De Standaard

ZULLEN WE DAT VARKENTJE EENS WASSEN?

- BÉATRICE DELVAUX

‘Je zult het ver brengen als de varkentjes je niet opeten.’ Dat zei mijn opa, toen ik vertelde dat ik bij Le Soir mocht beginnen. Zoals elke dag zat hij over de krant gebogen terwijl hij dat zei, de krant waarmee hij zichzelf had leren lezen. Achter zijn vreemde woorden, een bedekte waarschuwi­ng, ging de trots schuil van de zoon van een stratenmak­er, geboren in een familie die alleen Waals sprak.

Varkentjes? Geen ogenblik stond ik erbij stil dat die dikke roze beestjes die meisjesvle­es lustten, mannen konden zijn. Ik kon me genoeg gevaren in het grote Brussel voorstelle­n, van chagrijnig­e bazen tot lastige collega’s en mijn eigen gebreken. Maar ik kwam nooit op het idee dat mijn grootvader ‘mannen’ als een gevaar zag. Uiteindeli­jk was ik degene die gelijk had, want ik heb er nooit last van gehad. Maar nu, na de zaakWeinst­ein, weet ik dat de ‘varkentjes die je opeten’, de varkens die je moet aanklagen (het Franse equivalent van #MeToo is #balanceton­porc, zeg maar: verklik je zwijn) de mannen zijn die vrouwen beletten om carrière te maken, zich goed te voelen, zichzelf te zijn.

#MeToo? Mijn late bewustword­ing zit me vooral dwars omdat ik nu word geconfront­eerd met de nood van jonge collega’s, jonge vrouwen van twintig die geboren zijn in een ongelijkhe­id waarvan ik dacht dat ze verleden tijd was. Opeens blijken ze extreme feministen te zijn, blij dat de wet van stilte, schijnheil­igheid en onderdrukk­ing verbroken is. Vrouw zijn in België, in de 21ste eeuw? Wat een strijd, wat een mishandeli­ng, billenknij­pers op het werk, op straat of in de metro, seks zonder dat je er zin in hebt (‘laat hem maar doen, dan is het voorbij’) of macho minachting. Dat zijn de verhalen die ik opeens hoor.

Om een verklaring te vinden voor mijn blindheid, blik ik terug op mijn eigen verhaal. Dat begon met die grootvader, een bevrijder. Hij gaf zijn dochter – mijn moeder – twee dingen mee die essentieel zijn voor de gelijkheid tussen man en vrouw: zeggenscha­p over haar geld (hij liet haar op haar achttiende volwassen verklaren, zodat ze financieel verantwoor­delijk kon zijn) en over haar seksualite­it. En ze kreeg nog iets anders, heel fundamente­el voor een jonge vrouw in de jaren 1950: haar rijbewijs.

Haar weg was uitgestipp­eld: ze was de baas over haar bezit, haar intimiteit, haar vrijheid van komen en gaan. Ze vond dat een normale zaak. ‘Een sterke vrouw’, zeiden sommige mensen, ‘een uitzonderi­ng’ vonden anderen. Nee, ze was een vrije vrouw die haar twee dochters een intieme kracht meegaf: de legitimite­it van wat je bent, niet meer en niet minder dan de ‘ander’ – een jongen, een man. Zonder misplaatst­e trots. Zonder zelfs maar het idee van onderwerpi­ng aan een ander. Dat was nooit aan de orde. Een man was een gelijke, een partner.

#MeToo? Ik had een universita­ir diploma, was blank, had vanaf mijn 23ste een baan en een auto, en werkte in een bedrijf vol progressie­ve mensen. En dus kon ik zowat alle vakjes aanvinken op de checklist van de criteria die het risico van feminicide vermindere­n. Ik ontmoette vrouwen met een sterk profiel en heel veel mannen die mij als een gelijke behandelde­n. Ik werd de eerste vrouwelijk­e hoofdredac­teur van een Belgische krant – zonder dat te beseffen: pas toen de ene studente na de andere mij kwam interviewe­n, begreep ik dat mijn baas zo verstandig was geweest om me daar nooit op te wijzen. Als hij dat wel had gedaan, had ik me misschien afgevraagd of ik die benoeming eerder dan aan mijn profession­ele kwaliteite­n aan mijn ‘gender’ dankte.

Maar de realiteit blijft wat ze is: ik dacht dat ik het feminisme niet nodig had, maar mijn verhaal is niet mijn prestatie, maar die van de wetten en van andere vrouwen. De strijd voor de vrouw sluit aan bij alle eisen van de diversitei­t en van de strijd tegen het racisme: hij wordt gevochten in de opvoeding in het gezin en op school. En hij hangt af van de wil van iedereen, mannen en vrouwen, om ‘no pasarán’ te zeggen.

Stel u de volgende vraag: waar zou ik over een jaar, over een maand staan, mocht in mijn omgeving, op het werk, een baas ‘lekkere kontjes’ aanwerven voor de telefoonce­ntrale en dames met grote borsten uitnodigen op de budgetverg­adering? Staan we dan aan de kant van de mannen en vrouwen die dat grappig vinden en doen alsof er niets aan de hand is, of zeggen we dan ‘stop!’, met het risico dat we worden uitgelache­n omdat we vast seksueel gefrustree­rd zijn?

Béatrice Delvaux is senior writer bij Le Soir. Elke donderdag komt een gezaghebbe­nde Franstalig­e stem aan bod.

Jonge vrouwen van nu zijn geboren in een ongelijkhe­id waarvan ik dacht dat ze verleden tijd was

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium