‘Ik heb zelfs lang geen gedeelde rekening met mijn partner gewild’
Kunt u zeggen hoeveel u verdient?
‘Het plaatje is niet heel duidelijk. Als doctoraatsstudent verdien ik zo’n 1.900 euro per maand, met daarnaast nog wisselende inkomsten uit columns en optredens. Ik ben in Nederland aan het werk, maar woon in België. Ondanks het feit dat we in een Europese Unie leven, is dat qua betalingen en belastingen niet eenvoudig te overzien.’
Is geld een taboeonderwerp voor u?
‘Met mijn partner overleg ik natuurlijk over de praktische zaken, maar er wordt weinig over gepraat. Niet wegens een of ander taboe, maar omdat het gewoon niet zo’n interessant onderwerp is. Op het moment dat wij en onze vrienden begonnen te werken, voelde je wel een zekere angst: veel hoeft er niet te gebeuren om in de problemen te raken. Zelf had ik die angst minder. Mijn ouders hebben beiden een artistiek beroep. Een halfjaar in vaste dienst was al geweldig.’
Maakt de discussie over geld ook deel uit van het feministische debat?
‘In de meeste gemeenschappen hangt gendergelijkheid samen met economische onafhankelijkheid. Het gaat dan niet alleen over lonen, het kan ook gaan over wie de bessen verzamelt en hoe belangrijk dat is voor de stam. Je ziet doorheen de geschiedenis dat beroepen vaak pas prestigieus worden op het moment dat mannen ze gaan uitvoeren. Een bekend voorbeeld is de bierbrouwerij: tot de 16de eeuw een vrouwelijk beroep waar weinig geld mee te verdienen viel. Ook in mijn eigen onderzoek speelt een dergelijk ‘follow the money’idee mee. Welke economische belangen maakten bijvoorbeeld de pil mogelijk, en wat heeft die betekend voor de economie?’
Krijgt u advies in geldzaken?
‘Vooral van mijn ouders. Zij hebben me geleerd om heel voorzichtig te zijn met geld. Om je af te vragen of je je woonlening nog kunt afbetalen wanneer je stempelt. Nooit iets kopen op afbetaling. Dat je als freelancer het best een goede boekhouder neemt. Ze leerden me ook dat je nooit te economisch afhankelijk mag worden van je partner. Mijn grootmoeder moest nog voor elk extraatje geld gaan vragen aan haar man. Gevolg: ik heb zelfs lang geen gedeelde rekening gewild.’
Waar kunt u geen geld aan uitgeven?
‘Ik geef makkelijker geld uit aan een feestje voor twaalf mensen dan aan een duur jurkje. Liever één goed, duurder fairtradestuk dan een stapel goedkope.’
Geeft u aan goede doelen?
‘Een hele lijst. Lekker om dat in de krant te kunnen zeggen. (lacht) Of de ronselaars op straat te kunnen zeggen: “Ik geef al!” Oxfam, het Rode Kruis, Orca (werking rond arbeidsmigratie, red.) staan allemaal op het lijstje, naast kleinere initiatieven rond alternatieve media en redistributie. Trek maar aan mijn mouw, je zult zien dat ik snel te overhalen ben. Ik geloof wel in het idee van dollar voting, let er ook op dat ik zo vaak mogelijk fairtrade en bioproducten koop. Al besef ik goed dat zoiets voor wie minder verdient, minder evident is.’