‘Trump brult, China geeuwt’
Europa legt al jaren Chinees staal aan banden. Waarom bibbert de wereld dan plots voor een handelsoorlog als de VS importtarieven voor staal en aluminium willen heffen? ‘Trump gooit met een rotsblok naar een mug.’
BRUSSEL I ‘Handelsoorlogen zijn goed en gemakkelijk te win nen.’ Donald Trump toonde op Twitter dat de afwijzende reacties op zijn plannen voor importheffin gen op staal (25 procent) en alumi nium (10 procent) weinig indruk op hem hebben gemaakt. ‘Ergens volgende week’ zal hij de maatregel goedkeuren, had hij donder dagavond aangekondigd. Waarop Europees Commissievoorzitter JeanClaude Juncker onmiddellijk dreigde met tegenmaatregelen, zo als heffingen op Amerikaanse whisky en motorfietsen. Volgens persagentschap Reuters ligt er een Europese lijst klaar om op 2,8 miljard euro aan Amerikaanse pro ducten een tarief van 25 procent toe te passen. Een derde daarvan zijn staalproducten, een derde in dustriële producten en een derde landbouwproducten.
Diezelfde Commissie kondigde begin vorige maand nog een belas ting aan op corrosiebestendig staal uit China. Wie het Chinese staal in de volgende vijf jaar in de EU wil invoeren, betaalt een importhef fing tussen 17,2 en 29,7 procent. Waarom moeten we nu plots beven voor ‘een wereldwijde handelsoor log’?
‘Dat Trump de import van staal wil belasten, is niet onverwacht’, zegt Jan Van Hove, hoofdeconoom van KBC en professor internatio nale economie aan de KU Leuven. ‘Enkele voorgangers hebben het zelfde gedaan. Maar het is uniek dat Trump zich beroept op het na tionale veiligheidsbelang.’
De president wil niet alleen een slabakkende industrie te hulp schieten, de staalsector is volgens hem ook cruciaal voor de veiligheid van de VS. Voor de productie van militair materieel wil hij niet afhankelijk zijn van buitenlandse grondstoffen, zegt Trump.
Ongezien, volgens Van Hove: ‘Dit kan makkelijk tot een negatieve protectionistische spiraal leiden. Wat houdt China nu tegen om Appleproducten te weren omdat communicatietechnologie voor Peking van nationaal belang is?’ Dat Europa de Chinese staalinvoer extra belast, valt niet te vergelijken. ‘Brussel reageerde op dumping van overgesubsidieerd Chinees staal.’ Binnen de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) is het ook perfect mogelijk zo’n (tijdelijke) maatregel te nemen, zegt Van Hove.
Toen Bush Jr. in 2002 ook importtaksen invoerde om de Amerikaanse staalindustrie te beschermen, botste de maatregel op tegenwind in de WHO. De Amerikanen hadden de problemen moeten voorzien en aanpakken, luidde de kritiek. Tussen 1962 en 2005 verloor driekwart van de Amerikaanse staalarbeiders zijn job, maar die neergang was vooral te wijten aan betere technologie en een hogere productiviteit. Bush bond in, maar niet voor de tarieven 200.000 Amerikaanse banen hadden gekost, becijferde het Trade Partnership, een adviesbureau dat vrijhandel genegen is.
China niet onder indruk
De WHO heeft veel van haar glans verloren, maar nu zet Trump de economische argumenten buitenspel door zich te beroepen op de nationale veiligheid. ‘Trump heeft een punt. China voert een oneerlijk handelsbeleid en profiteert van zijn WHOlidmaatschap. Maar dit is een blinde maatregel. Trump gooit met een rotsblok naar een mug.’
China lijkt ook niet onder de indruk van de aangekondigde importheffingen. ‘Trump brult, China geeuwt’, schreef Bloombergcolumnist David Fickling. Door maatregelen in het verleden is de Amerikaanse import van Chinees staal en aluminium al fors teruggedrongen. Slechts 2 procent van het ingevoerde staal komt uit China. Trump treft vooral Amerikaanse bondgenoten.
Niet alleen de EU, ook Canada dreigde al met nieuwe handelsbarrières voor Amerikaanse producten. Belgische bedrijven wachten ondertussen gespannen af.
Als Washington Peking wil treffen, kan het beter de invoer van elektronica, meubels, kledij en speelgoed beteugelen. Hopelijk komt het niet zo ver, zegt Van Hove. ‘Een handelsoorlog zet onze toekomstige welvaart op het spel. Als slabakkende industrieën zich afschermen, hebben ze geen prikkel meer om te vernieuwen. De Amerikaanse staalindustrie zou beter een voorbeeld nemen aan haar Europese collega’s, die zichzelf hebben heruitgevonden en efficiënter zijn geworden door de concurrentie op de wereldmarkt.’
Als Washington Peking wil treffen, kan het beter de invoer van elektronica, meubels, kledij en speelgoed beteugelen
Slechts 2 procent van het ingevoerde staal komt uit China. Trump treft vooral Amerikaanse bondgenoten