NU OMA EN OPA GEEN DRUK MEER UITOEFENEN
Er zijn veel redenen waarom we maar niet uitgediscussieerd raken over de hoofddoek, maar een van de belangrijkste is dat de meeste burgers de religiositeit ervan niet meer snappen. Religie is ons vreemd geworden. Het was een langzaam proces van afvalligheid tegenover de kerk en van groeiende onverschilligheid tegenover God. Maar pas nu worden we echt een postkatholiek land. Een minderheid van de kinderen wordt nog gedoopt. Het aantal doopsels is sinds 2009 met een kwart gedaald. Voor veel post en randkatholieken was het de laatste band met de kerk, een soort spirituele noodverzekering. Nu oma en opa geen druk meer uitoefenen en niemand in de familie er nog schande over spreekt, hoeft dat inschrijven in de Roomse Kerk niet meer.
Spoorslags vergeten we hoe dwingend die religie was. Het is vreemd opkijken wanneer moslimouders wel nog religie aanhouden als essentieel en niet in twijfel te trekken onderdeel van hun opvoeding. Die verplichting gaat snel op verdrukking lijken. Wie het recht van ouders verdedigt om religieuze keuzes voor hun kind te maken, krijgt hoon over zich heen. Ook daarin zit Bart De Wever op de tijdgeest. Op Twitter bekeerde hij zich tot de leer van het vliegend spaghettimonster, een parodie op de kerk, en kondigde hij aan dat hij zijn kinderen met een vergiet op hun hoofd naar school zou sturen. Een hoofddoek, dopen, of een vergiet, het is allemaal eender, zelfs voor een politicus van normen en waarden. Het valt op dat, bij gebrek aan katholieken, bijna niemand nog aanstoot neemt aan zo’n karikatuur.
Als de kerk dan zo snel en geruisloos verdwijnt uit de maatschappij, wordt de vraag des te prangender hoe we de verhouding tussen kerk en staat hertekenen. De gelegenheid dient zich aan. Al twee jaar debatteert de kamercommissie over een herziening van de Grondwet. Een resolutie van Patrick Dewael scherpt zes artikels over kerk en staat aan, zoals dat over het recht op lichamelijke integriteit, dat over het neutrale karakter van de overheid, of het artikel dat het onderwijs niet meer verplicht tot het geven van godsdienst of zedenleer. Zitten die discussies al vol wolfijzers, dan blijft het gevoeligste grondwetsartikel buiten schot. Dat over de financiering van het geloof.
Elk jaar betaalt de overheid 87 miljoen, bijna integraal aan katholieke priesters en pensioenen. De verhouding tussen de religies is niet houdbaar. Maar moeten tientallen miljoenen aan belastinggeld dan naar imams en moskeeën gaan? Of, waarom niet, als ze met velen zijn, naar pastafari’s met hun vergieten? Ook wie geen donkerblauwe liberaal is, voelt dat het hoog tijd is om de overheid ervan tussenuit te halen en het geloof te laten aan wie het nog wil.
Spoorslags vergeten we hoe dwingend die religie was