De Standaard

‘Kanker overleven maakt je sterker? Quatsch’

Hoe omgaan met het ongelofeli­jke nieuws dat je op je 23ste kanker hebt? Leander Verdievel maakte het zelf mee. ‘De lach werkt bevrijdend.’

- VAN ONZE REDACTRICE VEERLE BEEL

BRUSSEL I ‘Het kan niet waar zijn’, zegt je vader. ‘De dokter zal zich vergist hebben.’ Je moeder valt je huilend in de armen en vraagt of je niet beter terug thuis zou komen wonen. De meeste mensen die kanker krijgen, zijn veel ouder. Je kunt het zelf bijna niet geloven.

Leander Verdievel was 23, woonde pas samen met zijn vriendin Karen en was net begonnen met een job bij de VRT toen zijn dokter hem vertelde dat hij een zeldzame tumor in zijn neus vermoedde. ‘Ik heb toen een mail naar mijn werkgever gestuurd om te melden dat ik een paar weken out zou zijn. Het werd twee jaar.’

Dik tien jaar later is er de Eénserie Gevoel voor tumor – vanaf zondag 18 maart op Eén – en het gelijknami­ge boek, dat géén neerslag is van de reeks. Het bevat zijn eigen ervaring en ook die van twaalf jonge lotgenoten met wie hij ging spreken.

Niet wollig doen

‘Het is, hoop ik toch, het boek dat ik had willen lezen toen het mij overkwam. Kanker op zich is al miserie genoeg. Je hebt geen nood aan nog meer zwaarte, zoals je die vaak in allerlei wollige boeken over kanker aantreft. Ik heb het eerlijk en authentiek willen opschrijve­n, maar wel met een zekere opgewekthe­id en lichtheid.’

Net als het onderwerp lag ook de titel als het ware voor het rapen, want het was zijn vader die elk ziekenhuis­bezoek afsloot met dezelfde grap: ‘Je gevoel voor tumor niet verliezen, hé, jongen!’

Vier jaar heeft hij samen met scenarist Mathias Claeys en regisseur Tom Goris aan het project gewerkt. De netmanager van Eén aarzelde eerst nog of humor wel de juiste insteek was voor zo’n serie. ‘Hij vond dat we meer veldwerk moesten doen. Onze gesprekken met jonge kankerpati­ënten haalden hem over de streep.’

Zijn moeder bleek nog een dikke map te hebben waarin ze alles over zijn ziekte had bewaard. Tot en met zijn sms’en. ‘Er zaten heel gewone tussen, zoals: “Heb honger. Kom met worst met rodekool.” Binnen het uur stond ze daar dan, met die schotel.’ Maar ook bijzondere, zoals een sms van toen hij net vernomen had dat hij hervallen was. Letterlijk: ‘Slecht nieuws: ik moet hier blijven en ze denken dat de tumor terugkomt. Ik weet niet of ik dat nog aankan. Dag.’

‘Kanker krijgen is één ding. Hervallen is zoveel erger. Dan wordt alles heel erg donker. Het is natuurlijk de patiënt zelf die bepaalt of en wanneer er ruimte is voor humor’, zegt Verdievel.

Keihard tegen alle muren

De tvserie is fictie. ‘Het draait niet om mij. Ik heb er een universeel verhaal van willen maken. Alle jonge mensen met kanker hebben me verteld hoe belangrijk hun vrienden waren. Dat was ook voor mij zo: alleen je vrienden weten feilloos de juiste toon te vatten. Zij stapten de ziekenhuis­kamer binnen en zeiden bijvoorbee­ld: “Hé gast, die penalty van gisteravon­d was er ‘Ik maak geen testostero­n meer aan. Confronter­end hoor, als je gek bent op je vriendin.’

niet echt een hoor.” Of ze kwamen met een biermand aanzetten om samen naar het voetbal te kijken.’

Verdievel putte voor de serie ook uit de verhalen van de twaalf jonge lotgenoten. ‘Er was een gast, een stoere bonk, die kanker vergeleek met een rugbymatch. Na dat gesprek wisten we: rugby moet erin! Elien, die helaas overleden is, kon heel poëtisch vertellen over hoe ze na weken in de isolatieka­mer zo blij was om de regen op haar lichaam te voelen: te mooi om te laten liggen ...’

De scène waarin ‘Tristan’ een spermastaa­l moet afleveren voor het geval hij door de behandelin­g onvruchtba­ar wordt, maakte hij zelf ook mee. Incluis zijn moeder die zegt: ‘Maak je geen zorgen, ik heb al zo vaak zakdoeken onder je bed gevonden.’

Hij glimlacht: ‘Je wilt zoiets niet door je moeder horen zeggen, toch? Het toont in welke moeilijke situatie je belandt als je op die leeftijd kanker krijgt. Ineens word je weer bemoederd en moet je vader je uit bad heffen omdat je te zwak bent om er zelf uit te stappen.’

Ook de jaren die volgden op zijn genezing, waren heftig: ‘Ik had keihard het gevoel dat ik de verloren tijd moest inhalen. Ik wilde met mijn kop tegen alle muren lopen. Het heeft me bijna mijn relatie gekost, want ik begon keihard uit te gaan. We zijn gelukkig nog altijd samen.’

‘We hebben een heel sterke kinderwens en hebben 17 ivfpoginge­n ondernomen. “Pech”, zei de dokter. We zien elkaar erg graag, maar we voelen het toch als een gemis. Nu staan we op de lijst voor adoptie, voor twee kindjes uit ZuidAfrika. De kinderkame­rs zijn al klaar.’

Andere kop

Ziek zijn heeft hem erg veranderd: nog zo’n ervaring die hij in de jonge lotgenoten herkende. ‘Het heeft lang geduurd voor ik weer vrede had met mezelf. Ik ben fysiek en karakterie­el niet meer dezelfde. Mijn kop alleen al: die is nu helemaal anders. Uiteindeli­jk bleek ook mijn hypofyse kapot door de bestraling­en, wat mijn aanhoudend­e vermoeidhe­id verklaarde. Ik maak daardoor geen groei en stresshorm­oon meer aan.’

‘En ook geen testostero­n: confronter­end hoor, als je gek bent op je vriendin, die een knappe dame is, maar je krijgt hem niet meer omhoog! Heel je zijn wordt op de helling gezet. Ik krijg nu om de drie maanden een spuit met testostero­n. Ik verhul dat niet. Mijn rugzak is intussen zo groot dat ik het niet kan verzwijgen. Ik bén er tenminste nog. En ik ben daar blij mee. Al voel ik me vaak onzekerder dan vroeger. Dat een kankererva­ring je sterker maakt, is quatsch. Iemand van onze twaalf zei zelfs: “Ik ben veranderd, en ik zou wél wil ruilen.”’

Dat brengt hem bij de les die hij zelf ook leerde toen een vriend recent lymfeklier­kanker bleek te hebben: ‘Ik geef toe: ik zat ook met mijn mond vol tanden. Soms kun je beter zwijgen en luisteren, dan onbetekene­nde woorden te spreken.’

 ?? © Dieter Telemans ?? Leander Verdievel:
© Dieter Telemans Leander Verdievel:

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium