#Monteverditoo
In de Singel lieten Philippe Pierlot en zijn Ricercar Consort kansen liggen om de madrigalen van Monteverdi het vuur aan de schenen te leggen.
Monteverdi.
Ricercar Consort olv Philippe Pierlot
Gehoord op 28/02 in de Singel, Antwerpen
De madrigalen van Claudio Monteverdi zouden tegenwoordig niet meer zo licht op papier gezet worden. Dichters die zich in naam van de kunst la ten omringen door waterfeeën en muzen? Vrouwen presenteren als roofdieren die hun prooi ombren gen met haarlokken en ogen? Huilende nimfen, gadegeslagen door een trio mannen? Herders die hun lief tot in de bosjes ‘ten dans’ dwingen? Ook al is het oude kunst: luisteren naar deze mu ziek doe je in het #MeTootijdperk voortaan met een bystandereffect.
Niet dat de bloemlezing uit Monteverdi’s madrigaalbundels van het Ricercar Consort aanspraak maakte op een of andere actualiteitswaarde. Erg diep leek er niet nagedacht over een rode draad, leidmotief of aanpak. Zes vocale nummers stonden zomaar naast elkaar mooi te wezen, lukraak samengeprakt in een concert vol half afgesproken opkomsten en stembeurten die soms even lang duurden als de nummers zelf. Alleen in klassieke muziek krijg je dit aan een publiek verkocht.
Gelukkig werd er degelijk en redelijk gezongen, ook al zaten er in het setje zangers dat leider en gambist Philippe Pierlot rond zich verzamelde geen topstemmen. Het gebrek aan subtiliteiten en fi nesses werd gecompenseerd door rondborstig jubelende groepszangen en een charmante clash tus sen vocale kleuren. Aardig, maar toch is er meer reliëf en nuance mogelijk in deze van liefde, libido en vechtlust dampende muziek.
Het hielp de totaalindruk niet vooruit dat elke concerthelft een laf instrumentaal stukje van Carlo Farina meekreeg. De kans om deze schalks bedoelde fantasia’s bo ven zichzelf uit te tillen, werd verprutst door een onfris spelende viool en samenspel met de neus in de partituur. Waardoor het beeld naar voren kwam van een flauwe nonkel die wel moppen wil vertellen, maar zich continu in de pointes verslikt.