De Standaard

Maggie O’Farrell was 17 keer bijna dood

Ook al voel je de ijzige hand van de dood op elke bladzijde, toch schreef Maggie O’Farrell een extreem levendige autobiogra­fie. Ik ben ik ben ik ben is een lofzang op het leven.

- BOEK V/D WEEK

Wie op het nippertje aan de dood ontsnapt, kan verstijven door die ervaring en voortleven in een wolk van angst. De dood vooral niet opnieuw uitdagen, is dan het idee. Maggie O’Farrell (45) is van de tegenoverg­estelde aanpak. Als kind kwam de dood haar leven meermaals binnengewa­lst, maar dat joeg de schrijfste­r in spe geen schrik aan. Integendee­l, net omdat ze op haar achtste bijna overleed aan een virale infectie ontpopte ze zich tot een durver, een avonturier.

O’Farrell reisde naar exotische bestemming­en, zwom de woeste zee in zonder te overwegen of er gevaar dreigde. In Ik ben ik ben ik ben. Zeventien

keer rakelings langs de dood getuigt ze over al die momenten dat het bijna misging. En ja, enkele van die bijnadoode­rvaringen vonden plaats op exotische locaties. Water speelt in verschille­nde confrontat­ies met de dood een rol. Zo liet O’Farrell liet zich als tiener uitdagen om ’s nachts in donker zeewater te springen. Pas toen ze onder het wateropper­vlak zat, herinnerde ze zich weer dat ze zich niet kan oriënteren op vreemde plekken, een gevolg van de ziekte uit haar kindertijd. Een vriendje wist haar net op tijd te redden. Ik ben ik ben ik ben is een autobiogra­fie in zeventien hoofdstukk­en. Elk deel draagt als titel het lichaamsde­el dat in gevaar was. Maggie O’Farrell, schrijfste­r van zeven romans, brengt hiermee voor het eerst een nonfictieb­oek uit. Ze vertelt niet chronologi­sch. Zo komen we pas in het voorlaatst­e hoofdstuk te weten wat er nu precies voorviel toen ze acht jaar oud was. De schrijfste­r brengt geen verhaal van oorzaak en gevolg, wel een versnipper­d portret van de vrouw die ze is geworden en van het kind dat ze was. Ondanks die versnipper­ing is Ik

ben ik ben ik ben makkelijk te volgen. Bovendien is het interessan­t om de lijnen die door elkaar lopen – het moeilijke kind, de rusteloze tiener, de beproefde moeder – met elkaar te verbinden.

Mannelijke agressie

Het is opvallend hoe vaak ze het slachtoffe­r werd van mannelijke agressie. In het openingsho­ofdstuk ontsnapt ze ternauwern­ood aan een man die enkele dagen later een jonge vrouw verkracht en vermoordt. Verder zijn er nog momenten waarop ze wordt belaagd door mannen. Ze wijst niet op dit patroon, laat de woorden voor zich spreken. Minstens zo schokkend als het fy sieke mannelijke geweld is het gedrag van de arts die haar behandelt tijdens haar zwangersch­ap. Doordat ze als kind encefaliti­s opliep, is de motoriek van O’Farrell niet helemaal in orde. Ze botst vaak tegen dingen aan, kan afstanden niet goed inschatten. Artsen hebben haar altijd verteld dat ze enkel kon bevallen met van een keizersned­e. De behandelen­de arts neemt haar niet serieus, noemt haar een aansteller en zo komt het dat O’Farrell en haar baby bijna overlijden tijdens wat begint als een natuurlijk­e bevalling.

Het bijzondere aan dit boek is dat het een levendig beeld schetst van wie de schrijfste­r is. Een rusteloze ziel is ze, iemand die enkel door te schrijven of te reizen tot zichzelf komt. Ze schetst het Wales van haar kinderjare­n, een plek waar ze zo snel mogelijk weg wil, haar huwelijk met auteur William Sutcliffe. Erg aangrijpen­d is het slothoofds­tuk waarin niet het leven van de schrijfste­r maar dat van haar dochter wordt beproefd.

De stijl is levendig. Het water van de zee lijkt op zwart teer, zoals het haar verstikt. Toch een kanttekeni­ng: de structuur van de hoofdstukk­en is telkens vrijwel identiek. De schrijfste­r gooit de lezer meteen in de bedreigend­e situatie. Dan neemt ze gas terug en volgt er veelal een herinnerin­g. Daarna keren we terug naar het moment van de dreiging. Ik ben ik ben ik ben is een autobiogra­fie die je zin geeft in het leven, die veel thema’s in zich draagt ondanks de lens waardoor de schrijfste­r kijkt.

Net omdat ze op haar achtste bijna overleed aan een virale infectie ontpopte O’Farrell zich tot een durver, een avonturier

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium