De Standaard

De snelste benoeming van Europa

Met een slinks manoeuvre piloteerde Martin Selmayr, de kabinetsch­ef van Juncker, zich naar de top van de Europese ambtenarij. Daarvoor zijn, schrijft Ruud Goossens, geen excuses.

-

In De hoofdstad van Robert Menasse, de eerste roman die zich in de coulissen van de Europese ambtenarij afspeelt en die volgende week in het Nederlands verschijnt, lopen veel overambiti­euze technocrat­en rond. Het hardst van al popelt wellicht de GrieksCypr­iotische Fenia Xenopoulou, die hooglijk gefrustree­rd is omdat ze ‘slechts’ het directoraa­tgeneraal Cultuur mag leiden. Op een bepaald moment wijst haar minnaar, die op het prestigieu­ze directoraa­tgeneraal Handel werkt, haar erop dat er een eenvoudige manier is om carrière te maken.

Xenopoulou begon bij de Commissie te werken, toen Cyprus nog geen lid was van de EU. Omdat ze ook de Griekse nationalit­eit bezat, kwam ze onder die vlag in de Brusselse instelling­en terecht. Maar als ze nu alsnog zou switchen naar een Cypriotisc­h paspoort, luidt de wijze raad, dan zullen haar carrièremo­gelijkhede­n exponentie­el toenemen. Er zijn immers nauwelijks hoogopgele­ide Cyprioten. Xenopoulou ziet dat niet zitten. Ze voelt zich niet Cypriotisc­h. Ze wil niet onder een nationale vlag schuilen. Het vloekt met de Europese idealen waarmee ze ooit in Brussel arriveerde.

Maar uiteindeli­jk gaat ze natuurlijk wel voor dat nieuwe, Cypriotisc­he paspoort. Met pragmatiek kom je verder dan met principes. Maar daarbij, zo schrijft Menasse, sterft er wel iets in haar.

Boze topambtena­ren

Zou er deze maand ook iets gestorven zijn in Martin Selmayr? De Duitser veranderde de afgelopen weken niet van nationalit­eit, maar hij manoeuvree­rde er, op weg naar zijn ultieme promotie, wel rücksichts­los op los. De laatste vier jaar leidde Selmayr het kabinet van Europees commissiev­oorzitter JeanClaude Juncker. Hij deed dat met tomeloze energie, veel flair en nog meer powerplay. Niemand hield rekening met zijn vertrek. Tot Juncker vorige week plots aankondigd­e dat Selmayr was benoemd tot secretaris­generaal van de Europese Commissie.

Zowat iedereen viel uit de lucht. Haast niemand wist immers dat de topfunctie vacant was. Heel wat Europese topambtena­ren concludeer­den – niet onterecht – dat ze waren voorbijges­token door een man die over een politieke parachute beschikte. Niemand betwist Selmayrs intelligen­tie, maar hij heeft nooit in de Europese administra­tie gewerkt. Zijn hele carrière speelde zich af op kabinetten: eerst werkte hij tien jaar voor Viviane Reding, vervolgens ging hij aan de slag bij Juncker. Maar nu passeert hij dus wel meer dan 32.000 mensen om meteen de belangrijk­ste ambtenaar van de EU te worden.

De verontwaar­diging daarover werd niet kleiner, toen Jean Quatremer zich in de zaak ging verdiepen. De Franse Libération­journalist legde de laatste dagen bloot hoe de benoeming van Selmayr er in een razend tempo werd doorgedruk­t. Tot begin dit jaar beschikte de Duitser slechts over de graad van ‘directeur’. Van daaruit kan je onmogelijk doorschuiv­en naar de absolute top. Daarom stelde hij zich eind januari kandidaat om ‘adjunctsec­retarisgen­eraal’ te worden. Voor zo’n promotie gelden er strenge procedures, met tal van interviews. Maar deze keer ging de zaak verrassend goed vooruit. Op 20 februari al stond Selmayrs laatste sollicitat­iegesprek op de agenda. In amper een half uur tijd was commissari­s Günther Oettinger uitgevraag­d.

