verpleegster vaststellen dat hij een abces heeft op zijn linker onderkaak. Zijn hand en knieën zijn gekneusd, maar wellicht niet gebroken. Hij krijgt een bed op de ziekenboeg.
Tijdens de nacht van woensdag op donderdag zal Samusocial op verschillende locaties 1.055 daklozen te slapen leggen. Enkele tientallen bedden blijven onbeslapen. Niemand wordt geweigerd.