Een correct schokeffect
Misschien kwam het doordat het die dag ‘complimentendag’ was, maar SP.Avoorzitter John Crombez liet zich in elk geval niet kennen en feliciteerde zijn Kamerfractieleidster hartelijk.
‘Het is een bijzonder idee, Meryame’, zei hij, niet eens gelogen. ‘Dit nemen we mee naar ons vernieuwingscongres van 17 maart.’ Hij stak zijn duim in de lucht, en omdat hem dat toch nog wat zuinig leek, ging vlug ook zijn andere duim omhoog. ‘Een job voor alle langdurig werklozen? Parbleu! Dat is goed gevonden!’
‘Voor alle 200.000!’ ‘Waardoor al die werklozen dan de facto ophouden werkloos te zijn?’, vroeg hij nog eens voor alle zekerheid. ‘Inderdaad.’
‘De werkloosheid wordt dus eigenlijk afgeschaft?’
‘Dat is het concept’, knikte Meryame Kitir, die aan de andere kant van het bureau zat te glunderen. Ze moest zich inhouden om zichzelf niet op de schou ders te timmeren. Het werd immers nog mooier.
‘Niet alleen een job voor alle werklo zen, ook een vast inkomen’, vervolgde ze. De Limburgse socialiste en gewezen vakbondsafgevaardigde vond het wel wat jammer dat ze dat niet eerder, ten tijde van de sluiting van Ford Genk bijvoorbeeld, had verzonnen.
‘Een job én een inkomen?’, fronste de voorzitter.
‘Een corréct inkomen’, specificeerde Kitir.
‘Geen gezeik, iedereen rijk, dus eigenlijk?’, grinnikte Crombez groentjes, misschien iets opvallender dan hij bedoeld had.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Laat maar’, gebaarde hij. Hij wilde zich de moeite besparen om zijn jonge partijgenote uit te leggen wie Jacobse en Van Es waren en waarom Kitirs voorstel hem zo sterk deed denken aan de Tegenpartij. Die politieke persiflage zat indertijd ook vol gaten en graten, maar ze was toch zo populair geworden dat Van Kooten en De Bie er bij de volgende verkiezingen best wel wat zetels hadden mee kunnen winnen. Het was vooral die gedachte die Crombez aansprak. Bovendien was hij een aanhanger van de teamspirit, en aangezien er de laatste tijd in zijn team zo weinig spirit te bespeuren viel, was hij best bereid een eind mee te gaan in Kitirs plan. Hoe van de ratten besnuffeld het op het eerste gezicht ook leek, en van naatje betoeterd op het tweede gezicht, je wist maar nooit wat ervan kwam. Het was tenslotte nog altijd beter dan helemaal geen plan.
‘Een correct inkomen? Mooi. Mooi. Maar wie gaat dat betalen?’, sprak hij op de geduldige, minzame toon van een schoolmeester die zijn best doet om zijn verstandelijk uitgedaagde stu dent toch een slaagcijfer te geven, ook al beweert die dat ze zopas het perpetuum mobile heeft uitgevonden.
‘Betalen? Dat is helemaal niet zo moeilijk’, meende Kitir. ‘We recupereren de werkloosheidsuitkering. En er zullen sociale lasten en belastingen worden betaald op de nieuwe jobs. Voor het overige kan er extra financiering gevonden worden.’
‘Extra financiering?’
‘Die moeten we nog ergens zoeken.’ ‘Mooi, mooi’, knorde de voorzitter. Toch was het hem nog niet helemaal duidelijk. Eerlijk? Het was hem maar ál te duidelijk. De werkloze die voortaan geen werkloze meer mocht heten, maar nog steeds geen werk had, zou dus ‘een correct inkomen’ krijgen om niets te doen? Hij hoorde al de holle lach van de ondernemers en het knarsetanden van de werkmens met een minder correct inkomen. Hij zag de politieke tegenstanders hun wijsvinger naar de slaap brengen, de vakbonden moede het hoofd schudden.
Kitir deinsde beledigd achteruit. ‘Niets doen, voorzitter? Integendeel. De voormalige langdurig werklozen zullen zich laagdrempelig bezighouden met het bijstaan van bejaarden of kaartjes helpen scheuren bij theatervoorstellingen.’
‘Kaartjes scheuren? Mooi. Mooi.’ ‘In afwachting dat ze doorgroeien naar een volwaardige job. Bijvoorbeeld bij de overheid.’
Crombez knikte langer dan strikt noodzakelijk, staarde dan voor zich uit als een zieke kip. Hij was wat Dickens zou hebben genoemd ‘met stomheid geslagen’, al zou de auteur – als dagelijks gebruiker van de Engelse taal – wellicht eerder een woord als ‘flabbergasted’ hebben gebezigd. Gelukkig her vond de voorzitter na verloop van tijd zijn spraak en het beetje courage dat hem nog restte. Hij stelde de vraag waarop hij eigenlijk het antwoord niet wilde horen. ‘Ik begrijp dat je inmiddels aan de pers hebt verteld dat dit een partijstandpunt is?’
‘Zeer zeker’, antwoordde Kitir, zich van geen kwaad bewust.
‘Mooi. Mooi’, kreunde Crombez andermaal. Dan vroeg hij beleefd om geexcuseerd te worden: hij wou, zoals dat heet, zijn handen even gaan wassen. Hij wankelde naar het toilet en hield daar gedurende enkele minuten zijn hoofd onder de koudwaterkraan.
Toen hij terugkwam, zat de fractieleider er nog steeds. ‘Gisteravond Egbert Lachaert van Open VLD gezien in De Afspraak?’, vroeg ze met een snoetje dat twijfelde tussen spot en lichte weerzien.
‘Nee, ik probeerde juist het perpetuum mobile uit te vinden’, zuchtte de voorzitter.
‘Het wat? Hoe dan ook, die Lachaert vertelde eigenlijk hetzelfde als ik: je moet de mensen laagdrempelig aan het werk zetten. Alleen noemde hij mensen die geen werk hebben – en er al lang geen meer vinden of zoeken – nog altijd langdurig werklozen.’
‘Ts, ts, ts’, deed Crombez, bij gebrek aan een betere repliek.
‘En hij dreigde ze te straffen als ze niet verplicht twee keer per week laagdrempelig willen uitrukken.’
‘Als ze geen kaartjes willen helpen scheuren?’
‘Of eens in een bejaardentehuis binnenwippen. Volgens Lachaert is dat niet omdat hij hun uitkering wil afpakken, maar alleen als een stok achter de deur. Nu vraag ik u, voorzitter: waarom staat er een stok achter zijn deur?’ ‘Om mee te slaan?’, gokte Crombez. ‘Om die mensen te activeren, beweert hij. Terwijl ze niet liever willen dan laagdrempelig werken, weliswaar in ruil voor een correct loon en de garantie van eventueel een vaste job bij de staat. Voorzitter, u kunt niet geloven hoe ik popel om op 17 maart mijn plan uiteen te zetten.’
‘Popel rustig verder, Meryame. Maar ik zou een en ander toch eerst nog wat uitwerken’, kreunde de voorzitter. Hij keek dromerig naar zijn eigen deur. Hij vond het wat jammer dat er geen stok achter stond. Niet zo mooi.
‘Niets doen, voorzitter? Integendeel. De voormalige langdurig werklozen zullen zich laagdrempelig bezighouden met het bijstaan van bejaarden of kaartjes helpen scheuren bij theatervoorstellingen’