De man die alleen maar wilde helpen
Tot midden januari had niemand in Duitsland van Jörg Sartor gehoord, maar vandaag is hij voor de ene een nazi, voor de andere een held. Hij is een symbool geworden van de kloof in de Duitse samenleving en pas door hem is duidelijk geworden hoe diep en wijd ze wel is.
Sartor (61) woont in Essen in het Ruhrgebied en was zoals vele anderen hier mijnwerker. Op zijn 49ste werd hij, zoals vele anderen, met pensioen gestuurd. Wat doet een mens vervolgens met al die vrije uren, dagen, jaren, decennia? Hoe vult hij de leegte op? Sartor besloot om anderen, de armsten, te helpen. Hij engageerde zich bij de voedselbank van Essen en werd er uiteindelijk voorzitter.
In de meeste steden vind je er wel een. Voedsel dat restaurants of supermarkten weggooien, verdelen ze aan de armen, het zijn allemaal vrijwilligers. Sartor kon een goed mens worden genoemd.
Maar op 10 januari besloot het bestuur van de voedselbank in Essen dat voortaan alleen nog armen met een Duitse identiteitskaart voedsel mochten krijgen. Niets meer voor buitenlanders, niets meer voor vluchtelingen (DS 23 februari).
Grofheden en lof
Het duurde enkele dagen voor dit nieuws zich in heel Duitsland ver spreid had. Maar toen brak er een vulkaan uit die over een geplaagd land een lava spuwde van grofheden en lof. Iedereen was aan het wachten op wat de leden van de SPD gingen beslissen, voor of tegen een ‘grote coalitie’. (Het resultaat zal pas morgen, zondag, bekend worden gemaakt.) Tijd en ruimte zat dus om met iets anders bezig te zijn. Ineens stond Jörg Sartor in de schijnwerpers.
Dat soort discussies gaat vaak door twee fasen, de fase van de opwinding en de bezinningsfase. In de fase van de opwinding, helemaal aan het begin dus, kent niemand echt de feiten. De gebeurtenissen worden gereduceerd tot één zin, in dit geval: de voedselbank van Essen weigert hulp aan arme buitenlanders en geeft alles aan de Duitsers.
Zo’n zin biedt veel kansen. Niet alleen de tegenstanders van het vluchtelingenbeleid van Angela Merkel hebben dat meteen gezien, politici van de rechtse AfD en de Beierse CSU, maar ook Sahra Wagenknecht van die Linke, die haar partij al langer een nationale koers wil laten varen. Allemaal prezen ze Sartor de hemel in, hij werd een held.
Een vermoeden van racisme
Zoiets lieten de vrienden van de vluchtelingenpolitiek van Merkel op DIRK KURBJUWEIT Adjuncthoofdredacteur van het Duitse weekblad ‘Der Spiegel. In ‘Ganz unten’ schrijft hij maandelijks over Duitsland. hun beurt niet over hun kant gaan, met Merkel op kop, ook al is ze zelf niet langer een vriendin van haar beleid. Ze gaf kritiek op de voedselbank in Essen. Een dergelijke ‘categorisering’, zei ze, zou niemand vooruithelpen, waarmee ze bedoelde: de onderverdeling van de armsten in Duitsers en buitenlanders. Vooral de groenen en de sociaaldemocraten zijn het daar volmondig mee eens. Er hing namelijk een vermoeden van racisme in de lucht, en, hoe kan het ook anders, voor je het weet valt het woord ‘nazi’ en worden er bestelwagens van de voedselbank beklad. Het is in Duitsland niet eenvoudig om je leven te leiden zonder dat je minstens één keer als nazi verguisd wordt. Nu was Sartor aan de beurt, de man die alleen maar wilde helpen.
Het geval Essen leek een vermoe den te bevestigen dat van meet af aan omheen het vluchtelingenbeleid van Merkel heeft gehangen. Het vermoeden dat het uiteindelijk de armen zullen zijn die ervoor opdraaien, niet de rijke middenklasse, die de vluchtelingen zo hartelijk had verwelkomd. De laagste klassen, zo was het vermoeden, zouden op het vlak van huisvesting, jobs en uitkeringen concurrenten worden van de vluchtelingen. De welstellenden zouden hun leven ongehinderd kunnen voortzetten, zij het met een beter geweten.
Het klopt dat Sartor buitenlanders uitgesloten heeft omdat enkele Duitsers niet meer waren opgedaagd. Het aantal buitenlanders bij de voedselbank van Essen was gestegen tot 75 procent. Blijkbaar hadden vooral jongere Arabieren zich in de wachtrijen onbeschoft gedragen, zodat ouderen en alleenstaande moeders geïntimideerd werden en wegbleven.
Er was dus echt wel een probleem waarvoor Sartor een oplossing moest vinden. Ook voedselbanken in andere steden blijken met soortgelijke toestanden te kampen. Sommige hebben dat gedeeltelijk opgelost door voor ouderen en moeders aparte openingsuren te organiseren.
Emmer en spons
Inmiddels is discussie beland in de tweede fase, de bezinning. Uiteraard bereiken niet alle deelnemers aan het debat die fase. Degenen die het woord ‘nazi’s’ op de busjes hebben gespoten, niemand heeft ze in de weer gezien met emmer en spons om de schandelijke belediging te verwijderen. Dat zijn de hardleersen, ze zullen hun mening nooit bijstellen. Maar door het werk van vrijwilligers te prijzen, heeft Merkel haar kritiek voor een stuk teruggenomen. Ze heeft beloofd de voedselbank in Essen binnenkort te bezoeken. Het is ook duidelijk geworden dat Duitsland zijn inspanningen moet vergroten zodat alle armen goed kunnen worden opgevangen. Voor een van de rijkste landen ter wereld is dat niet meer dan fatsoenlijk.
Toch blijven we zitten met het treurige besef dat de herfst van 2015 een keerpunt was voor Duitsland, het grootste sinds de val van de muur in 1989. Niets brengt de republiek meer in beroering dan het probleem van de vluchtelingen. Niets heeft haar ooit meer verscheurd. In sommige families bestaat er al een regel dat het op bijeenkomsten en feestjes niet meer over het vluchtelingenbeleid mag gaan. Blijkbaar is er al te veel over en weer geschreeuwd, zijn mensen van tafels weggelopen of werd er met deuren geslagen.
Sartor laat zich door de heisa niet van zijn stuk brengen. Midden vorige week besliste het bestuur van de Essense voedselbank dat buitenlanders nog steeds geen hulp konden krijgen. Ter voorbereiding van haar bezoek kan Merkel, met wie dit allemaal begonnen is, een betere oplossing bedenken.
Het is in Duitsland niet eenvoudig om je leven te leiden zonder dat je minstens één keer als nazi verguisd wordt