Koppel het minimumloon aan het opleidingsniveau
Stelt het hoge minimumloon in ons land in vraag. Een lager minimumloon voor lageropgeleiden zal hun kansen op een job vergroten.
Het minimumloon in België is bij de hoogste in Europa (DS 1 maart). De keuze om al wie in ons land werkt een hoog minimumloon te geven, is niet onschuldig. Zeker, er zijn goede argumenten voor een serieus minimumloon. De productiviteit van de werknemers in België is hoger dan die in de meeste Europese landen, en dus is ook het minimumloon hoger. Bovendien is een hoog loon comfortabel voor wie een baan heeft. En moet werken niet op alle mogelijke manieren gestimuleerd (en gewaardeerd) worden?
In dat laatste argument schuilt een groot gevaar. Voor wie geen baan heeft, kan een hoog minimumloon een drempel zijn om de werkloosheid of inactiviteit te verlaten. Voor sommige jobs flirt het minimumloon met de productiviteit die in die jobs kan worden gerealiseerd. Wanneer dat het geval is, is voor werkgevers de verleiding groot om arbeid te automatiseren of de productie te verplaatsen naar waar de loonkosten lager zijn. Het minimumloon vernietigt op die manier banen.
Om onze werkzaamheidsgraad op het niveau van Nederland en Duitsland te krijgen, is het noodzakelijk om dat hoge minimumloon in vraag te stellen. Bovendien suggereert eerder onderzoek dat de hoge jongerenwerkloosheid in België voor een groot stuk te wijten is aan dat hoge minimumloon.
We moeten ons afvragen of we het minimumloon voor bepaalde groe pen werknemers niet moeten verlagen, en eventueel voor andere verhogen. Is dat dan geen discriminatie? Neen. Arbeidsmarktdiscriminatie impliceert dat je personen met eenzelfde productiviteit anders behandelt. Dat is niet het geval wanneer je groepen met een verschillende productiviteit van een verschillend minimumloon zou verzekeren.
Bovendien is het minimumloon nu al voor een stuk gemoduleerd naar leeftijd. Het minimumloon is vast vanaf de leeftijd van 21 jaar. Wie jonger is, krijgt een minimumloon dat tot 18 procent lager is (op de leeftijd van 18 jaar). Dat er vanaf 21 jaar geen enkele modulering meer is, terwijl ook op dat moment de productiviteit nog onder het minimumloon kan liggen, noodzaakt een discussie over een sterkere modulering, tot voorbij de leeftijd van 21 jaar. Bijvoorbeeld een minimumloon dat op de leeftijd van 18 24 procent lager is en, meer geleidelijk, tot de leeftijd van 26 jaar stijgt tot het algemene niveau.
Kloof tussen hoogen laagopgeleiden
Ik zie ook een structurelere oplossing. Behalve ervaring (en dus leeftijd) is er nog een factor waar de productiviteit sterk mee samenhangt: het opleidingsniveau. Het zijn niet ‘Voor werkgevers is de verleiding soms groot om arbeid te automatiseren of de productie te verplaatsen.’