Hitjes voor ‘bitches’
De rel rond de Brusselse rapper Damso neemt ook een heel genre op de korrel. Kan hiphop, met zijn hyperseksuele raps, zonder ‘bitches’?
Damso speelt naar eigen zeggen ‘Maar op een bepaald moment doe je het zo regelmatig dat het personage gaat samenvallen met je persoon’, reageert zijn collegarapper Zwangere Guy.
BRUSSEL I Met Damso als auteur voor de WKhymne van de Rode Duivels maakte de Koninklijke Belgische Voetbalbond niet meteen de beste keuze. Net als Stromae (WK 2014) en Dimitri Vegas & Like Mike (EK 2016) scoort de Brusselse rapper hoge punten op het vlak van populariteit – op Spotify werden zijn songs al meer dan twintig miljoen keer gestreamd. Daarmee steekt hij in België ver boven het maaiveld uit. Maar de bond miskeek zich op zijn imago. In de Franstalige wereld ligt de Brusselaar al langer onder vuur voor de ‘seksistische en misogyne inhoud’ van zijn teksten – een kenmerk waarmee een familievriendelijke organisatie als de Voetbalbond zich beter niet associeert, al was het maar vanuit marketingstandpunt.
Wanneer vrouwen voorkomen in Damso’s nummers, is dat vaak onder de noemer ‘salope’ (‘Quedelavie’), of als trofee om dominantie te tonen over andere mannen (‘BruxellesVie’). In de brief waarmee hij KBVBsponsors opriep om hun steun terug te trekken zolang Damso aanblijft als au
teur van het WKlied, haalde de Vrouwenraad onder andere passages aan uit ‘Pinocchio’, waar Damso een gastvers levert bij de Franse rapper Booba. ‘Hey pute, on est où là? / J’te baise comme une chienne pourtant tu portes le foulard’, klinkt het daarin. Vrij vertaald: ‘Ik neuk je als een teef / ook al draag je een hoofddoek’. Gebaseerd op een waargebeurd, volkomen consensueel verhaal, verzekerde Damso. Maar vrouwvriendelijk is het niet.
Taxi driver
Zelf laat Damso de kritiek amper aan zijn hart komen. Toen we hem in oktober bij zijn optreden in Vorst Nationaal vroegen naar zijn teksten, zei hij: het is als een personage in een roman. Zo reageerde ook zijn manager Anthony Consiglio in oktober in Le Soir. ‘Damso is een pseudoniem, een excentriek personage dat William Kalubi speelt in de rap game, met al zijn codes.’ Kortom: Robert De Niro is ook niet zo gevaarlijk als hij in Taxi driver lijkt.
Intussen regende het reacties: van Mia Doornaert, van de Voetbalbond, van de Vrouwenraad en van staatssecretaris voor
Gelijke Kansen Zuhal Demir (NVA). Gisteravond reageerde Damso zelf verongelijkt op zijn Twitterpagina. ‘Als ze al die mediatieke middelen zouden inzetten om Belgische artiesten te promoten in plaats van er één enkele te bekritiseren, zou België niet meer hetzelfde zijn’, klonk het.
In de rest van de hiphopscene blijft het voorlopig stil. ‘Omdat het een moeilijk debat is’, zegt Gorik van Oudheusden, die rapt onder de naam Zwangere Guy. ‘Voor een deel geloof ik in de artiest. Die man heeft een vrouw en een kind, dus ik denk niet dat hij echt een seksist is. Er zijn songs waarin hij wijze dingen zegt, met goeie lyrics. Maar in andere nummers zegt hij alleen maar domme shit over vrouwen, die inderdaad denigrerend is. In mijn ogen is het simpel: zo’n rapper moet je niet opvoeren voor de voetbalhymne. Maar of dit er dan weer toe moet leiden dat alle clichés over hiphop worden opgerakeld?’
Patsergedrag
Want met Damso wordt ook een heel genre op de korrel genomen. Hiphop – zeker het gangstasubgenre – hangt aaneen
‘I hate calling the women bitches/ but the bitches love it’, rapte Drake over die worsteling.
Met veel goede wil valt ook voor sommige, meer controversiële passages uit Damso’s werk een lans te breken. De slet die hij vol ejaculeert in ‘Pinocchio’, zou eigenlijk een metafoor voor de Franse muziekindustrie zijn. En in het gruwelijke ‘Une âme pour deux’ schetst hij brutale seks met een prostituee die uiteindelijk zijn moeder blijkt te zijn – een passage die je kunt interpreteren als bewustzijn van zijn eigen vulgaire taalgebruik.
Toch trekt Van Oudheusden, wiens eigen werk vooral op de Brusselse stadswijken focust en bezwaarlijk seksistisch genoemd kan worden, daar een lijn. ‘Ik kan mij vinden in de verklaring dat je een personage speelt in een songtekst’, zegt hij. ‘Maar op een bepaald moment doe je het zo regelmatig dat het personage gaat samenvallen met je persoon. Bovendien: we zijn 2018. Ik denk dat het stilaan passé is om een vrouw te gebruiken als een object in een opsomming van bezittingen. En ik verzet me ook tegen het idee dat je stoerder wordt door een vrouw uit te maken. Dus ja, misschien moet de scene zich hier ook maar over uitspreken, en moeten we dit minder doen. Voor onze vrouwen, onze vriendinnen, onze zussen en dochters.’