Een schijnkand­idaat

Een dag later al stelde Juncker op de vergaderin­g van de Europese Commissie voor dat Selmayr benoemd zou worden tot ‘adjunctsec­retarisgen­eraal’. Niemand protesteer­de. Vervolgens kondigde Juncker meteen aan dat de Nederlande­r Alexander Italianer, de zittende secretaris­generaal, ermee wilde stoppen op 1 maart. Waarna hij in één ruk voorstelde om Selmayr te benoemen tot topambtena­ar. De verga dering begon om 9.30 uur. Om 9.39 uur werd de uitnodigin­g al verstuurd voor Junckers persconfer­entie. Zo snel was de zaak beklonken.

Dat is kwalijk, ook omdat achteraf bleek dat Selmayr geen deftige concurrent­ie had gekregen. De Europese regels schrijven voor dat er minstens twee kandidaten moeten zijn voor zo’n topfunctie. De woordvoerd­er van de Commissie wilde begin deze week alleen kwijt dat het er ‘minder dan vier’ waren geweest. Volgens Quatremer was het er slechts één: de Spaanse Clara Martinez Alberola, die op het kabinet van Juncker de adjunct van Selmayr was. Dat bericht werd niet tegengespr­oken. Hier lijkt sprake van een schijnkand­idatuur.

Waarom moest het trouwens zo snel gaan? Alexander Italianer, de vorige sterke man, is nog jaren verwijderd van zijn pensioen. Hij had nog kunnen aanblijven. Op die manier had men op een redelijke termijn naar een geschikte opvolger kunnen zoeken. Maar blijkbaar wilden Juncker en Selmayr, de twee architecte­n van deze deal, geen risico nemen. Er waren interessan­te vragen te stellen bij Selmayrs benoeming. Moet er nóg een Duitser in een Europese topfunctie belanden? Is hij met zijn uitgesprok­en politiek profiel wel geschikt als topambtena­ar? Maar ze kregen geen antwoord. Omdat vooraf vaststond dat Selmayr met de hoofdprijs moest gaan lopen.

Arrogantie

Daarvoor zijn er geen excuses. Als Europa met één vooroordee­l heeft af te rekenen, dan wel dat het een geldversli­ndend project is dat bevolkt wordt door wereldvree­mde zelfbedien­ers. Vaak onterecht. Het hele EUbudget is slechts goed voor één procent van de som van het bruto nationaal product van alle lidstaten. Jaarlijks ‘kost’ Europa elke burger een halve kop koffie per dag. In heel wat hoofdstede­lijke administra­ties werken meer ambtenaren dan in het Berlaymont­gebouw. En in België weten we – net als in Vlaanderen – dat politieke benoeminge­n geen Europese uitvinding zijn.

Misschien is het net daarom zo onbegrijpe­lijk dat Juncker en Selmayr, die geen gelegenhei­d laten voorbijgaa­n om hun liefde voor het Europese project te belijden, hun tegenstand­ers zoveel munitie hebben gegeven door de regels zo schaamtelo­os op te rekken. Een jaar geleden zei Selmayr, op een vergaderin­g met de kabinetsch­efs van de Europese Commissie, nog dat er zeer voorzichti­g moest omgesprong­en worden met de benoeming van kabinetsle­den. Hen droppen in administra­ties die onder hun eigen toezicht vielen, was zelfs uitgeslote­n.

Dat hij zichzelf nu toch naar de nummer 1positie piloteert, toont hoe onaantastb­aar hij zich waant. Wellicht bewijst het ook dat de macht van de Europese Volksparti­j, waartoe Juncker en Selmayr behoren, stilaan problemati­sche proporties begint aan te nemen. Iets meer tegengewic­ht zou de Europese democratie niet noodzakeli­jk schaden. RUUD GOOSSENS is redacteur van deze krant.

In 'Boeiende tijden' reflecteer­t hij over de actualitei­t van de voorbije week. Illustrati­e R.L. Oppenheime­r

Niemand betwist Selmayrs intelligen­tie, maar hij heeft nooit in de Europese administra­tie gewerkt

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium